ROLDE – HARDENBERG

Rolde – Schoonloo

20 februari 2021

De sneeuw is verdwenen, de temperatuur stijgt tot niveau lente en dus besloten we gisteravond een kamer te boeken bij het Fletcher hotel in Exloo en ons Pieterpad te vervolgen. Om 8 uur zitten we in de auto richting Schoonloo, ruim 2½ uur sturen, voor de 5e etappe, van Rolde naar Schoonloo, goed voor zo’n 28.000 stappen. Qbuzz21 zet ons af bij de kerk op de Brink in Rolde, tegelijk met 2 dames en een hond uit Gouda, die we onderweg nog regelmatig tegenkomen. En zij zijn niet de enigen. Het is druk op het pad. We krijgen zelfs een beetje het ‘camino-gevoel’. Zo zitten op een gegeven moment onder een grote eik 4 jonge mannen uit te rusten; ze zijn zwaar bepakt, hebben een week vakantie en hopen het hele Pieterpad te lopen, maar de leider van de groep heeft zo zijn twijfels, ze zijn vanmorgen om 8 uur op pad gegaan en om 1 uur hebben ze al de 3e rustpauze. Later, als wij op een boomstronk aan onze lunch zitten halen ze ons weer in. Bij het Meindersveen zien we ze weer op hun meegebrachte stoeltjes zitten, ze zijn koffie aan het zetten. Ook nu hebben ze hun schoenen weer uit. Een mooi stel, benieuwd hoe ver ze komen deze week. Het is een zalige dag, de eerste lentedag van het jaar, zo rond de 15°C. De kerk is open, staat er op een spandoek, en dat klopt. In de hal is een brandschoon toilet waar we allebei dankbaar gebruik van maken. Op een bankje voor de kerk eten we ons tussendoortje, rijstwafels met jam en pindakaas (we zijn aan de lijn en volgen ‘Project Gezond’).  Het pad loopt achter de kerk langs, over de mooie begraafplaats met talrijke, hoge, smalle stenen.

Net buiten het dorp liggen 2 hunebedden. In een kaarsrechte lijn lopen we, over het voormalige spoor van Assen naar Stadskanaal, naar de onderdoorgang van de N33. We naderen het natuurgebied De Drentsche Aa, het beekdal van Andersche Diep, die we op een doorwaadbare plek, beveiligd met touw, moeten oversteken. Het water staat hoog en stroomt hard, maar gelukkig is er een brug. Vanaf hier tot aan het Meindersveen lopen we door gemengd bos. De paden zijn goed begaanbaar, hier en daar erg modderig, maar daar kan je bijna altijd wel omheen lopen. We stappen dan ook flink door.

Na het Meindersveen lopen we tegen het Grolloërveld aan, een restant open heide, afgerasterd, zodat schapen er vrij kunnen grazen. Ze staan op een kluitje, zoals één van de Goudse dames zei, ‘klaar voor de statiefoto’. De open vlakte geeft een indruk van de ‘gemene gronden’ voordat ze bebost werden, zoals veel terreinen in Drente. Hier komt de zeldzame veenvlinder nog voor, misschien was ik hier al eens in mijn jeugd, vlinders vangen met mijn vader.

Na de ‘gemene gronden’ lopen we het open cultuurlandschap in. Het wordt frisser. Tot aan Schoonloo lopen we beschut in ‘De Strubben’. Een leuk pad dat door het bos slingert en eindigt op het erf van een particulier.

De auto staat voor het gesloten café Hegeman, alhoewel op de Brink wordt vanuit de Hegeman’s skihut bier geserveerd. Te koud en niet passend in ons ‘Project Gezond’ schema. We verlangen naar een warme douche en rijden dus naar Exloo. In het Fletcher hotel zijn door Corona alle faciliteiten gesloten, maar desondanks is het hotel flink bezet, het is voorjaarsvakantie. Het diner wordt op onze kamer geserveerd, prima geregeld dus. We zijn er lekker even uit en proeven weer iets van een vakantiegevoel.

Schoonloo – Sleen

21 februari 2021

Vorige week hadden we nog strenge vorst, er werd zelfs gespeculeerd over een Elfstedentocht. Nederland sloeg op hol, de politiek droomde hardop, maar het rayonhoofd bleef, net als altijd, koel en zei uitgesloten, in verband met Corona, volgend jaar nieuwe kansen. Vandaag is het lente met zo’n 17°C. In de ochtend hangen er nog wat sluiers voor de zon. Er staat een licht, fris briesje. Maar eenmaal op pad, de sluiers opgelost en in de luwte van de bomen, gaan de jackjes snel uit. We parkeren de auto in Schoonloo. We zijn vroeg vandaag, half 10, het is nog stil buiten. Het eerste uur komen we geen wandelaars tegen. Later op de dag verandert dat en zien we volop fietsers en wandelaars. Echter bij lange na niet zoveel als op de Nederlandse stranden en de stadsparken in West Nederland, zoals we ’s avonds op het nieuws zien. Hier in het oosten hebben de mensen nog de ruimte, hier vinden de mensen nog rust. De hele dag stappen we flink door. Het is 24 km vandaag, over Schoonloër Veld, langs De Tweelingen, restanten drassig hoogveen.

We steken het kaarsrechte Oranjekanaal, bedoeld om het afgegraven veen af te voeren,  over. Het smalle kanaal werd in 1978 gesloten voor scheepsvaart. Het bos ten noorden van het kanaal werd aangelegd om dichtstuiven te voorkomen. We duiken het Sleenerzand in. Bossen van Staatsbosbeheer, afgewisseld met kleine heidegebieden met vennen. Het bos is in rechte percelen aangeplant tussen 1920-1930, met als doel hout voor de mijnbouw. Elk perceel heeft een nummer, aangegeven op de wit geverfde stenen, met zwarte letters. Na de ontginning van de heide werden de bomen geplant, werkverschaffing in de crisisjaren. Het was zwaar handwerk, waarbij veel flinten (stukken steen) vrijkwamen, die gebruikt werden voor de aanleg van de wegen waarover we nu lopen. Ongemakkelijk en ongelijke wegen, zodat je goed moet opletten dat je niet zwikt. De bossen rijgen als parels aan elkaar. Net na het kanaal, verzonken in diepe gedachten, word ik staande gehouden door een vrolijke, bebaarde man, die vraagt of ik het Pieterpad loop. Hij wijst me er op dat ik verkeerd loop. Een flink stuk terug hadden we namelijk rechtsaf gemoeten. Mijn GPS vertelt me dat hij gelijk heeft, maar ook dat het pad waarop we nu lopen, het goede pad straks zal kruisen. Ik zeg hem dat hij gelijk heeft, maar dat ik toch op het ‘rechte pad’ blijf. Zo smokkelt u, zegt hij. Ik antwoord dat dit vandaag met ruim 36.000 stappen wel mag, waarop hij lacht en zijn wandeling met zijn vrouw, kinderen met aanhang en kleinkinderen voortzet. Hij heeft lak aan de Coronaregels. Af en toe kruisen we akkerland.

Het bos bevat geheimen, zoals een Vliegtuigmonument, restanten van een in 1943 neergestorte Britse bommenwerper, het Pieterpadmonument, ter ere van Bertje en Toos, de bedenksters van het Pieterpad en het Galgenveld, een grote prehistorische grafheuvel van 1300 voor Christus, waar in de middeleeuwen de misdadigers werden opgehangen. Het laatste stuk tot aan Sleen is door open cultuurlandschap.

In Sleen kopen we koffie en thee to go, bekijken de kerk en wandelen op ons gemak naar de bushalte. Bus 29 brengt ons naar Emmen, waar we overstappen op bus 21 naar Assen, die ons keurig afzet bij onze auto in Schoonloo. Na een heerlijke warme douche in het Fletcher hotel in Exloo wordt het diner op onze kamer bezorgd. Vanavond geen ‘Project Gezond’, maar gewoon een vette hap en een vreselijk zoet toetje. Hopelijk hebben we vandaag genoeg calorieën verbrand om het enigszins in balans te houden.

Sleen – Coevorden

22 februari 2021

Zo mooi als de etappes de afgelopen dagen waren, zo teleurstellend is de etappe van vandaag. Het hoogtepunt vandaag, is de vondst van de resten van een dode vrouw, die 7 jaar geleden op het groene strand in Oostvoorne verdween. Vandaag parkeren we de auto in Sleen, op de Brink, en wandelen langs de molen het langgerekte dorp uit.

Het pad voert langs de uitgestrekte akkers naar de Jongbloedvaart. Voor ons lopen 3 Pieterpad stellen, achter ons nog een stel. We lopen de hele dag gelijk op en halen elkaar in als de ander een pitstop heeft, zoals het eerste stel dat we inhalen vlak voordat wij het kanaal oversteken. Ze zitten op een bankje en hebben hun schoenen uitgedaan, hij heeft enorme lange wandelstokken in zijn rugzak die ver uitsteken. Later halen ze ons in en valt het kwartje, zij heeft skeelers aan en hij rolski’s, vandaar de lange stokken. Veel sneller dan wij gaan ze echter niet, zeker niet met tegenwind. Regelmatig wisselen ze van wandelschoenen, skeelers en rolski’s, maar vooral dat laatste hebben ze niet echt onder de knie. Net voor we afbuigen naar de Verlengde Hoogeveensche Vaart maken we een praatje met een echtpaar dat vorige week in Pieterburen is gestart en de komende 2 dagen doorloopt tot Hellendoorn. Ook zij hebben de auto bij zich en slapen vannacht, net als wij, in het Talens Hotel in Coevorden. Het pad voert vandaag verder langs de Verlengde Hoogeveensche Vaart, over het Oude Diep, het Nieuwe Drostendiep en tot slot langs het Stieltjeskanaal Coevorden in. Op weg naar Santiago de Compostela liepen we in Frankrijk ook eindeloos langs oude kanalen. Maar zo romantisch als in Frankrijk is het hier niet, de kanalen zijn saai. Alleen de oude stalen bruggen zijn mooi. Na het viaduct onder de A37, waaronder de faunapassage Holsloot is aangelegd, gaan we de akkers in, door kleine dorpjes als Holsloot en Den Hool. Nadat we de spoorbaan over zijn gestoken lopen we door De Haar en Dalerveen. Veel asfalt vandaag, de zon die niet door de sluierbewolking heen weet te dringen en een fris windje. We bezoeken de in de 18e eeuw gestichte Joodse begraafplaats die in de gids wordt vermeld. Op de foto staat een menora, een zevenarmige kandelaar, maar die is onvindbaar. De steen van een in 2003 begraven Joodse medeburger is wel te zien, en staat scheef. Iets verderop, in het weilandengebied, bewonderen het Green Art Spot Driftplein, ontworpen en in 2014 gerealiseerd door de Rotterdamse Kunstenaarsgroep Observatorium. Via een grintpad langs vogelbroedvelden komen we uit bij Center Parc De Huttenheugte, waar we in 2012 een weekend waren in het kader van ‘Hans 60’ met Velicia en haar ouders. Onderlangs de N382 wordt Hans, die een flink stuk vooruit loopt, aangesproken door een dame in een vooroorlogs, geel jasje en een oranje alpinopet. Of zo’n leuke, eenzame man alleen het Pieterpad loopt, vraagt ze terwijl ze hem smachtend aankijkt. Als Hans aangeeft dat zijn vrouw er aan komt, reageert ze enigszins teleurgesteld, ze heeft helaas niets te ruilen zegt ze, maar ze zal het An toch vragen. Ja, onze lieve heer heeft vreemde kostgangers, reageerde Thea Roks. Op de kaart lijkt Coevorden een leuke plaats, maar wat een teleurstelling. Het Van Heutszpark, genoemd naar de generaal die in de Oost hardhandig huis heeft gehouden, is leuk, evenals de markante watertoren en het kasteel, maar dan heb je het ook wel gehad. Verder veel braakliggend terrein, het ontbreken van een plan bij de stadsinrichting en het desolate treinstation maakt het er allemaal niet beter op. Met de trein rijden we terug naar Meppel en bus 29 zet ons af in Sleen. Binnen 15 minuten staan we met de auto weer in Coevorden voor het Talens Hotel, waar we voor vannacht een kamer geboekt hebben. Je hoeft hier niet op je kamer te eten. Je kan, nadat je hebt opgeschept van het buffet, eten in de eetzaal in het midden van het hotel waar geen ramen zijn, aan tafels die op meer dan 1½ m van elkaar staan. Met een lekker glas wijn laten we het eten ons goed smaken. Gerrit Houtschild laat ons nog weten dat het bleke zonnetje vandaag werd veroorzaakt door Saharastof.

Coevorden – Hardenberg

23 februari 2021

Na een lekker ontbijtje lopen we om 9 uur Coevorden uit via de Krimbrug. De brug gaat over een oude stadsgracht en is een fraai ontwerp van de beeldende kunstenaars Olijve en Haringa. Het stof is neergedaald. De zon schijnt en verwarmt weer. De etappe is wat leuker dan gisteren, iets minder asfalt en iets afwisselender. Na 1 uur lopen door het weinig enerverende Coevorden, over een pad ingesloten tussen een omvangrijk, nog steeds groeiend bedrijven- en industrieterrein en een klein plas-drasgebied, aangelegd als natuurcompensatie, komen we in het open land.

De toegang wordt gemarkeerd door ‘De Drentse Poort’, kunst, met wat ons betreft een hoog kleutergehalte van gestapelde zwerfkeien. Tot onze verbazing treffen we in een holle boomstam familie van K.Bouter uit de Plantage in Schiedam aan. Het is toch een kleine wereld.

We naderen het dal van de Vecht, één van de weinige ongetemde rivieren in Nederland, of moet ik zeggen intelligente ongetemde rivieren, want er zijn wel stuwen gebouwd. De Vecht wordt gekruist door het Kanaal Almelo-De Haandrik en het Coevorden-Vechtkanaal. De volgende plaats, halverwege de etappe, de kleine hofstad Gramsbergen is leuk. Bierbrouwerij Mommeriete is gesloten, maar de kerk in het oude centrum is open. Voor de kerk staat het beeld ‘Pieterpad’ van Nelleke Allersma . ‘Met ferme tred passeren ze. Bewonderend en genietend. De vermoeienissen van hun lange tocht laten ze voor even achter zich. Om daarna met frisse moed de weg te vervolgen. De schatten van Gramsbergen meedragend in hun hart’. Het kunstwerk ‘Verzameling retour’ van Tine vd Weijer is een plek waar mensen, gedachten en ideeën samenkomen.

Op een bankje voor het bejaardenhuis drinken we koffie. Als we ons pad vervolgen zien we de eerste, en tevens enige, Pieterpad lopers van vandaag, 2 dames op leeftijd. Ze twijfelen hoe ze precies moeten lopen. We wijzen ze de weg, maar dat willen ze niet aannemen, volgens hen lopen wij verkeerd, terwijl zij een afslag gemist hebben! Hadden we ze niet gewoon aan hun lot moeten overlaten? Na Ane gaan we richting Anevelde en lopen nog een stukje op met de N34 voordat we het Engelandsche Bosch induiken, een rommelig klein bos. Als we uit het bos komen zien we de contouren van Hardenberg. Met een omweg lopen we er naartoe. Als we via de brug de Vecht zijn overgestoken verlaten we het pad, hier eindigt onze etappe voor vandaag. We moeten nog een flink stuk lopen naar het station, nemen de trein terug naar Coevorden, halen de auto op bij het Talens Hotel en rijden terug naar Schiedam. We hebben vandaag 30.000 stappen de teller, zon en wolken hadden weer vrij baan, het saharazand was neergestreken.

Hardenberg – Vorden