Datong

16 september 2011

Ik ben aan de diarree. Op het moment dat ik dit schrijf ben ik net naar de wc en onder de douche geweest. Op onze wandeling door Datong ging het mis. Liep me dun door de broek. Terug naar het hotel. Flink doorstappen. Al met al een half uur lopen. Onderweg neemt An nog enkele foto’s van marktventers. Hoe laat komen we in Datong aan? Het schema van Tiara zegt 07:00, het schema in de trein zegt 07:59. De trein stopt slechts tien minuten. Ik gok op 07:59. Ik vraag het aan de Chinese Provodnik. Hij zegt ook 07:59 (eigenlijk 08:00). We zetten de wekker om half acht. An is echter allang op. Om even voor zeven uur zegt ze: is dit niet Datong? Ik spring uit mijn bed, kleed me aan, slurp van de koffie. Loos alarm. De trein rijdt door. De trein stopt om exact 07:59. We checken in in het hotel, gelegen aan het stationsplein. Het duurt lang voordat we de sleutel krijgen. Het is al over half negen. Om negen uur komt de gids al. We springen onder de douche. An eerst, daarna ik. Als ik goed en wel onder de douche sta, gaat de telefoon. De gids. Kwart over negen treffen we elkaar in de lobby. Ze spreekt goed Engels en is sympathiek. We hebben een auto met chauffeur. Ze gooit het programma om. We gaan vandaag naar de Yungang grotten, de Huanyan Tempel, de Nine Dragon Wall en de Shanhua Tempel. We rijden naar de Yungang grotten, 16 km buiten de stad. We passeren een kleine stad met alle voorzieningen, bewoond door mijnwerkers van één mijn. In Datong en omgeving zijn 300 mijnen. De steenkool is van uitstekende kwaliteit. Een hoge verbrandingswaarde. Een enkele keer zien we een (motorische) driewieler, afgeladen met grote brokken steenkool. Het zijn 45 grotten, waarvan de eerste 13 de mooiste en de belangrijkste zijn. In de grotten staan meer dan 50.000 Boeddha’s. Het is een indrukwekkend gezicht. Nog niet zo lang geleden hebben de Chinezen het terrein ingericht tot park (met tempels). Keurig aangelegd en onderhouden. De meeste bezoekers zijn Chinezen. Hun respect voor hun eigen cultuur groeit en we zijn in staat meer dan eens daarvan kennis te nemen. Ik wist niet wat ik moest verwachten, maar we vergapen ons aan de grotten met de Boeddha’s. Het beeldhouwen van de Boeddha’s is letterlijk en figuurlijk monnikenwerk. Duizenden handwerklieden zijn decennia lang bezig geweest. De belangrijkste grotten zijn ontstaan tijdens de Wei dynastie. No. 1 t/m 13 zijn gemaakt van 463 tot 494, het jaar dat Keizer Hiao Wen de hoofdstad verplaatste naar Luo Yang. We drinken koffie, kopen een boekje en vervolgen onze trip. De gids geeft uitleg en wijst ons op kleine details, zoals de 2 cm grote doorgang tussen twee grotten. Heerlijk een kundige, Engels sprekende gids te hebben. Ze heeft speciaal een Boeddhisme-opleiding in een klooster gevolgd. Ze is 31 jaar, getrouwd en heeft een dochter van 2 jaar. Ze spreekt vrij uit over zichzelf, haar familie, vader (gepensioneerd), moeder (hartpatiënt), haar werk, studie en haar land. Ze noemt (en toch ook roemt) enkele malen de burgemeester, die de oude stadsdelen laat slopen, nieuwe tempels laat bouwen (een enorm complex), een stadsmuur (onvoorstelbaar groot), wegen en nog veel meer. De gids bevestigt dat veel nieuwbouwflats door speculatie leegstaan. De ontwikkeling van een nieuwe stad, aan de andere kant van de rivier, is daardoor zelfs vertraagd. De mensen blijven liever hangen in het oude stadscentrum. We eten tussen de middag Hot-Pot. Een groente/vleesfondue in bouillon. Een knoeiboel, maar wel lekker. We eten met stokjes. Voor ons op tafel een pannetje met bouillon. Op tafel schalen met vlees en groente. We hebben ook een kommetje met saus. We maken de saus zelf af, met knoflooktenen, fijn gesneden ui, selderij, Spaanse pepers en andere kruiden zoals sambal, die op tafel staan. Het vlees, de groente en de zoete aardappel worden in de bouillon gekookt. Een meisje helpt ons. We eten flink door. Na afloop lepelen we de bouillon uit het pannetje. Heerlijk. Het gestuntel met de stokjes (chop sticks) van An werkt bij de andere gasten en het bedienend personeel op de lachspieren. Maar eerlijk is eerlijk. Het gaat haar na verloop van tijd beter af. Oefening baart kunst. Hot-Pot is geliefd in Datong,omdat het de inwendige mens verwarmt. ’s Middags bezoeken we achtereenvolgens de Five Dragon Wall, de Huanyan Tempel, de Shanhua Tempel en de Nine Dragon Wall. Draken spelen een belangrijke rol in de Chinese cultuur. Tegen half vier, in de laatste tempel, merk ik op dat ik voor vandaag genoeg Boeddha’s heb gezien. We zijn Boeddha moe. We gaan terug naar het hotel, lezen, schrijven, internetten. Maar we krijgen geen verbinding met het thuisfront. Als het donker is lopen we nog even de stad in. Het wordt echter snel té donker. De straten zijn slecht verlicht. We nemen geen risico, eten (heel lekker) in het hotel en gaan vroeg naar bed. Nog vóór tien uur draai ik, na enig zoeken, het licht uit. Morgen om acht uur ontbijt. Dat wordt kwart over acht, half negen. We zijn te laat opgestaan.

17 september 2011

Ik lig in bed terwijl ik schrijf. An ook. We drinken groene thee. Het gaat goed. Geen kramp gelukkig. Het was een mooie dag. Om negen uur zijn we vertrokken met de auto naar de hangende kloosters. Anderhalf uur met de auto. We rijden over nieuwe, brede wegen, met nauwelijks verkeer. Als de weg over gaat in een twee-baans weg, rijden we de uitlopers van de bergen in. Elke cm² is in gebruik. We zien velden, akkers met maïs, zonnebloemen, groenten, aardappelen et cetera. We rijden langs een grottendorp. De eerste aanblik op de hangende kloosters, vanaf het parkeerterrein, was, hoe raar het ook klinkt, een teleurstelling. Ik dacht dat het complex groter, imposanter was. Het is zaterdag. Chinezen trekken er op zaterdag massaal op uit, ze zijn ook vrij vandaag. Als mieren kruipen ze door het klooster. Filevorming. We gaan op weg. Hoe dichterbij we komen en het teken “magnificent” geschreven in rode Chinese karakters op een groot rotsblok, voorbijlopen, wordt het klooster steeds imposanter en spectaculairder. Eenmaal in het klooster, wandelend over de smalle gangborden en kruipdoor/sluipdoor trapjes, dringt tot mij door hoe knap dit gebouwd is in de 5e eeuw. De gebedsruimtes met de beelden en het verfwerk van het hout zijn in een erbarmelijke staat. De verf bladdert, de beelden zijn zwaar beschadigd (handen, voeten, ogen et cetera ontbreken), maar de houten draagconstructie is in perfecte staat. Het hout wordt door een kruid (als ik het goed heb begrepen) beschermd tegen insecten. Het klooster, de gangpaden zijn van hout. De balken steken evenveel in de berg als dat ze er uit steken. De uitstekende delen worden nog, in feite overbodig, gestut door palen. Het hele bouwwerk is aardbeving-proof. Hout is flexibel. Het is aangelegd door handwerklieden die aan de andere kant de berg beklommen en zich aan touwen lieten zakken tot de plek waar nu het klooster hangt. De oorspronkelijke gedachte, het klooster op de top te bouwen, heeft men laten varen omdat er daar niet voldoende vlak bouwterrein was. Onder de steile rots stroomde een kolkende rivier, die schijnbaar een té grote hindernis vormde. Nu is deze rivier getemd. Stroomopwaarts is een dam met stuwmeer aangelegd. Ik verwacht dat het klooster over enkele jaren gesloten wordt voor bezoek. De toeloop wordt té groot en het monument té kwetsbaar. In het klooster verblijven drie religies/filosofiën, Toa, Confucius en Boeddha, broederlijk onder één dak. Een oecomenisch klooster. Iets voor Nederland, Moskee en Kerk (katholiek en protestant) in één! ’s Middags bezoeken we de Yingxian (houten) pagode. De bouwwijze van deze meer dan duizend jaar oude pagode is beroemd en verplichte kost voor Civiele Techniek studenten in Noord-China. Op de terugweg pinnen we geld en kopen een nieuw schijfje (16GB) voor de video. Ik heb al vier uur film. Op dit moment slaapt An. We hebben zo even sober gegeten, rijst, broccoli, zalm en (veel te vette) lamsbouten, die we dan ook nagenoeg hebben laten staan. We drinken groene thee. Benieuwd hoe het gaat. Vermoeidheid? Buikgriep? In ieder geval leggen we grote afstanden af, maken forse temperatuurschommelingen mee en doen vreselijk veel indrukken op. Morgen naar Beijing, zes uur met de trein. Vertrek 12:22, aankomst 18:40.

18 september 2011

Jeroen is jarig, straks bellen. Goed geslapen, maar niet helemaal hersteld. Buikgriep? Vandaag verplaatsen we ons naar Beijing. Wat zou Feyenoord gedaan hebben ? (NAC-Feyenoord 1:3). An gaat douchen. De badkamer verandert in een zwembad. Buiten hoor je steeds een vrouwenstem die voor ons onverstaanbaar, iets omroept, waarna marsmuziek klinkt. Ik drink van mijn koffie (Nescafé). Een heftige reactie blijft uit. De laatste week is begonnen. St.Peterburg en Moskou liggen al weer ver achter ons. Toch zie ik ons in gedachten deze steden nog doorslenteren, de metro nemen en plaatjes schieten van de historie en rijkdommen. Het valt ons op dat deze vakantie in tegenstelling tot andere jaren veel ontspannender is, minder kopzorgen.

Beijing