GENNEP – VENLO

Gennep – Vierlingsbeek

15 januari 2022

Een uitnodiging voor een etentje in Huissen en is een mooie aanleiding om onze volgende 3 etappes van het Pieterpad te lopen. We boeken een kamer in het Fletcher Landgoed Hotel Holthurnsche Hof in Berg en Dal en genieten van een gezellige avond met vrienden en een heerlijke maaltijd. Vanmorgen om 7 uur loopt de wekker af, dat was wat minder, maar na een verkwikkende douche kunnen we in het restaurant heerlijk ontbijten. Ook Fletcher voert actie tegen de Corona maatregelen voor de horeca en opent haar restaurants voor haar gasten tot zondagmorgen 11 uur. Vandaag voert het Pieterpad ons van Gennep naar Vierlingsbeek, een ‘schoone’ etappe door het Brabantse en Limburgse land aan de oost- en westzijde van de Maas. Een tocht in een kleine wereld, want over het land hangt mist en meer dan 150-200 meter zicht hebben we niet. De temperatuur is enkele graden boven 0 en in het open veld, waar de wind vrij spel heeft, is het koud. In Gennep pakken we de draad weer op, het plein voor het stadhuis is nu leeg. Na het Vrijheidsplein lopen we langs de Niers en Panta, een werk van het Atelier Van Lieshout. In de Niers zijn jaren geleden bevers uitgezet, die het hier goed schijnen te doen. Ze laten zich echter niet zien, ze vinden het te koud en te nat.

Na het viaduct onder de A77 zijn vrijwilligers deze zaterdagmorgen druk aan het snoeien. Het pad, overwegend zandgrond, loopt dan weer omhoog en dan weer omlaag. Pas na Het Quin, een groot ven gevoed door kwelwater, wordt het pad modderig en glibberig. In Afferden kopen we bij Bakker Van den Bergh koffie en broodjes, die we al wandelend opdrinken en eten, het is te koud om op een bankje te gaan zitten.

Met de pont varen we de Maas over. Voelt Hans zich nog een beetje brak na de wijn, likeur en whisky van gisteravond, heeft An veel last van haar rug. Maar desondanks lopen we lekker door. We buigen van de Maas de Zoetepasweiden in, opnieuw een mooie omgeving. Het plaatsnaambord van Vierlingsbeek is ‘verdwenen’, het bewijs van onze aankomst daar ontbreekt dan ook. We lopen langs de Sint Laurentius Kerk, die niet langer kerk is, maar omgetoverd wordt tot het ‘nieuwe durpshuus, waarvoor 800 obligaties zijn uitgegeven die door de bewoners van Vierlingsbeek á € 500,— gekocht kunnen worden.

Na Jezus aan het kruis komen we op het station, waar we op de trein stappen naar Boxmeer, één halte verder. Met de bus rijden we terug naar Gennep waar onze auto geparkeerd staat. We hebben voor de komende 2 nachten een kamer geboekt in het Fletcher Kloosterhotel Willibrordhaeghe in Deurne. Helaas doen zij niet mee aan de actie tegen de Corona maatregelen en moeten we dineren en ontbijten aan het kleine tafeltje op onze kamer. Ter compensatie van het ongemak is de roomservice gratis.

Vierlingsbeek-Swolgen

16 januari 2022

Ondanks een goede nachtrust in ons kloosterhotel komen we toch niet echt snel op gang. De mist is opgetrokken, in het open land is het fris, maar in het bos, waar geen wind waait, is het goed te doen. We parkeren de auto bij het station van Vierlingsbeek. Het lijkt vandaag een bedevaart. In Holthees, het eerste dorp na Vierlingsbeek,begint onze devotie in de Maria kapel. We branden 2 kaarsjes. De statie van de 7 smarten van Maria, 7 schilderijen van een Friese schilder, lijkt niet meer te zijn dan foto’s in een tuin. Geen schilderij te bekennen in de kapel. Het oorlogsmonument net na Holthees prikkelt de verbeelding. Ik zie er slachtoffers in die uit wanhoop hun armen, of wat daar van over is, naar de hemel uitstrekken. Hulp van boven kwam niet, het regende alleen bommen. In het volgende dorpje, Smakt, bezoeken we de St.Jozef kapel, de enige kapel in Nederland gewijd aan St.Jozef, de beschermheilige van het gezin. Jaarlijks komen duizenden bedevaartgangers het beeldje aanbidden. Het is een vakantieoord voor Roomsen geworden, op nog geen 3,5 km van Kevelaer.

We lopen het Landgoed Geijsteren in en worden ingehaald door een jonge vent op een elektrisch aangedreven mountainbike met 2 achterlichten, de bewoner van de Frankische boerderij naast de Rosmolen, zoals later blijkt. Onze devotie kent wel haar grenzen. Voor de St.Willibrordus Kapel moeten we van het pad af, dus die laten we voor wat het is.

We naderen Wanssum en moeten een flink eind omlopen, door de aanleg van N270 rond het dorp. In een plaatselijke kroeg drinken we een kop koffie, terwijl Prins Carnaval wordt gefilmd, waarvoor precies is niet helemaal duidelijk. We lopen verder langs de snelstromende Grote Molenbeek. De beek is sinds de ruilverkaveling bevrijd en kan nu haar eigen loop kiezen. Langs de beek de sporen van haar bewoners. De bevers houden hier goed huis.

We volgen de beek via Meerloo tot Tienray, waar onze devotie voor vandaag eindigt in de Lourdes grot in de kerk. De grot raakt uit de gratie, evenals de kerken in Zuid Limburg. Bij één van de staties van Jezus Christus laten we een door ons geschilderde steen achter, in de hoop er nog ergens anders één voor terug te vinden, maar helaas. In het bos naar Swolgen hangen stichtelijke Pieterpad gedichten als aflaten gespijkerd aan de bomen.

Ook kun je vandaag onderweg een aantal keren via een QR code het Pieterpadlied beluisteren, een grappige tekst gezongen met een zuidelijke tongval, maar helaas in mineur gezongen. In Swolgen moeten we een minuut of 20 wachten op de bus die ons naar Venray brengt en vandaar terug met de trein naar Vierlingsbeek.

Swolgen – Venlo

17 januari 2022

Als om 7 uur de wekker afloopt, staat aan de heldere hemel de bijna volle maan laag. Op het journal wordt in het zuiden zonnige perioden voorspeld, in het oosten bewolking. De afgelopen 2 dagen hebben we met onze regenjassen in de rugzak gelopen, vandaag besluiten we ze in de auto achter te laten. Als we in het spannende natuurgebied Schuitwater lopen schijnt zelfs de zon. In dit gebied liggen wat houten vlonders, zodat we de voeten droog houden, maar wat verder is het glibberig en zakken we tot onze enkels weg in de modder. Na het gehucht Zwaanenhelke verandert het landschap, het natte bos maakt plaats voor cultuurlandschap met boomkwekerijen en lange rijen aspergeheuvels om het witte goud te laten groeien.

Later zien we in Grubbenvorst het monument voor het witte goud in een plantsoen. Koffie drinken we bij de kapel Houthuizen. Houthuizen is één van de oudste gehuchten van Lottum. Tijdens de oorlog van 1940-45 werd het gehucht vrijwel gespaard van oorlogsgeweld en uit dankbaarheid daarvoor werd in 1947 deze devotiekapel gebouwd. De kapel wordt onderhouden door de gemeenschap en ligt er strak bij, verbazend genoeg staat de kerststal er nog steeds, met de 3 koningen, dat wel. Niet alleen kerken lopen leeg en krijgen een andere bestemming, zo ook kloosters. Wij sliepen 2 nachten in een tot Fletcher hotel omgetoverd klooster in Deurne en in Grubbenvorst heeft het Ursulineklooster ook een andere bestemming gekregen. Met het pontje steken we de Maas over. In duizenden jaren heeft de loop van de Maas, een regenrivier, haar loop verlegd. Natuurgebieden zoals Schuitwater bleven achter, de bedding verveende. Door de winning van turf ontstonden de langgerekte watergangen. Aan de overkant van de Maas lopen we de uiterwaarden van Océ-Weerd in waar galloways grazen, maar vandaag zien we alleen hun hoefafdrukken.

Het is gaan regenen en met gebogen hoofd lopen we naar de kapel van Genooi. Het is niet de eerste keer dat we hier zijn, ook het Maaspad loopt hier langs. Het is een bedevaartplaats. De kapel uit 1631 is in 1916 uitgebreid door architect Cuypers, zijn hand is duidelijk zichtbaar. Eén kapel bleek niet genoeg blijkbaar, want ernaast staat een 2e, halfronde kapel. Via de Maascorridor lopen we langs de rivier naar Venlo.

Veel oog voor de monumenten hebben we niet, het is nat en grijs. Desondanks vallen de statige herenhuizen en mooie markante gebouwen wel op, evenals de parken en de parade, een tot koopgoot omgetoverd beekdal en het stadhuis. Vandaag zijn de winkels open na de de afgelopen lockdown, maar de horeca is nog steeds gesloten. De tocht was zwaar over de modderige paden in de bossen en de vette, zompige klei in de uiterwaarden. Bus 88 brengt ons terug naar Swolgen, waar we de auto oppikken. Vervolgens rijden we door diverse dorpjes, op zoek naar een bakker waar we een vlaai kunnen kopen, maar helaas lijken alle bakkerijen gesloten te zijn. Uiteindelijk scoren we bij de Jumbo in Wansum een vlaai, niet de echte ambachtelijke waarschijnlijk, maar hij smaakt prima.