SÃO MIGUEL

8 juli 2021

Onderweg zijn geeft een gevoel van vrijheid en roept spanning op. Hoe zal de reis verlopen, hoe ziet onze nieuwe bestemming er uit? Door COVID-19 waren we lang aan huis gekluisterd. Door de drastische daling van het aantal besmettingen en het forse stijgen van de vaccinatiegraad durfden we het aan nu naar de Azoren te gaan, een lang gekoesterde wens van An. De taxi brengt ons om 4 uur naar het vliegveld. Vandaag verkassen we van het eiland Faial naar São Miguel, van Horta naar Ponta Delgada. We vliegen met de SATA, die de vluchten tussen de eilanden onderhoudt. Wij zijn mooi op tijd, maar het vliegtuig is er nog niet. Met een kleine vertraging van een minuut of 10, vliegen we in 45 minuten naar Ponta Delgada, waarbij de piloot ons trakteert en over de Pico Alto vliegt, die ligt te stralen in de zon. Gelukkig hoeven we na de landing niet in de lange rij voor controle van COVID testen. We worden staande gehouden met de vraag of we van Faial komen, die we bevestigend beantwoorden en mogen dan doorlopen.

We nemen een taxi naar Residencial Sete Cidades, downtown Ponta Delgada aan de Rua do Contador. De kamer in dit 2 sterren hotel is prima, goede bedden, goede badkamer, balkon en schoon. We lopen het centrum in en eten bij een eenvoudig Portugees cafetaria heerlijke traditionele gerechten. Terug in ons hotel duiken we in bed, we zijn moe. Misschien moeten we eens een rustig dagje inlassen, we zijn tenslotte al 65+.

9 juli 2021

Rond 10 uur lopen we de ontbijtzaal in en worden al direct vermanend teruggestuurd, ‘luvas’ zegt hij, en als we hem niet begrijpend aankijken zegt hij ‘gloves’, we moeten plastic handschoenen aan. De ‘gerant op wacht’ is onverbiddelijk. Het buffet is karig, vergeleken met dat van het hotel in Horta, maar van de honger zullen we zeker niet omkomen. Over 11 dagen start ‘Project Gezond’ weer. De aanwas van 3 weken ‘a boa vida’, eten en drank in overvloed, moet er weer af. Na het ontbijt trekken we ons terug op onze kamer, Hans speelt bridge op zijn IPad, terwijl An haar dagboek bijwerkt. Als de zon doorbreekt gaan we naar de haven en liggen uren op het betonnen strand. Het is er druk, veel jeugd en eigenlijk alleen maar locals. We zitten op de aanvliegroute van het eiland en zien het ene na het andere vliegtuig laag overkomen.

Als onze botten echt pijn gaan doen taaien we af. Bij Ilha Verde informeren we naar een huurauto, maar de prijs is absurd hoog in vergelijking met de auto’s die we via hetzelfde bedrijf huurden op Terceira en Faial. In het hotel belt de receptioniste João, een kennis van haar, die ook auto’s verhuurt. We maken een deal en morgenochtend om 10 uur zal hij de auto afleveren bij het hotel. Een kleine Toyota. We gaan het zien. We lopen terug de stad in voor een drankje. De terrassen zijn vol, het is gezellig druk in Ponta Delgada. Er zijn hier duidelijk meer toeristen dan op de andere twee eilanden, maar ook veel bedelaars! Morgen gaan we weer op avontuur, nu gaan we op zoek naar een eettentje. Op NU.nl lezen we dat Rutte en De Jonge de regels weer aanscherpen tot 13 augustus.

10 juli 2021

Soms zijn er van die dagen, en vandaag was het er zo één, dat er van alles mis gaat. Alleen de keuze voor het restaurant O Museu pakt echt goed uit, de Risotto van zeevruchten voor Hans, de Bacalhau voor An, de wijn en het gedeelde ananastoetje waren echt voortreffelijk.

Er voltrokken zich geen rampen, eigenlijk verre van dat. Om 10 uur werd onze Toyota Yaris afgeleverd bij het hotel. An is de piloot, want die kan geen kaart lezen zegt Hans en Hans is de co-piloot, want die kan niet rijden zegt An. Maar samen zijn we toch een goed team. Het valt nog niet mee om de stad uit te komen, smalle straatjes, eenrichtingsverkeer en weinig aanwijzingen, maar we weten toch op de snelweg te komen. De eerste teleurstelling van vandaag, het karakter van het eiland is door de aanleg van de snelwegen in de rotsen met mooie fly-overs een forse verandering met dik 35 jaar terug, volgens An. Dieper het land in vind je nog wel de oude wegen, vol kuilen en putten en zonder markering. We gaan hike no. 15 uit ons boekje maken, van de Pico do Ferro naar het Lagoa das Furnas. Vanaf de Pico do Ferro hebben we een fantastisch uitzicht over het kratermeer en de zwavelhoudende hete bronnen onder ons.

Met moeite vinden we het beginpunt van de wandeling op onze GPS, maar rood/gele aanwijzingen zien we niet. We volgen via de GPS het pad, staan aan de rand van de spectaculaire waterval en lopen na een half uurtje dood tegen een hek en een overwoekerd pad. Het pad is jaren terug al opgeheven, vertelt de dame bij de  Informaçãos ons later. We keren teleurgesteld om, rijden met onze Yaris naar Furnas en rijden diverse keren door het dorp voordat we uiteindelijk de goede afslag vinden naar het kratermeer. De aanwijzingen zijn beroerd en kloppen niet met het kaartje van het eiland. Dit, en An die niet luistert, werkt op Hans zijn zenuwen, hij raakt geïrriteerd. Bij het kratermeer krijgen we geen 65+ korting, maar moeten het volle bedrag van € 3,- p.p. betalen. Naast de fumarolen zien  we de putten waarin de Cozido das Furnas (varkensvlees, kip, linguiça, morcella, aardappelen, zoete aardappelen, peen en kool) in circa 6 uur wordt gestoofd.

Aan picknicktafels zit een grote groep Portugezen te smullen. An knoopt een praatje aan en we worden uitgenodigd te proeven, het is heerlijk. Opnieuw cirkelen we met onze Yaris meerdere keren door het dorp voordat we de heetwaterbaden Dona Beija vinden. Een parkeerplaats vinden was al een dingetje, maar we blijken ook nog te moeten aansluiten in een flinke rij wachtenden voor ons, om vervolgens 1,5 uur naar binnen te mogen. Hier hebben we geen zin in, dan maar niet. Opnieuw verdwalen we en vinden we de R-1-1 met veel moeite, de sfeer in onze Yaris is wat kil. Castelo Branco is ons volgende doel. Het weer slaat om, we rijden in de wolken en het regent. Het Castelo rijden we, zonder daar erg in te hebben, voorbij. Als we afslaan om naar het Lagoa do Congro te rijden, gaat de smalle, verharde en steile weg al snel over in onverharde met hele diepe kuilen. Als we twijfelen of we door zullen rijden, komt er een auto achter ons aan en een auto ons tegemoet. We kunnen geen kant op wijken uit naar een weiland. De bestuurder achter ons rijdt door en heeft flinke schade aan de onderkant van zijn huurauto. Wij houden het voor gezien vandaag en keren terug naar ons hotel.

11 juli 2021

We worden gewekt met een fantastische regenboog vandaag. Na het ontbijt, met helaas geen eitje op zondag, rijden we naar het noorden. Het weer is somber, het miezert. We rijden langs de kust. In Rabo da Peixe stoppen we voor koffie en kopen een broodje voor vanmiddag. Het is nog vroeg, maar voor de kroeg, tegenover de bakker, hangen mannen rond op straat, al dronken of flink aangeschoten. In ieder dorp zien we voor de kroegen mannen staan met flesjes Sagres in hun hand. Mannen met ruwe, verweerde, diep gegroefde gezichten. De armoede straalt je tegemoet. Doordeweeks werken ze hard voor weinig en zondags zuipen ze met hun dorpsgenoten. Als je naar hun gezichten kijkt, zie je dat het leven hier zwaar is. De huizen zien er, ondanks de felle kleuren, armoedig uit.

Langs de kust is het mooi, zelfs bij dit grauwe weer met laaghangende bewolking en als het miezert. Mooie baaien met zelfs zandstranden. We rijden naar Rota do Chá en stoppen bij de in 1883 opgerichte theeplantage en fabriek Chá Gorreana. We drinken er een kop thee en maken de wandeling van 3,4 km door en langs de plantages, 170 m omhoog en omlaag.

De thee wordt hier machinaal geoogst en niet, zoals we op Java zagen, met de hand geplukt. Hier zijn de arbeidskrachten waarschijnlijk toch duurder. We eten onze broodjes met kaas van São Jorge op en rijden door naar Salto do Cavalo, van waar we een fantastisch uitzicht hebben op Furnas, het kratermeer en de zuidkust van São Miguel.

Over een steile, in slechte staat verkerende weg, dalen we langzaam af naar Povoaçao. Was het boven koud en vlogen de wolken in flarden om ons hoofd, in Povoaçao schijnt de zon en is het warm en gezellig druk in het kleine plaatsje. Het is zondag, de locals flaneren langs de kade, zitten op de terrasjes of liggen bij het zwembad en strandje. Na enige aarzeling nemen ook wij een duik in de oceaan. Het water is heerlijk van temperatuur. We kleden ons weer om en vinden een plekje op een terras, voor een hapje en een drankje.

We kijken onze ogen uit hier, wat een pluimage. Op de kademuur zitten 2 jonge macho’s met bier, sigaretten, zonnebrillen en een gettoblaster, jonge meiden flaneren uitdagend voorbij. We zien vaders met een peuk in de mond en een biertje in de hand, jonge en vaak te dikke moeders met kleine kinderen en verwijfde nichten met waaiertjes. Voor ons zit een oude, dikke man te rochelen, hij is flink aangeschoten. Even later staat hij op, loopt naar de kademuur en begint daar spontaan, met zijn broek nog aan, te zeiken. De twee macho’s proberen zich over hem te ontfermen, maar tevergeefs. De man keert waggelend terug naar zijn tafeltje op het terras. Het is illustratief voor de armoede die hier heerst.

Terug moeten we over Furnas, waar we alsnog de warmwaterbronnen bekijken. Het schemert als we Ponta Delgada inrijden. Nadat we de auto geparkeerd hebben duiken we nog even de kroeg in voor een afzakkertje en zien Italië, na penalty’s, winnen van Engeland, waarna we er uit gezet worden, want om 10 uur gaat alles hier dicht, een coronamaatregel.

12 juli 2021

Onze eerste stop is bij het uitzichtpunt van Relva vanmorgen. De zon schijnt en er waait een stevige bries vanuit het zuiden. Een vliegtuig zet de landing in.

In de rommelige dorpswinkel van Covoada kopen we broodjes en kaas voor de lunch, en drinken aan de bar koffie, dit alles tegen de vooroorlogse prijs van € 2,69. Ons doel is Lagoas Empadadas, maar het duurt even voordat we de goede weg te pakken hebben. We slaan op een gegeven ogenblik links af en raken verstrikt in een bomvolle parkeerplaats. Mensen blijven toch doorrijden en alles staat muurvast; voor ons ligt een bospad, achter ons staat een flinke rij auto’s bumper aan bumper en rechts is een heel, heel erg steil pad, vol gaten, kuilen en losse stenen, dat leidt naar een peilloze diepte. Vanaf het bospad komt ons een auto tegemoet langs de rij geparkeerde auto’s. De man wijst geïrriteerd dat wij naar rechts moeten, de peilloze diepte in, zodat hij er langs kan. We kijken in de diepte en An zegt dat ze dat niet gaat doen! De man wordt duidelijk boos als we blijven staan en rijdt zelf achteruit de diepte in en parkeert zijn auto daar. Een vrouw zegt dat we verder op het bospad kunnen draaien, dat heeft haar man ook gedaan. Met de nodige moeite lukt dat uiteindelijk en we rijden terug naar de onheilsplek. Nog steeds proberen auto’s een parkeerplek te vinden en komen ook voor de afgrond te staan. We kunnen geen kant meer op. Een jonge kerel probeert beetje bij beetje zijn huurauto te draaien en het is bijna gelukt als hij de controle verliest en de auto achteruit de afgrond induikt. Na een meter of 5 weet hij de auto gelukkig tot stilstand te krijgen. Mensen kijken geschrokken toe. Nu kunnen wij zonder probleem langs de afgrond, weg van deze onheilsplek. Bij Lagoa Empadadas vinden we gelukkig een parkeerplek, het is bewolkt en fris, maar het uitzicht is goed.

Het is een schitterende wandeling, een alpenlandschap met rechts en links de oceaan. De kleuren van het mos, het groen van de varens en de planten zorgen voor organische mozaïeken in natuurlijke kleuren. De meertjes zijn idyllisch. Inmiddels raken de toppen in de wolken en wordt het zicht steeds minder. Het pad is goed onderhouden, in het bos zijn bruggetjes en trapjes aangebracht. Alleen langs het Lagoa Rasa liggen omgewaaide sparren. We lunchen bij het mooie Lagoa do Canário en voeren de karpers. Op de Miradouro do Cerrado das Freiras bewonderen we het Lagoa Azul en Lagoa Verde van Sete Cicades.

An moet haar herinnering van ruim 35 jaar terug, op die stralende dag dat de zon het blauw en het groen van de meren deed schitteren, maar vasthouden, nu hangen de wolken laag en is het grauw. We vervolgen onze weg naar Ponta da Ferraria, een heetwaterbron aan de kust, waar de zon weer volop schijnt. Via de steile weg gaan we zigzaggend in de eerste versnelling naar beneden, waar de golven woest stuk slaan op de steil uit zee rijzende kliffen.

De Therme blijkt een natuurlijke baai van lavarotsen en grote stenen. Het water is niet koud, maar zeker ook niet warm. Later wordt ons verteld dat bij rustig weer en eb het water echt lekker warm is. Maar nu is de zee te onrustig, je moet je aan touwen vasthouden, anders sleuren de golven je mee naar binnen en naar buiten. We vinden een mooi plekje tussen de rotsen en komen in het zonnetje bij van de enerverende dag. Het is al 6 uur geweest als we terugrijden. Onderweg stoppen we bij een locale kroeg, waar toeristen blijkbaar nooit komen, voor een wijntje voor de co-piloot en water voor de chauffeur. Na een snelle douche lopen we de stad in en eten bij Café Central. Het conceptprogramma voor morgen is klaar, maar …., An loopt hopeloos achter met haar dagboek met herinneringen van een oud Azoren reizigster, en de vermoeidheid bij de 2 ouwetjes slaat toe. We genieten volop en zijn dagelijks toch zo’n 9 uur onderweg, veel beweging, veel indrukken en weinig rust.

13 juli 2021

Een man met een plan, maar wat is een man zonder plan, een avonturier, iemand die iets aan het toeval overlaat en dat is lastig voor een autist als Hans. Het begon al bij het tankstation waar we wilden tanken. De pompen waren hinderlijk geblokkeerd door hoge ladderwagens, dus het tanken ging niet door. Capelas is ons doel. In de haven werden vroeger, tot ergens in de jaren 70 van de vorige eeuw, de walvissen aan wal getrokken waar ze in stukken werden gesneden (An heeft dit jaren terug, toen ze nog een jonge meid was, een keer op Pico gezien). Tegenover de haven stond de fabriek waar het vet gewonnen werd en de beenderen werden vermalen tot veevoer.

Alleen de takel, nu een hoop oud roest, en de schoorsteen herinneren nog aan die tijd. Bij een volgend uitzichtpunt komt met een hoop getoeter de visboer de straat in gereden. De klanten stromen toe. Een jonge knul spreekt ons aan, of we toerist zijn en of we via een QR code wat vragen willen beantwoorden, voor zijn master toerisme. Hij vraagt of we weten dat de eerste walvisfabriek van São Miguel niet in de haven van Capelas was, maar op een half uurtje te voet van hier, waar ook de wasplaats is. In plaats van in Mosteiros, besluiten we dan maar hier onze hike te maken; plan Mosteiros gaat in de koelkast of in de prullenbak, we zien wel wat het wordt. We beginnen bij de kleine vuurtoren. Als we naar beneden lopen raakt An in gesprek met een oude man. Met een vettige bril op zijn verweerde gezicht zit hij op een muurtje voor zijn geel geverfde huisje en staart uit over de zee. Enthousiast vertelt hij over de jaren dat hij gevaren heeft en hoe hij nu van zijn pensioen geniet, 75 jaar is hij. Ooit was hij zelfs in Cadiz en Dover geweest. Hij vertelt dat São Miguel dan wel het grootste eiland is, maar dat Terceira, Faial, Pico en Gracioso ook schitterend zijn. Hij verheugt zich op de boottocht die hij eerdaags gaat maken met zijn vrouw, kinderen en kleinkinderen. Het wordt een culinair uitje, waarbij ze op één dag op elk eiland een maaltijd krijgen. We nemen afscheid en vervolgen de wandeling naar de restanten van de eerste walvisfabriek en eindigen bij de wasplaats waar de vrouwen van Capelas hun was deden. In 1836 heeft de burgemeester van Ponta Delgada een drinkwaterleiding naar de fontein van de wasplaats geopend.

Het water stroomde in de bakken waarin de vrouwen hun was deden, terwijl de kinderen speelden en de mannen in de visfabriek de walvissen verwerkten. Ook wij staren gebiologeerd uit over de zee, naar het ononderbroken beuken van de golven op de rotsen. De zee houdt je gevangen en blijft trekken. Als we teruglopen naar onze auto duiken we dorstig café-restaurant Canto do Cais in, een gezellige kroeg met houten banken en schragen tafels. We laten ons verleiden door de Chicharro’s op het dagmenu, gekruide en gebakken jonge makreel, en een plateau met kazen van de eilanden. Voor de piloot 2 mineraalwater, voor de co-piloot met het inmiddels in duigen geslagen plan 2 glazen rode wijn en koffie toe, voor net € 15,-. Voldaan vervolgen we onze weg naar Caldeira Velha, de warm waterbron. Het is inmiddels kwart over 4 als we ons aansluiten bij de rij wachtenden. Een bewaker vertelt ons dat de baden om half 6 sluiten en dat er na half 5 niemand meer toegelaten wordt. Hij geeft ons de tip morgenochtend om 9 uur terug te komen. Teleurgesteld druipen we af.

Langs het schitterende Lagoa do Fogo rijden we naar de kust, Hans moet zwemmen, dat deel van het plan kan hij echt ook niet nog eens laten vallen. Hij stuurt de piloot over de kortste weg, stapvoets over een niet geasfalteerd, stoffig en smal pad door de bergen en net als de piloot opmerkt dat het maar goed is dat er geen tegenliggers zijn, duikt een tractor op. In Caloura parkeren we de Yaris voor de mooie Convento, helaas kunnen we niet binnen een kijkje nemen. Bij het zwembad wappert de rode vlag, de golven beuken over het zwembad op de rotsen. Er mag niet worden gezwommen en de strandwachten zitten er werkeloos bij. Maar Hans laat zich niet weerhouden en duikt de beschutte haven in, waar nog een aantal mensen zwemmen. Eenmaal terug bij het hotel trakteert hij de piloot op een heerlijk koud biertje, dat heeft ze vandaag wel verdiend, vindt hij.

14 juli 2021

Thuiskomen zonder een warmwaterbad is ondenkbaar. De tip, om om 9 uur bij de ingang van de Caldeira Velha te staan, slaan we in de wind. Te vroeg voor ons. Om 11.15 staan we in de rij, de voorspelling is 1,5 tot 2 uur wachten, maar daar zijn we op voorbereid, we hebben boeken meegenomen. In verband met Corona mogen er niet meer dan 50 mensen tegelijk in de baden. In minder dan 45 minuten zijn we binnen en voor de helft van de prijs, het voordeel van 65+ zijn. We mogen 2 uur naar binnen en dat is ook ruim voldoende.

De ligging en entourage van de baden is fraai. We beginnen bij het hoogstgelegen bad met een kleine waterval. De temperatuur valt tegen, 26°C. Het volgende bad is niet toegankelijk, het water kookt hier. De 2 lager gelegen baden zijn lekker warm. Het was de 45 minuten wachten zeker waard. We rijden door naar Nordeste, het uiterste punt van São Miguel in het oosten, waar we een weinig geïnspireerde hap eten, op tafel gesmakt door een chagrijnige uitbater, die beter een vak had kunnen leren dan in de voetsporen van zijn voorouders te treden. Het wordt tijd voor wat beweging en we rijden door naar Salto de Prego. Stijgen en dalen op bochtige smalle wegen. Het is uitkijken geblazen, zowel de piloot als de co-piloot zitten te knikkebollen. We maken lange dagen, misschien maar weer eens een dagje gas terugnemen. We komen veilig in het kleine dorpje aan, de waterval ligt op 2 km lopen, flink klimmen over kleine beekjes en rotsen, maar na 3 kwartier staan we voor de schitterende, in het bos verscholen waterval.

Het water stort in een klein meertje. Sommige helden nemen een duik in het ijskoude water, wij bedanken voor de eer. Via Furnas rijden we weer terug naar ons hotel in Ponta Delgada. Het is ondertussen al weer bijna 8 uur en we besluiten direct een hapje te eten bij Restaurante Super Prato. Een mooie tent vlak bij ons hotel, goede bediening, wel wat aan de prijs, maar de kwaliteit-prijs verhouding is prima. Hans sluit af met koffie en zijn favoriete drankje hier, amendoã amarga, amandellikeur, An met verse ananas van São Miguel, die verrukkelijk zoet is en onovertroffen.

15 juli 2021

Vanaf het dakterras van ons hotel kun je mooi over Ponta Delgada uitkijken. Rond de bergen, meer landinwaarts, hangen nog de wolken, boven de stad is de hemel helder. Het is zacht, windstil en de temperatuur is zeer aangenaam. We raken gehecht aan ons Residencial Sete Cidades, eenvoudig maar brandschoon. Dagelijks worden lakens en handdoeken verschoond. Jammer dat het einde in zicht komt. Vandaag doen we het wat rustiger aan. Als eerste gaan we naar de ananasplantage Santo Antonio, onderhoudend en leerzaam, nooit gedacht dat het 2 tot 2,5 jaar duurt voordat de ananas rijp is en hoe vaak de plant verpoot en behandeld wordt.

Het is warm vandaag en dus stil op de plantage. Het is het drukst als het regent, met dit weer gaan de mensen naar het strand, zegt de gids. Ook bij de Ermide da Nossa Senhora da Paz, een Bedevaartskerk die oprijst boven Villa Franca, is het stil. In de 16e eeuw heeft een herder hier Maria gezien. Hij vond een beeld van haar in een grot. Een symmetrische trap met tegelplateau’s die het leven van Maria tonen, voert naar de kapel, waar we een kaarsje branden voor iedereen die ons lief is.

Onder aan de trappen zien we de Jacobsschelp van de Orden del Camino de Santiago, 1539 km. Zou er een camino zijn van hier naar Santiago? Als we thuis zijn gaan we het uitzoeken. We wandelen nog wat door het stadje, bekijken de 2 tegenover elkaar liggende kerken en de Ermida de Santa Catarina.

We gaan als laatste stop voor vandaag op zoek naar een strand. Op alle bewaakte strandjes vind je douches en toiletten, brandschoon, en zitten er 2 lifeguards. Het zand is zo heet dat je er amper over kunt lopen, het water lekker fris met een sterke stroming. Als we heerlijk op onze handdoeken liggen te dommelen slaakt An een ijselijke gil, ze wordt aangevallen door lagarto’s, muurhagedissen, die over haar heen lopen als opstapje naar de rotsmuur. Je begrijpt dat het kamp onmiddellijk wordt opgebroken en verplaatst.

Opnieuw gaan we ons ’s avonds te buiten aan een heerlijke maaltijd en een fles witte Picowijn bij Super Prato. Als de nacht valt, is het stil in de stad. Voor de naast ons hotel gelegen bakkerij wordt hard gewerkt en zoete geuren stijgen op. Iedere avond om 10 uur gaat de winkel open. Er staat al een lange rij wachtenden voor de deur.

16 juli 2021

Het hoogtepunt van vandaag is één van de meest fantastische uitzichten op de Azoren, de Lagoa Verde en Lagoa Azul van Sete Cidades. Op het internet zoeken we op waardoor het kleurverschil wordt veroorzaakt, terwijl beide meren toch met elkaar in verbinding staan. Het blauwe meer is diep, het groene meer is ondiep en door de lichtinval tot op de bodem is hier meer leven, groene algen.

We dalen af naar het dorpje Sete Cidades, bekijken de kerk en drinken wat bij het Casa do Povo, het gemeenschapshuis. Bij de wijn krijgt Hans een hard gekookt ei uit het zuur, met een sausje van pimente, dé plaatselijke lekkernij, naar hij vindt er niet veel aan. Op het terras zitten mannen met een biertje. In de verte gaat een telefoon. De stevige, ronde vrouw van één van de mannen komt aangesneld met zijn telefoon en wacht op gepaste afstand tot het gesprek beëindigd is, neemt de telefoon weer over en gaat terug naar huis, terwijl hij zijn biertje weer oppakt. Wij rijden door naar João Bom, een klein plaatsje van waar je een mooie wandeling kunt maken naar Ponta dos Mosteiros. Als we de route op het bord bestuderen valt ons oog op het bordje dat de route tijdelijk is gesloten. Als het dan ook nog gaat regenen besluiten we het voor gezien te houden vandaag.

Op de terugweg tanken we de Yaris af en leveren de auto ongeschonden af bij de receptie van ons hotel. Terwijl Hans een tukkie doet, schrijft An haar memoires van nu en toen in haar dagboek. We besluiten vanavond, voor de derde keer op rij, bij de Super Prato te eten en opnieuw weet hij ons te verrassen met overheerlijke gerechten. Hans proeft de Lapas, een soort mossel die volgens de locals alleen op de Azoren te krijgen is.

17 juli 2021

Op aanraden van de vriendelijke receptioniste van ons hotel lopen we eerst naar de overdekte markt, waar we een kleurrijke verzameling van fruit, groente, kruiden, vlees en vis aantreffen.

Na de jacht op souvenirs voor Michelle en Velicia en natuurlijk voor ons ‘Kabinet der Grensverleggers’ gaan we cultuur snuiven. Ponta Delgada kent drie, met elkaar verbonden musea. Entree moet je telkens apart betalen, € 1,- p.p. voor ons als 65+. Het eerste museum richt zich op de religieuze kunst met als kloppend hart een werkelijk schitterende kerk, met een wel heel bijzonder fors, maar fijn bewerkt houten altaarstuk en mooie betegelde wanden.

Op de verdieping van het gebouw naast de kerk een tijdelijke tentoonstelling van André Almeida e Sousa, een figuratief werkende Portugese kunstenaar. Het tweede museum dat we bezoeken geeft ruimte aan haar vaste bewoner Canto da Maya. Het beeld van Adam & Eva in het paradijs is om stil van te worden, zo treffend. De fel realistische werken en zelfportretten van Domingos Rebêlo zijn adembenemend. De sfeer die hij oproept in zijn schilderijen van de Azoren zijn heel herkenbaar.

Beide kunstenaars zijn afkomstig en werkzaam geweest op de Azoren, maar overleden in Lissabon. Het derde museum bezoeken we morgen, dan is het namelijk gratis. Op het terras van Café Central genieten we in het zonnetje van een goed glas wijn, heerlijke queijo van São Jorge en bolo lêvedo, zoet brood, gegrild met olijfolie en knoflook.

We dwalen nog wat door de stad, langs de boulevard en het zwembad en keren dan terug naar ons hotel, waar Hans zijn derde boek van deze vakantie uitleest. De geschiedenis van mijn seksualiteit van Sofie Lakmaker, waarvan de laatste 25 bladzijden inderdaad verpletterend zijn, terwijl An op Netflix een aflevering van Stateless kijkt en haar dagboek nog bijwerkt.

18 juli 2021

Op onze laatste volle dag op de Azoren beginnen we bij Museu Carlos Machado, het derde museum, gevestigd in een oud nonnenklooster.

In het museum raken we aan de praat met een suppoost. Geboren en getogen op het vaste land, maar 15 jaar terug heeft hij zich op São Miguel gevestigd, vanwege de kwaliteit van het leven hier. Wij geven hem geen ongelijk. Het hele jaar door schommelt hier de temperatuur tussen de 20 en 25°C en kun je zwemmen in de oceaan. Het inkomen is laag en de prijs voor een eenvoudige woonruimte relatief hoog. Veel huizen zijn in erbarmelijke staat en als ze opgeknapt worden, worden ze verhuurd aan toeristen. Ze hebben warmwaterbronnen, zoals op IJsland. Het hele jaar door schijnt de zon en waait de wind, maar zonnepanelen en windmolens zie je niet. Volgens de suppoost is het hier, net als in Spanje, dat als je zelf energie opwekt met zonnepanelen je extra belasting moet betalen. De energieleverancier is een monopolist. Het gas komt via een pijpleiding op de zeebodem vanaf het vasteland. Veel misstanden dus en als je er lang over nadenkt, wordt je er onrustig van. Het museum heeft een enorme collectie opgezette dieren, waarvan er veel hier niet eens voorkomen. De verzameling is opgezet in de vorig eeuw door een biologieleraar om zijn lessen te illustreren. Op de eilanden komen zelfs geen slangen voor. Ook waren er geen muizen en ratten op de Azoren, maar die kwamen als ongenode gasten mee op de Portugese schepen. Om ze te bestrijden hebben ze later fretten ingevoerd. Ze kennen buiten de vele vogels en vissen eigenlijk alleen de muurhagedis en één soort kikker, die zich goed laat horen.

Vervolgens slenteren we door de botanische tuinen van António Borges en José do Canto. In de tuinen staan prachtige grote bomen van over de hele wereld. Buiten het park zijn dames bezig met hun yoga oefeningen.

Op het terras van café Central eten we een bagel met zalm en drinken daarbij witte wijn. In het natuurlijke zwembad aan de boulevard neemt Hans nog een laatste duik in de oceaan en op de terugweg naar het hotel pakken we op een terrasje in de schaduw nog een biertje om de dorst te lessen.

Het slotakkoord is het inpakken van de koffers, voordat we nog één keer bij de buurman gaan eten. Maar helaas, die is gesloten op zondag. We gaan naar O Museo en bestellen een Museuzinha, een typisch gerecht van brood waartussen rundvlees en varkensvlees en waarover gesmolten kaas en room, geserveerd met patat. Een hele hap dus. We gaan terug naar ons hotel, morgenochtend om half 5 loopt de wekker af en om 5 uur rijdt de taxi voor om ons in 10 minuten naar het vliegveld te brengen. Het vliegveld is dichtbij, vanuit onze kamer zie je de start- en landingsbaan zelfs liggen en de vliegtuigen bij westenwind vertrekken. Maar om 20:39 ontvangen we een sms van TAPPORTUGAL, waarin ze aangeven dat onze vlucht morgen gecanceld wordt vanwege stakingen van het grondpersoneel en dat we niet naar het vliegveld moeten komen. We zullen nadere instructies per mail ontvangen. De receptioniste van ons hotel weet te vertellen dat er dit weekend stakingen waren door het grondpersoneel in Lissabon, maar dat die nu voorbij zijn. Omdat we geen verdere informatie van TAP op de mail kregen, adviseert ze ons toch naar het vliegveld te gaan morgenochtend.

19 juli 2021

Om half 5 vanmorgen krijgen we de wake-up call en om 5 uur zitten we in de taxi met, we vermoeden de oom van Max Verstappen, en in minder dan 10 minuten staan we op de luchthaven. We sluiten aan bij de rij gedupeerden. De vlucht is inderdaad gecanceld en we zijn nog niet overgeboekt door TAP. We krijgen een voucher voor de taxi, een hotelovernachting, lunch, diner en ontbijt en moeten ons morgen weer melden op het vliegveld voor meer informatie en nieuwe vouchers. De taxi brengt ons naar het 4 sterren hotel Azoris, vlakbij het vliegveld, waar we om 7 uur inchecken en lekker een fris bed induiken.

Het is een mooi hotel, goede, ruime kamer met balkon. Om half 1 melden we ons in het restaurant voor de lunch, we hebben zo zachtjes aan trek gekregen. Als voorgerecht kunnen we kiezen uit tomaat met verse kaas en sla of groentesoep, het hoofdgerecht is kip met aardappeltjes of vis met broccoli en rijst. Het toetje slaan we over. Er wordt witte of rode wijn geschonken en water. In de middag hangen we wat rond bij het zwembad, lezen, kijken Netflix en niet veel meer. Het diner blijkt een uitgebreid buffet te zijn, en ook nu is de wijn en koffie inbegrepen. Als we een licor de maracujá en amendoã amarga bij de koffie bestellen komt de ober ons waarschuwen dat we dat zelf moeten afrekenen. Ondertussen hebben we het idee dat onze vlucht naar Lissabon 22 juli om 09:15 is; voor de vlucht van Lisboa naar Amsterdam is nog niets bekend. Morgenochtend na het ontbijt gaan we met onze koffers weer naar de luchthaven en we laten het gewoon over ons heen komen. Ons hoor je niet klagen.

20 juli 2021

Bonusdag 2: Laat alles van je afglijden, maak je niet druk, geniet van het moment. Zijn het tegeltjeswijsheden? Wij hebben geen verplichtingen, de tandarts is afgebeld, thuis wacht niemand op ons, waarom zouden wij ons dan druk maken! Na het ontbijt vertrekken we bepakt en bezakt naar het vliegveld. Ons vermoeden wordt bevestigd, donderdag 22 juli vliegen we om 09:15 van Ponta Delgada naar Lisboa. Opnieuw worden we geparkeerd in het 4 sterren Hotel Azoris, nou, je kan het slechter treffen. Over onze vlucht van Lisboa naar Amsterdam is nog geen nieuws. De medewerkster van SATA kan geen contact opnemen met de TAP, we kunnen afwachten of zelf bellen. Twee uur later, want zo lang duurde het telefoontje waarvan we voor zeker driekwart in de wacht hingen, is de vlucht naar Amsterdam geregeld voor vrijdag de 23e om 14:40, aankomst Schiphol rond 18:40. We nemen er nog maar geen vergif op in.We krijgen opnieuw kamer 351, alles is verder hetzelfde, alleen moeten we vanaf nu de lunch gebruiken in de koffieshop, omdat wij de enige 2 overgebleven verstekelingen van de gecancelde vlucht zijn. We proberen een excursie walvis- en dolfijnenspotten te boeken, maar die zijn geschrapt vandaag, te hoge golven. De grot die we willen bekijken kan alleen met gids en is volgeboekt, maar daar kunnen we voor morgenmiddag nog reserveren. De lucht is ondertussen betrokken en het waait flink. We lopen de stad in en ontdekken een gedeelte van Ponta Delgada dat we tot nu toe nog niet hadden gezien, evenals de talloze restaurantjes die hier zijn. We bezoeken Paroquial de São José, met ook weer de prachtige betegelde wanden, de in de bloemen gezette São João, de beschermheilige van de Azoren, terwijl buiten Madre Teresa de wacht houdt.

Omdat het blijft regenen bezoeken we het Fort waarin het militaire museum van de Azoren is gevestigd, in de hoop dat we droog lopen en dat we naar het toilet kunnen.

Het 2e is geen probleem maar helaas worden we toch nat. We lopen naar de grote kerk op het centrale plein die nu zowaar open is. We slenteren verder en vragen ons voor de zoveelste keer af, waar al die souvenirwinkeltjes toch van bestaan.

Terug in het hotel lezen, schrijven we en kijken Netflix tot half 9 en het tijd wordt voor het diner, met als klapper An’s favoriete potje, bacalhao. Fantastisch om op zo’n ontspannen manier de indrukken van de afgelopen weken te verwerken en tot rust te komen.

21 juli 2021

Bonusdag 3: Het is vanmorgen erg druk aan het ontbijt, het hotel zit goed vol. We bemachtigen de laatste ligstoelen aan het zwembad, lezen wat en nemen een verfrissende duik. Onze lunch wordt op het terras bij het zwembad geserveerd. Om half 4 heeft de receptioniste van het hotel de excursie in de Gruta do Carvão voor ons geregeld. Meters onder maaiveld bevindt zich de lavatunnel. Niet één, maar enkele tunnels boven elkaar. De lava stroomde door de tunnel naar de zee, stolde en bij een volgende eruptie stroomde een nieuwe laag naar zee. De lavastromen zijn goed te zien. De lava is niet stabiel, brokken zijn afgebroken en liggen in de tunnel, de stalactieten van lava, ontstaan tijdens de afkoeling, worden dan zichtbaar. De enige echte stalactieten zijn van silicaat, klein omdat ze zeer langzaam groeien. De lava kleurt hier en daar bruin door ijzer, die afkomstig is van de basalt. De gele kleuren zijn volgens de gids bacteriën, de penicillinebacteriën. Ik twijfel. Het gat van de bovenste tunnel naar het maaiveld is dicht gemetseld omdat mensen hier hun afval door gooiden. Jammer dat ze daar geen andere oplossing voor hebben gezocht.

De tunnel is 5 km lang, hier en daar versperd. Als je voor de lange excursie kiest, kun je in 2 tot 3 uur ruim 800 meter in zuidelijke richting en 200 meter in noordelijke richting op handen en voeten, kruip door, sluip door, exploreren. Wij staan na ruim een half uur weer buiten, het haarnetje is verdwenen in de vuilnisbak, de helmen in een bak om gereinigd te worden voor de volgende bezoekers. Gingen we heen met de taxi, terug slenteren we rustig terug naar de stad en pikken onderweg nog een terrasje. Wat zullen we dat gaan missen, zomaar een kroegje inlopen, een glas rode wijn en een biertje van de tap bestellen en dan slechts € 2,— afrekenen. Niemand heeft haast, je kan blijven zitten zo lang je wilt.

We zien nog een mooi klooster achter ons hotel en schieten nog wat plaatjes van de tegelplateaus op de muren van de huizen.  Terug in het hotel pakken we de koffers weer in, want als het gaat zoals het moet gaan, vliegen we morgen naar Lisboa.

22 juli 2021

Bonusdag 4: Het is toch spannend, gaat ie of gaat ie niet. Maar de TAP vliegt ons vanmorgen keurig naar Lisboa en komt zelfs 10-15 minuten eerder aan dan gepland. So far so good. Het duurt echter bijna een uur voordat we onze koffer hebben. Wellicht nog langzaamaan acties van het grondpersoneel na de staking van het afgelopen weekend, wie weet. In ieder geval staan overal rijen dik koffers, ingecheckt op 17, 19, 19 en 20 juli, die tevergeefs wachten op hun eigenaar, of eigenaren die op hun beurt al 5 dagen wachten op hun koffers.

We hebben een kamer geboekt in het Star Inn Hotel, op nog geen 200 meter van het vliegveld. Zelden hadden we zo’n praktisch ingerichte kamer, het enige dat ontbreekt is een stoel bij het bureau. In Lissabon is het veel warmer dan op de Azoren. We hebben vandaag maar één doel, Annie’s museum, en dat valt niet mee om daar te komen. Met de metro naar Alameda, overstappen naar Cais do Sodré, dan met de boot over de Taag naar Almada. Daar moeten we bus 102 hebben, maar onze dagkaart voor al het openbaar vervoer in Lisboa is hier niet geldig, blaft de chauffeur chagrijnig en stuurt ons de bus uit. Bij het informatiepunt worden we weggestuurd, de kaart is hier niet geldig, zoek het maar uit, ik ben met mijn vriendin aan het bellen of zo; als we nog durven te vragen hoe ver het lopen is snauwt hij 10 minuten en wijst naar rechts, daar moeten we heen. We gaan op pad, maar Google Maps zegt ons na 10 minuten dat het nog zeker 1,5 uur wandelen is. We gaan weer terug en vinden het informatiepunt van de bussen en zij helpen ons aan een kaartje. De bus rijdt 1x per uur en is net weg, pfff, wat een gedoe, maar uiteindelijk staan we dan toch voor het museum. De collectie is niet alleen goedkoper dan in Nederland, maar ook nog eens flink afgeprijsd. Na een uitvoerige inventarisatie wordt een keuze gemaakt en is de Desigual collectie met 5 items uitgebreid. Voordat we op de boot terug stappen, eten we in het gezellige centrum van Almada bij de haven, met een lekker wijntje erbij. In Alameda stappen we uit de metro en bij een drukbezocht park met een mooie fontein drinken we koffie met een laatste queijada en amendoã amarga.

We stappen over op de metro naar het vliegveld en wandelen naar ons hotel. Als het allemaal gaat zoals het moet gaan, vliegt de TAP ons morgen naar Amsterdam, maar met de huidige ervaring is niets zeker.

Lissabon – Schiedam

23 juli 2021

Het is TAP uiteindelijk gelukt om ons, en onze koffer, veilig in Amsterdam te krijgen. Ook op Schiphol is het lang wachten op de koffer, waardoor we ons fel begeerde Hema broodje rookworst mislopen, ze sluiten namelijk om 19:00 uur.

We nemen de Intercity Direct naar Rotterdam en scoren daar alsnog ons fel begeerde broodje. Met de tram rijden we naar Schiedam. En dan ben je weer thuis, verloren loop je rond. De koelkast is leeg. In de gang ligt al snel een flinke berg wasgoed. Morgen vieren we de 13e verjaardag van Velicia. Maandag naar Oostvoorne, daar zal wel flink wat werk in de tuin aan de winkel zijn. De weersvoorspelling is matig.

Home