VLISSINGEN – HILVARENBEEK

 

VLISSINGEN – CADZAND BAD

12 februari 2023

Het is stil als we van de Ferry komen en de nieuwe zeedijk van Zeeuws Vlaanderen oplopen. Boven onze hoofden kleurt de lucht lichtgrijs. Er staat geen zuchtje wind. De zee is stil en de golven rollen bescheiden het strand op, het is eb. Op de Ferry was het ook stil, nog geen 10 mensen, en geen auto’s meer die overvaren, die moeten al zo’n jaar of 20 omrijden, door de toltunnel, tot groot chagrijn van de Zeeuwen. Best wel begrijpelijk, want in de Randstad hoef je tenslotte voor de tunnels ook niet te betalen. Wij genieten van de stilte, maar al snel wordt het toch drukker. Voor ons liggen de Waterdunen, maaknatuur met geasfalteerde, met steenslag bestrooide paden. Via de ‘Killetje’ wordt water in- en uitgelaten. Achter de dijk is het getijverschil één meter, aan de andere kant van de dijk vier meter. Tien tegen één dat Molecaten de aanleg van de Waterdunen heeft gefinancierd. In de Waterdunen foerageren en rusten watervogels. Nu is het nog een kaal gebied en als wij langslopen vliegen de vogels verstoord op.

We beklimmen opnieuw de dijk en kijken uit over zee en zien de containerschepen met bestemming Antwerpen varen. Aan de andere kant van de dijk de talloze vakantieparken en campings, totdat we de Verdronken Zwarte Polder bereiken. In het duin sjokken we traag voort door het rulle zand met onze zware wandelschoenen. Desondanks is het een leuk stuk door de dichte begroeiing van overwegend duindoorns. De Verdronken Zwarte Polder is een echte slufter, ontstaan door de dijkdoorbraak in 1802. Over de geulen heeft de beheerder, Het Zeeuws Landschap, vlonders aangelegd. Het is vrij toegankelijk en Drentse heideschapen houden de vegetatie laag. In 2005 is de geul verdiept, maar verzanding lijkt niet te stoppen als de mens niet blijft ingrijpen. Eenmaal terug op de dijk staan we tegenover de uitzichtpunt Paalridders. In 1540 werden ter hoogte van Westkapelle ter bescherming van het land, om erosie te voorkomen, paalrijen geslagen in opdracht van Karel V, die ook zelf kwam kijken. Ze doen hun werk goed, maar hun vijand is niet de mens deze keer, maar de paalrot, door de paalworm, een schelp, die in de paal gangen graaft. De palen zijn inmiddels Cultureel Erfgoed en fotogeniek. De laatste kilometers vandaag brengen ons naar Cadzand Bad, dat een heuse metamorfose ondergaat. Belgische projectontwikkelaars realiseren hier ‘dure’ appartementcomplexen, waar ‘oud’ bouw voor ‘nieuw’ moet wijken. De prijzen van de appartementen liggen rond de 6 tot 8 miljoen euro’s. Het ziet er schitterend uit, maar is slechts bereikbaar voor ‘de happy few’. Wij houden het hier voor gezien voor vandaag.

Met de haltetaxi keren we terug naar Breskens. Alhoewel we doorgewinterde gebruikers van het openbaar vervoer zijn, hadden we hier nog nooit van gehoord. We hadden op 9292 gezien dat we met de bus van Cadzand Bad konden terugkeren naar Breskens, maar mevrouw Doornbos, met een S (de arme tak, zoals ze zelf zei) die het Kustpad loopt vanaf Sluis en waarmee we aan de praat raakten deed ons uit de doeken dat het een haltetaxi is, die je 2 uur van tevoren moet bestellen. Dit was nieuw voor ons, maar we hebben gebeld en op de afgesproken tijd rijdt te taxi voor bij de halte Blvrd De Wielingen om ons voor      € 6,70 af te zetten bij de Ferry.

CADZAND BAD – SLUIS

22 maart 2023

Vandaag is de eerste keer voor ons dat het pad haar naam fysiek eer aan doet. Van Cadzand Bad tot Retranchement volgt het pad de grens tussen Nederland en België. Meer dan 100 jaar geleden had de Duitse bezetter van België hier een ijzerdraad, ook wel dodendraad genoemd, aangelegd waar 2000 volt wisselspanning op stond. Alleen een lint krokussen van Zeeland tot Limburg, gepoot door kinderen na de oorlog in 1918, herinneren aan deze muur om deserteurs en vluchtelingen naar het neutrale Nederland tegen te houden. Ruim 1000 mensen vonden hier de dood, hoeveel mensen het toch lukte ons land te bereiken vermeldt het bordje niet. Tot op de dag van vandaag bouwen we wereldwijd nog steeds muren om mensen, die om uiteenlopende redenen vluchten maar altijd op zoek zijn naar vrijheid en geluk, tegen te houden. Hoe blij waren we indertijd niet toen de Berlijnse Muur viel. Het Zwin, de grens tussen Nederland en België, was ooit de toegang tot Brugge en van strategisch belang, totdat ze verzandde. Vandaar dat je in Zeeuws Vlaanderen veel fortificaties en vestingsteden vindt, zoals Sluis en Retranchement, een oude garnizoensplaats. We zien nog een nagemaakt 17e eeuws fort, Fort Berchem, een carré van vier aarden wallen, met daarom heen een gracht. In Fort Berchem werden militairen die leden aan de pest en gelegen waren in Retranchement, verpleegd. Zeeuws Vlaanderen zit vol verhalen en geschiedenis. In Cadzand Bad zien we het symbool voor Cadzand, het beeld Blijvende Vrede (het weinig originele V teken) en het beeld van de laatste sluiswachter, die zijn baan verloor toen de pompen zijn werk overnamen en het water van de polders bij eb nu uitslaan op de Noordzee.

Vandaag komt de wind uit het zuid-westen en voert de ene na de andere storing aan. We zijn nat tot op onze onderbroek. We hadden de 5 laatste etappes in Zeeuws Vlaanderen vorige week willen lopen, maar moesten een week verschuiven vanwege Europa League voetbal en de klassieker Ajax-Feyenoord. Het is twijfelachtig of de 7-0 overwinning van Feyenoord van donderdag en de overwinning op Ajax het leed van de regen van deze week doen vergeten. Toen we vanmorgen de auto in Sluis parkeerden was het droog en ook op de fiets naar Cadzand was het nog steeds droog. Eenmaal aan de wandel ging het al snel miezeren, dat later overging in regenen. Vanaf dat moment hadden we niet echt oog meer voor het landschap. Even buiten Retranchement hebben we één van onze, speciaal voor het NederRandpad geverfde, ‘happy stones’ achtergelaten in een oude, geknotte wilg. We zullen nu iedere etappe zo’n ‘happy stone’ ergens neerleggen en zijn benieuwd of ze gevonden worden en of wij ook ‘happy stones’ zullen vinden. We lopen verder stug door, met het hoofd naar beneden in de open polder. De Stompe Toren met daarachter een kleine kerkbeuk, blijkt nog niet Sluis te zijn, maar het piepkleine, schattige dorpje Sint Anna Ter Muiden, vlak voor Sluis.

Een kwartiertje later zijn we in Sluis bij Hotel Sanders de Paauw, waar we vannacht slapen. We stappen gelijk in de auto en rijden terug naar Cadzand om onze fietsen op te halen. De warme douche moet nog even wachten.  

Bij een uitzichtpunt over het Zwin staan bordjes met Haiku’s. Haiku is een van oorsprong Japanse dichtkunst, geschreven in 3 regels waarvan de 1e regel 5, de 2e 7 en de 3e regel 5 lettergrepen telt, waarin een emotie, een ogenblikervaring wordt uitgedrukt. Wij raken geïnspireerd en maken onze eerste, ietwat onbeholpen Haiku: 

DROMERIG LOPEN   

WE OP DE DIJK RICHTING STEE 

DE MIEZER DEERT NIET

 

SLUIS – SINT KRUIS

23-03-2023

De zon schijnt als we opstaan. Na een heerlijk ontbijt rijden we naar Sint Kruis, parkeren de auto bij de kerk en fietsen terug naar Sluis, het is nog steeds droog, maar bewolkt. De hele dag wisselen zon en korte regenbuitjes elkaar af. De krachtige zuid-westerwind doet zijn best om regenwolken weg te blazen en plaats te maken voor blauwe hemden. Als de zon schijnt is het snel warm.

We maken een slinger door het leuke stadje Sluis, over de wallen langs de Westpoort naar de Damse Vaart, het kanaal tussen Sluis en Brugge. Op een steenworp afstand zien we nog steeds Hotel Sanders de Paauw liggen. Om de Damse Vaart met het trekpontje te kunnen oversteken moeten de handen uit de mouwen, het trekpontje ligt namelijk aan de overkant.

We lopen dan al in België en de verschillen met Nederland vallen ons direct op. Niet alleen de verkeers- en plaatsnaamborden, maar ook de huizen en de boerenhoeven. De hoeven zijn bescheidener van omvang met een landelijk boerenkarakter en hebben geen industriële uitstraling zoals bij ons. Inmiddels zakken we tot onze enkels weg in de modder, die ons vastzuigt aan de aarde. Het loopt zwaar. De graspaden door de velden zijn weliswaar minder zwaar dan de zompige modderpaden, maar dan moeten we regelmatig over het prikkeldraad klimmen. We zien Aardenburg voor ons liggen en snakken naar koffie, maar het pad gaat links af, nog een keer links af en maakt dan een flinke slinger door Heille. Vlak voor Aardenburg, het is dan al half 3, kunnen we eindelijk onze dorst lessen in De Schaapskooi. Taart hebben ze niet, wel pannenkoeken en die laten we ons goed smaken met een potje zwarte- en een potje gemberthee. Er zit nog een echtpaar in het restaurant, zij hebben niet geluncht vertelt hij, maar warm gegeten. Dat zijn ze zo gewend. Hij zit op zijn praatstoel en vertelt dat hij in Aardenburg woont. Hij voelt zich geen Nederlander maar een Vlaming en is blij met de winst van de BBB, eindelijk aandacht voor de boer. Hij voelt zich achtergesteld door de Randstedeling. Voor de Noord-Zuidlijn heeft hij moeten bijdragen, maar voor de tunnel hier moet hij betalen, € 5,- heen en € 5,- terug. Hij staat op met zijn rug naar het raam, spreidt zijn armen wijd uit en zegt ‘ik kijk naar Nederland’. Hij draait zich om, kijkt naar buiten richting België en zegt met zijn armen nog steeds wijd ‘nu kijk ik naar Europa’. Omdat zijn zoon in België op school zat kreeg hij geen bijdrage in de (school)kosten. Hij schreef de minister daarop aan en kreeg als antwoord dat deze de Belgische school niet kon controleren. De man bracht daar tegenin dat het toch één Europa is en dat België ook een minister van onderwijs heeft. Als we verder lopen bedenken we dat in onze stad Schiedam, onder de rook van Rotterdam en onderdeel van de randstad, de BBB ook de grootste is, terwijl er in onze stad slechts een handjevol boeren wonen en dat wij 50 jaar geleden een gulden betaalden voor een ritje door de Beneluxtunnel, die veel korter is dan de Westerschelde tunnel.

Niet alleen de verhalen liggen op straat, ook de humor. In Aardenburg zien we Ruth, the fallen Madonna met de kleine borstjes achter een vogelkijkscherm, waar je overheen mag gluren. Het is al laat als we ons melden bij Bea, onze Vriendin op de Fiets, zodat we het bezoek aan Greetje, de uitbaatster van het woonkamercafé moeten uitstellen naar morgen. Greetje is 82 jaar en runt al jaren haar café in het piepkleine dorpje Sint Kruis. Meer dan eens heeft ze de krant gehaald, zodat we het niet mogen missen nu we hier overnachten.

We rijden terug naar Aardenburg om nog wat te eten, maar alles is gesloten. Alleen ROOS, de plaatselijke Chinees, is open. Als de eigenaresse onze drankjes brengt zegt ze: ‘ ik ken jullie niet, waar komen jullie vandaan’? We vertellen dat we een aantal dagen aan de wandel zijn op het NederRandpad, waarop ze enthousiast begint te vertellen dat zij in CoLona tijd hier ook vaak wandelde in deze prachtige omgeving. Na het eten vertelt ze over haar jeugd in China, die niet makkelijk was en dat ze 20 jaar terug met haar man het restaurant hier opende, in het toen nog bruisende Aardenburg. De tijden zijn veranderd vertelt ze en de CoLonaperiode was heel zwaar, vooral om dat haar meeste klanten uit België komen. Het is al laat als we terugrijden naar Sint Kruis.

Omdat het leuk is wagen we een tweede poging tot een Haiku:

ONDER EEN HEMEL

DIE STEEDS WEER VERSCHIET VAN KLEUR

ZOEKEN WE ONZE WEG

 

SINT KRUIS – PHILIPPINE

24-03-2023

We ontbijten bij Bea tussen haar kunst; het hele huis hangt en staat er vol mee. Bea is een vriendelijke, innemende vrouw en komt gezellig bij ons aan de ontbijttafel zitten voor een kop koffie. Ze vertelt honderduit over haar kunst en hoe dit tot stand komt.

Het is al half 10 geweest als we naar Philippine rijden om daar de fietsen achter te laten. Bij de Spar kopen we nog wat proviand voor onderweg, want een gewaarschuwd mens telt tenslotte voor twee. Met de auto rijden we terug naar Bea’s huis en beginnen vandaar aan de etappe van vandaag. We lopen op het Zeeuwse vlakke land met mooie Hollandse luchten. Regen en wind hebben vrij spel. Er is geen plek om te schuilen en geen café om wat warms te drinken. Als we goed en wel een uurtje op pad zijn barst de hemel open en komt de regen met bakken naar beneden en worden we zelfs bekogeld met hagelstenen. Onze felrode regenjassen moeten ons beschermen. Alleen de onderkant van onze broekspijpen en schoenen worden drijfnat, maar zo wordt ook de modder van de afgelopen dagen ervan afgespoeld. We lopen van polder naar polder, over of langs de dijken die na de inpoldering eeuwen geleden zijn achtergebleven. Hier en daar is de dijk weggegraven, zodat de boer naar zijn land kan oversteken. We lopen door Boekhoute, op 800 meter van de oude, gelijknamige haven, die door inpoldering in 1952 verloren is gegaan. Hier en daar staat een bordje in welke eeuw de polder is ingepolderd.

We staan stil bij het kunstwerk van Wesley Meuris, dat hij realiseerde in het kader van de herdenking van ‘De Dodendraad’ en laten hier ook onze ‘happy stone’ voor vandaag achter. Verderop in het dorp staan we stil bij de reconstructie van De Dodendraad en een schaalmodel van de wachttoren. De laatste kilometers vandaag zijn weinig verheffend en zwaar voor onze vermoeide benen. In het alom bekende mosseldorp Philippine wachten onze fietsen op ons bij de Spar. We kopen nog wat te eten voor ‘s avonds en beginnen aan de fietstocht terug naar Sint Kruis. We hebben weliswaar elektrische fietsen maar de accu’s lijken ook al met pensioen te zijn en laten ons flink in de steek. Ruim twee uur moeten we flink werken om, met de wind op de kop, terug te komen bij Bea, waar we nog een nachtje slapen. Met Bea hadden we afgesproken een borrel te gaan drinken bij Greetje, maar we zijn te laat, Greetje heeft haar café al gesloten.

Jammer, maar Bea tovert biertjes tevoorschijn en aan haar keukentafel maken we het ons gezellig. Bea heeft zelfs nog soep voor ons gekookt, die prima smaakt bij de carpaccio die we bij de Spar kochten.

ZUIDDORPE – PHILIPPINE

25 maart 2023

Na het afscheid van Bea en haar huis vol kunst rijden we naar Philippine en parkeren de auto bij de Spar. Opnieuw staat er een stormachtige, zuidwester wind. De lucht is afwisselend grijs, loodgrijs en flets blauw. Na de barre fietstocht van gisteren besluiten we vandaag, geheel tegen onze principes in, toch maar met de wind in de rug naar Zuiddorpe te fietsen en dan terug te lopen naar Philippine. De wind hebben we niet helemaal in de rug, een flink stuk zelfs nog tegen de wind in. Bij Sas van Gent moeten we het kanaal Gent-Terneuzen over. Vlak voor onze neus gaat de brug open. Een draaibrug, zeer uitzonderlijk en een fraai staaltje techniek. Op de Middenweg, tussen Westdorpe en Zuiddorpe, hebben we de wind pal in de rug en hoeven we maar een beetje bij te trappen om de 25 km te halen. In Zuiddorpe laten we de fietsen achter en gaan op pad. Gelukkig lopen we regelmatig uit de wind door de houtwallen langs de weg, maar al snel gaat het regenen en moeten we onze rode regenjassen WEER tevoorschijn halen. Deze etappe is een stuk afwisselender dan die van gisteren. Mooi is het pad langs de Canisvlietse kreek. In Sas van Gent maken we een pitstop in Lunchroom De Majoor. Een pareltje, de tijd heeft hier stil gestaan.

De eigenaar komt bij ons zitten voor een praatje. Hij is bakker, maar de zaak is tevens kroeg en eethuis voor een eenvoudige hap. Iedere morgen bakt hij vers brood en staat dan om 4 uur op. Op zondag gaat de lunchroom om 9 uur open en kan je ‘s middags iets luxer eten, maar wel wat de pot schaft. De maaltijd wordt dan bereid door zijn schoonbroer en zijn zoon die bij een slager heeft gewerkt, kok was en nu op de vrachtwagen zit. De maaltijden zijn een groot succes. Na het eten druppelen er altijd nog mensen binnen voor een praatje, een drankje en als de sfeer er goed in zit pakt hij zijn gitaar en begeleid hij zijn zoon die zingt. Hij vertelt over zijn stamgasten, er is er één al aan het dementeren, maar dat accepteert iedereen, zelfs als hij de mayonaise op het toilet zet. Dan heeft hij genoeg verteld en wil weten wat wij hier doen. Als we vertellen dat we wandelen zegt hij dat er achter al die groene velden in Zeeuws Vlaanderen heel wat verhalen schuil gaan. We krijgen een hand van hem en zegt dat het een te korte ontmoeting is, we moeten nog maar eens langs komen. Van Sas van Gent lopen we in ruim 2 uur naar Philippine. Het eerste stuk langs het spoor en daarna door polders met prachtige namen, en hier laten we opnieuw onze ‘happy stone’ achter. We zijn reuze benieuwd of ze ook echt door de NederPadters worden gevonden. We zien kreken die zijn ontstaan na dijkdoorbraken in de 18e-19e eeuw, bij springvloed. Zeeuws Vlaanderen is een land met een geschiedenis. Hoe boeren hun land terugwonnen van de zee en vervolgens weer verloren. We lopen stug door, blik op oneindig. Boven onze hoofden raast de wind door de populieren die twee rijen dik op de voormalige dijken staan.

De regen blijft nu gelukkig uit, maar de wind gaat niet liggen, die raast door. Sneller dan verwacht doemt de kerktoren van Philippine op. We halen de fietsen op in Zuiddorpe en rijden naar Sluis, waar we opnieuw overnachten bij Hotel Sanders de Paauw. We hebben namelijk besloten dat, gezien het aanhoudende natte en stormachtige weer en het feit dat de klok vannacht één uur vooruit gaat, de etappe Zuiddorpe-Hulst maar even moet wachten. Morgen bekijken we Sluis en rijden dan terug naar huis. Per slot van rekening is het geen aangenomen werk en moeten we er wel plezier aan beleven.

ZUIDDORPE – HULST

 17mei 2023

Na 3 dagen wandelen op de GR12 (Amsterdam-Parijs, met als afsluiting een copieus 4-gangen verrassingsdiner met wijnarrangement, ter ere van Hans zijn verjaardag bij De Fortuyne in Mechelen, zitten we vanmorgen om 8 uur tussen de zakenlui aan het ontbijt in het Holiday Inn Express Mechelen City Center, de toeristen komen pas later. We maken van de gelegenheid gebruik om in Zeeuws-Vlaanderen, het volgens de bewoners vergeten stukje Nederland, een vuiltje weg te werken, namelijk de etappe van Zuiddorpe naar Hulst. Even na 9 uur staan de fietsen weer achter op de auto en rijden we weg uit Mechelen. In Hulst parkeren we de auto bij de Action, net buiten de stadsmuur en fietsen naar Zuiddorpe. Een mijl op zeven, of zoals Theo uit Lier zondag zei: amai, alleen ‘zotte ollanders’ kunnen zoiets doms in de kop halen.

In Zuiddorpe parkeren we de fietsen voor de kerk en stappen binnen bij Café ‘t Gemeentehuis voor de koffie met appelgebak. Aan de tafel voor ons worden de borrels al bij de koffie geserveerd en komen de tongen goed los. Het is kwart voor 12 als we uiteindelijk de eerste stappen naar Hulst zetten. De zon schijnt maar er waait ook een stevig windje uit het NNO, het is nog fris. We lopen in de schaduw van de bomen die de provinciale weg omzomen. De weg is kaarsrecht, het land met de vette klei verkaveld in grote, goed te bewerken percelen. Het zaaigoed steekt de kop al flink op. Net na de grenspaal bij Moerbeke buigen we af naar het oosten, richting Koewacht. We stappen flink door en passeren regelmatig de grens die hier grillig loopt.

Op de grenspaal bij het Pereboomsgat laten we onze ‘happy stone’ achter. Vanaf de dijk kijken we uit op het water, dat eerlijk verdeeld is over België en Nederland. Volgens het bordje loopt hier net onder water een rij palen die de grens markeert. We volgen de grens tot in Koewacht, waar we in België bij café Benelux op het terras neerstrijken en wat te drinken bestellen. Broodjes hebben ze niet, maar die kunnen we kopen bij Otto’s ambachtelijke bakkerij, net even verder. Onvoorstelbaar, dat hoef je in Schiedam niet te proberen. De vrouw in de bakkerij haalt haar schouders op, hier zijn ze geen concurrent van elkaar. Zo vertelt ze dat als haar klanten naar het toilet willen, ze bij Café Benelux daar dan gebruik van mogen maken. De grens in het dorp loopt midden over de straat, rechts is België, links Nederland. Tijdens de COVID periode stonden er hekken midden op de straat en mochten de Nederlanders geen brood kopen bij Otto, deden ze dat wel kon je een flinke boete krijgen; er was indertijd zelfs aandacht voor op het Journaal. Na Koewacht verandert het landschap en daarmee de wandeling. Het wordt ruiger, minder gepolijst. Bij de Boschkreek moeten we met het trekpontje oversteken. We naderen het Stropersbos. Door wateronttrekking is het bos verdroogd en de grond verzuurd. Door het treffen van maatregelen hoopt men de oude natuurwaarden te herstellen. Het is een leuk bos met een parkachtig karakter.

Vanaf het Stropersbos lopen we door de Zoetevaart of Clingense bossen, richting Hulst. Tot 1952 heeft hier de trein tussen Mechelen en Terneuzen gereden. Hulst is een vestingstadje met stadswallen en stadspoorten, gebouwd in de vorm van een ster. In het middeleeuwse verhaal, een fabel, van Van den Reynaarde wordt Hulst al genoemd. We vinden de auto keurig terug bij de Action, rijden naar Zuiddorpe en stappen opnieuw het nu druk bezochte Café ‘t Gemeentehuis in. Aan de bar hangen 3 oudere mannen, die na een flink aantal biertjes met elkaar in een traag beneveld gesprek verwikkeld zijn. Ook op het terras is het druk. Kinderen rennen heen en weer en zijn het geborrel van hun papa en mama al lang zat. We lessen onze dorst met La Chouffe en Spa rood en doen ons te goed aan een kaasplankje. We zetten de fietsen weer achter op de auto en keren terug naar Schiedam, 1,5 uur rijden, waar we bij Pronto nog snel een pizza en pasta eten voordat we thuis lekker onder de douche gaan en op de bank neerploffen, het is dan bijna 10 uur.

OSSENDRECHT – HUIJBERGEN

4 juni 2023

Om kwart over 9 staan we in Ossendrecht, waar we de auto bij de grote kerk parkeren. Bekend terrein voor ons, want de GR12 van Amsterdam naar Parijs voerde ons al langs Ossendrecht. Het pad om het plaatsje heen is smal en keer op keer moeten we aan de kant springen voor fietsers, die vandaag een koers rijden en er flink de vaart in hebben. Dat loopt niet prettig en we zijn blij als zij rechts afbuigen en wij links het bos induiken. Het fietspad is geasfalteerd, de weg, het wandelpad onverhard en rul. Het loopt zwaar en ook op het fietspad worden we bij herhaling gepasseerd door grote colonnes wielrenners. Wandelaars zien we nauwelijks. We moeten nog steeds wennen aan de vele ATB fietsers in het bos, maar ook zij genieten volop. Naarmate de ochtend verstrijkt treedt er toch een zekere stilte in. De fietsers zitten nu aan het bier en de vette happen. We hebben na Putte het bos en de hei bijna voor onszelf. Afwisselend lopen we in België en Nederland, langs de grenspalen. Nog nooit eerder liepen we zo lang langs de grens van Nederland.

De Brabantse Wal is fraai, het landschap afwisselend, bos, hei, blauwgras landen en akkers. Op deze warme dag lopen we hele stukken in de schaduw  van de bomen. Uniek zijn de Ossendrechtse Duinen en Heide, militair oefenterrein. Jammer genoeg dreigt hier de heide verloren te gaan door de uitbundige groei van zaailingen van de Amerikaanse vogelkers, de Grove berk en lariksen. Het is tijdrovend en arbeidsintensief, maar deze meerjarige zaailingen zouden eigenlijk met de hand verwijderd moeten worden, om de heide te kunnen behouden. Vlak voor Putte, in Stabroek, is het tijd voor onze NederRand koffie met gebak. De lauwwarme appeltaart met een flinke dot slagroom smaakt voortreffelijk.

Op de GPS wandelen we naar Huijbergen, waar we op het terras van Café De Kroon een biertje drinken. Dan is het nog ruim 1 km lopen naar ons basiskamp van deze week, Camping De Meet, een vriendelijke boerencamping voor senioren. Maar onze auto staat nog in Ossendrecht, die moeten we nog gaan ophalen met de fiets. Bij de receptie zit de eigenaresse, mevrouw Aert, met de door haar aangestelde gastheer en gastvrouw van de camping, van plaats nr. 25, die spontaan aanbieden ons even naar Ossendrecht te brengen, een aanbod waar we natuurlijk dankbaar gebruik van maken. An haalt met mijnheer nr. 25 de auto op, terwijl Hans onder een heerlijke douche stapt.

Op de camping staat een fris windje, maar in de tent, uit de wind in de langzaam ondergaande zon is het goed toeven. Hans tovert een voortreffelijke ‘spaghetti à la Marie-Anne Donkers’ op tafel met een lekker wijntje erbij. De vooruitzichten voor de komende week zijn veelbelovend, mooi weer en elke dag hogere temperaturen. Dus is het plan, vroeg naar bed en vroeg opstaan, om  zo vroeg mogelijk aan de etappes te beginnen. Benieuwd of dat gaat lukken.

HUIJBERGEN – ACHTMAAL

5 juni 2023

Grote paniek vanmorgen. De eerste fiets staat al op de fietsendrager, maar waar is de autosleutel? De tent wordt ondersteboven gekeerd, de sleutel komt niet tevoorschijn. An heeft gisteren met buurman nr. 25 de auto opgehaald uit Ossendrecht; zou ze de sleutel in de auto hebben laten liggen? en gaat de auto na verloop van tijd dan vanzelf op slot? De reservesleutel ligt in Schiedam, dat schiet dus niet op. Teneinde raad keert Hans nog maar eens de rugzak om en kijkt nu ook in An’s brillenkoker. En ja hoor, daar zit de sleutel in. Ineens weet ze het weer, dat vond ze een mooie veilige plek om de sleutel in op te bergen. Veel later dan gepland gaan we dus op pad. We rijden naar Achtmaal, laten de fietsen achter vlak bij de kerk en rijden terug naar de camping. Om 10 uur, 3 uur nadat we zijn opgestaan, starten we vanaf de camping. Het lopen gaat ons vandaag goed af, we lopen lekker door. Het is nog wel fris, er waait een stevige bries uit het N-NO, die we schuin in het gezicht hebben. Het overgrote deel lopen we door open land, waarop diverse gewassen worden verbouwd. Monoculturen die de hele dag besproeid worden, want al weken is het nu droog. Het water wordt opgepompt, dat tot nog drogere natuurgebieden leidt. Maar de boer zorgt voor ons eten toch, en brandnetels en bramen zijn toch ook natuur. De boerenbedrijven zijn kleine industrieën. De romantiek is ver te zoeken. 

Langzaam wordt het warmer en kunnen de truien uit. Net voor Nispen drinken we onze meegebrachte koffie met een boterham. Het is maandag vandaag en onze hoop om koffie met gebak te scoren is gering. Maar als we Nispen in lopen gaat De Gouden Leeuw, met voor de deur een zilveren leeuw, net open. Koffie is geen probleem, maar of er nog gebak  is, dat spant er om. Misschien is er nog appeltaart. De serveerster komt even later terug, geen appeltaart, maar er is nog wel kersenvlaai. Lekker met slagroom en onze traditie van elke etappe wat lekkers bij de koffie wordt gelukkig niet verbroken.

De paden vandaag zijn afwisselend verhard en onverhard. De onverharde paden zijn van rul zand en lopen zwaar. Een enkele keer komt er een auto langs en moeten we stofhappen. Voor auto’s blijven we eigenwijs op de weg lopen, maar voor de grote landbouwvoertuigen, die ook flink doorrijden, duiken we wel de berm in. Als automobilisten moeten wachten om door ons tegenliggers te laten passeren, krijgen we vernietigende blikken uit het blik toegeworpen. We naderen de Rucphense bossen. Ideaal, want inmiddels is de temperatuur al aardig opgelopen en in de schaduw van de bossen is het heerlijk koel. Vlak voor Achtmaal passeren we het atelier van Roland Horst, beroemd schrijver/dichter. Zijn niet minder beroemde vrouw Henrietta maakte hier haar vaste rondje. Ze genoot net als wij van de in dit jaargetijde uitbundig bloeiende rododendrons op de Oude Buisse Heide. Een prachtig gebied in eigendom van Natuurmonumenten. Het is nog een nat gebied.

In Achtmaal staan onze fietsen nog keurig vastgeketend aan een paal. In minder dan een uur fietsen we terug naar Huijbergen, drinken daar een biertje op een terras en doen boodschappen. Terug op de camping bereiden we een heerlijke één-pans campingmaaltijd, waarna we gaan afwassen en douchen. Het was een prachtige dag.

ACHTMAAL – ZUNDERT

6 juni 2023

Vandaag starten we zonder problemen, om 7 uur staan we op, drinken koffie en thee en als ontbijt hebben we havermout met blauwe bessen, zoals Project Gezond ons regelmatig voorschrijft, maar dan net een beetje meer. We nemen een thermoskan koffie en broodjes mee voor onderweg, vandaag onmisbaar want we komen onderweg niets tegen. De etappe begint saai, over verharde wegen en zover het oog reikt langs boomkwekerijen en kolossale boerenbedrijven, die meer weg hebben van kleine industrieën.

Het is allemaal weinig opwindend, we stappen stug door. Nergens zien we bloemen, alleen in de bermen. Op het land is elk plantje, onkruid, dat er niet hoort, verwijderd. Biologische boeren die slootkanten ontzien en stroken met wilde bloemen langs hun akkers hebben, zie je hier niet. Alleen schaalvergroting telt hier. Pas vanaf de passage van de Aa of Weerijs wordt het pad leuker. Na de brug over de beek, volgen we via een pad waar het gras tot onze middel reikt, eerst de beek om dan af te buigen naar een klein, nat natuurgebied.

Vanaf hier wordt het landschap afwisselender, De Krochten zijn zelfs heel leuk. Het ven dreigt bij dit weer droog te vallen, de talrijke groene kikkers wacht dan een triest lot.

Voor Zundert lopen we weer langs grote boomkwekerijen. Overal zie je op het land mensen bezig. Het is arbeidsintensief en zwaar werk. De mensen staan de hele dag gebukt of zitten op hun knieën. Wij vragen ons af wie al die bomen afnemen, het zijn er zoveel. Aan de huizen te zien boeren de kwekers wel goed. Pas in Zundert scoren we koffie met gebak, alhoewel An ditmaal voor Italiaans schepijs gaat. Zundert is de geboorteplaats van Vincent van Gogh. Je kan het huis waar hij geboren is bezoeken, maar vandaag is het gesloten. In Klein Zundert staat nog een trappistenklooster, waar je kunt overnachten in een cel en daar tot rust komen. Wij hebben het klooster niet gezien, maar wel de gouden torens van het evenementencomplex van Jaiseling. Het blijkt een giga vermaakcentrum in ook een voormalig klooster te zijn. We hebben vandaag 19,5 km op de teller, maar terug, met de fiets van Zundert naar Achtmaal, zijn het er slechts 6.

ZUNDERT – ULICOTEN

7 juni 2023

Even buiten Zundert volgen we een stuk de Aa of Weerijs, maar buigen al vrij snel af richting Oekel. Waarom moeten we nu ineens denken van Sjef van Oekel, zou dit personage hier in de buurt ontstaan zijn. We groeten hier in ieder geval Onze Lieve Vrouw van de Vrede. We lopen richting A16. Het geluid hiervan zwelt met iedere stap aan en wordt gedragen door de wind. Eenmaal in Hazeldonk wordt het stil. We laten de landschap ontsierende distributiecentra en windmolens achter ons. Dan gaat het twee keer achter elkaar goed mis. We lopen op de GPS, maar als het pad met grote blokkendozen en hekken is afgesloten en er geen omleidingsbordjes geplaatst zijn, dan hebben we een probleem. We lopen dan ook fout. Er zit niets anders op dan omkeren en teruglopen, totdat we het pad verderop weer kunnen oppakken. Als we later bij de Boven Mark met het zelf bedienbare pontje willen oversteken, blijkt dit uit de vaart te zijn genomen en moeten we teruglopen naar de Markbrug om aan de andere kant van het water te komen. Als we op de hoogte van het pontje via het gammele opstapje over het prikkeldraad zijn geklommen, blijkt de doorgang van het pad overwoekerd te zijn en moeten we door de wei.

We zitten dan weer verkeerd, het pad ligt 100 meter links van ons, op een dijk. Ten einde raad kruipen we dan maar onder het prikkeldraad door, door de brandnetels die tot ons middel komen en het hoge gras. De hoop op koffie met gebak onderweg hadden we al opgegeven, als we plotseling op De Klompenboom stuiten. Hier is sprake van spreekwoordelijke Brabantse gastvrijheid. Op de vraag of ze taart hebben, krijgen we als antwoord ‘zie de kaart’. Heeft u verse gemberthee, ‘zie de kaart’. Gaat u zitten, zie de kaart, ik neem uw bestelling op en breng het bij u. We gaan zitten en bekijken de kaart. Er is appelgebak, smaakt prima, en er is verse gemberthee, alles tegen prijzen van voor de inflatie. Het toilet, niet vermeld op de kaart, is bij de prijs inbegrepen zegt de man, maar we mogen ook boven de sloot gaan hangen. Bij De Klompenboom zit ook een kleine camping. We naderen weer de grens, de Nederlandse of de Belgische, we zijn de draad allang kwijt. We lopen op het Smokkelaarspad. Douaniers en smokkelaars speelden nog niet zo lang geleden hier het ‘kat en muisspel’. Er werd boter en tabak gesmokkeld. We naderen Ulicoten, gaan recht door op het pad in plaats van rechtsaf en lopen uiteindelijk via de weg het dorp in.

Voordat we op de fiets stappen lessen we eerst onze dorst bij ‘De Kneut’, op het protserige terras van de Amsterdamse uitbaters. De dag was afwisselend, opnieuw fraai en saai. De natuur heeft in dit deel van Nederland te lijden, maar eerlijk is eerlijk, iedere dag zien we wel reeën en hazen. Zouden die uitgezet worden voor de jacht in het najaar? Onderweg leren we ook dat om de grens te markeren er 2 type grenspalen zijn. Hoofdgrenspalen van gietijzer, 358 stuks en 356 stuks arduinen, stenen van 600 kg. Enkele arduinen zakken onder hun eigen gewicht weg in de drassige bodems. Grenspaal 216B is in 2012 weer opgegraven.

ULICOTEN – BAARLE NASSAU

8 juni 2023

Zonder twijfel, de fraaiste etappe in Brabant tot nu toe. Hemelsbreed is de afstand tussen Ulicoten en Baarle Nassau 6 km, exact de afstand die we na afloop terugfietsen naar onze auto. Wij stappen en slingeren 6 uur door het beekdal van de Merkske, een regenrivier, om van Ulicoten naar Baarle Nassau te komen. Onderweg niets waar we koffie en gebak kunnen scoren. Triest, maar in ruil daarvoor veel natuur.

Het landschap is zeer afwisselend, in- en extensieve landbouw en veeteelt. Veel graslanden, waarvan de eerste weiden onlangs al zijn gemaaid. Veel vennen, waarvan enkele helaas al droog staan, en intensieve landbouw. Er wordt volop gesproeid. De boeren gebruiken daarvoor grondwaterpompen. Nu het eerste hooi is geoogst, wordt het gras volop gegierd. Zo nu en dan is het pad avontuurlijk en loopt over vlonders of door het hoge gras. Het pad is vandaag redelijk goed te vinden, want de meeste beheerders hebben al gemaaid. Vandaag komen we voor het eerst deze week wandelaars tegen, één natuurvorser, 2 hoogbejaarde vogelaars bewapend met verrekijkers en telelens, en 3 druk kakelende vrouwen. Een schrale troost voor zo’n groot natuurgebied. In het legendarische tijdschrift ‘De levende natuur’ staat een artikel uit 1969 over de waarde en de bedreigingen van dit natuurgebied. Sindsdien zijn de bedreigingen alleen maar toegenomen en of de waarden achteruit zijn gegaan kunnen we niet ontdekken. Het beheer is in handen van Nederland en België. Hopelijk blijft dat goed gaan.

In Baarle Nassau drinken we thee met deze keer eens geen appelgebak maar zalige aardbeien taart. Bij AH doen we inkopen voor de Project Gezonde Surinaamse pasta, die ons prima smaakt. Het is al door achten als we gaan afwassen en douchen. We zijn moe van het wandelen, rozig van de volop schijnende zon en de wijntjes bij het eten. Baarle Nassau is een bonte verzameling van winkels met speciale prijzen voor tabakswaren, bieren en brandstof. Niets bijzonders, een plaats om snel te verlaten en te vergeten. Nog niet zo lang geleden hebben Nederland en België de grenzen definitief vastgesteld, inclusief de enclaves. De geschillen zijn geslecht, zoals het hoort.

BAARLE NASSAU – HILVARENBEEK

9 juni 2023

Vandaag beginnen we na een korte aanloop op het Bels Lijntje, een fietspad van 34 km, dat aangelegd is op het oude tracé van de voormalige spoorlijn Turnhout-Tilburg. Gelukkig duiken we al snel het bos in, want het is er erg druk met fietsers. De eerste kilometers zijn tamelijk saai en voeren langs bouwland, over stoffige, onverharde paden en in de volle zon. De temperatuur loopt hoog op vandaag, zelfs de wind is warm en zorgt nauwelijks voor verkoeling. De makers van het pad zijn er in geslaagd tussen het begin- en eindpunt het stedelijk gebied te vermijden, fijn, maar daarmee ook de kans op koffie met gebak, onze traditie op elke NederRand etappe, die hiermee op de tocht komt te staan. Als we de Leij passeren buigen we af en volgen de beek door het hoge gras en zijn blij als we de bosrand bereiken. Het hoge gras, verdwaalde brandnetels en bramenstruiken  veroorzaken jeuk. In het bos zijn we met dit warme weer een prooi voor muggen en steekvliegen. Die gaan we te lijf met Deet en dat helpt gelukkig.

We lopen het Ooijevaarsbos in, in beheer bij het Brabants Landschap. Midden in het bos stuiten we op een 4WD met 2 vrijwilligers van het Brabants Landschap, met wie we in een geanimeerd gesprek raken. Ze bestrijden met de hand de exoot Japanse Duizendknoop, om verder massale verspreiding hiervan te voorkomen. Nadat we een slinger maken langs het ven van De Halve Maan, bereiken we midden in het bos Klooster Nieuwkerk, precies zoals beloofd door de 2 vrijwilligers. Zij stelden voor daar een biertje te nemen, wij gaan toch maar voor thee met gebak.

 

Vanaf daar steken we de N630 over, lopen langs het avonturenbos, langs Gorps Baantje richting de bossen van Roovert. Hier zien we de slingerende Rovertse Leij, met daarin vrolijk spelende kinderen. Vanaf hier kijken we op de kaart of we niet wat kunnen afsnijden. Leuk en mooi zijn al die slingers, maar de temperatuur blijft stijgen en de schaarse wind zorgt nauwelijks voor verkoeling. We praten dan over nog geen kilometer die we af weten te snijden.

We stappen stug door en bereiken Hilvarenbeek toch binnen de door ons gestelde tijd van 4 km per uur. We stappen op onze fiets en rijden via Poppel, waar we in De Biertuin onze ergste dorst lessen, terug naar Baarle Nassau. Nadat we de fietsen achter op de auto hebben gezet gooien we de tank vol voor € 1,609 per liter. In Chaam stoppen we bij De Chaamse Hoeve, waar we buiten in de tuin genieten van Chaamse Asperges en een schnitzel. Pas tegen 9 uur zijn we terug op ons basiskamp waar we gezellig met onze buren uit Roelofarendsveen koffie drinken en in een intiem, openhartig gesprek, maar gespeend met humor, geraken. Weer één van die onverwachte ontmoetingen die je lang bijblijven en die onze wandelingen en reizen zo bijzonder maken. Morgen breken we het kamp op en gaan naar huis om de nodige voorbereidingen te treffen voor de warmtepomp die maandag wordt afgeleverd en daarna wordt geplaatst. We hebben genoten van onze wandelingen en gaan begin juli weer een weekje op pad.