Höfn

5 juni 2015

We zijn nu één volle week op IJsland. De tijd vliegt. Elke dag kent een aantal onvergetelijke hoogtepunten. De band is geplakt. In een mum van tijd is de thuiskomer verwisseld voor de gerepareerde band. Na het ontbijt rijden we naar Seydisfjördur, aan de andere kant van de bergen. Even buiten Egilsstadir gaat de weg omhoog. Vrij snel rijden we in de wolken, een wattenbol. Het zicht is niet meer dan 10, 20 meter. De weg is niet geasfalteerd. Seydisfjördur is veruit het leukste plaatsje op IJsland tot nu toe. In de haven liggen vissersschepen. Op de kant liggen enkele uit de vaart genomen oude schepen. Aan de kade wordt een klein schip gelost. De vis wordt gewogen en, bedolven onder ijs, afgevoerd. Het zijn grote, dikke vissen met een pokdalig uiterlijk.

In de haven ligt ook een stalen, 12 meter lange zeilboot afgemeerd. De boot komt uit Frankrijk. Terwijl we langs lopen komt de eigenaresse, ouder dan wij, aanlopen in een versleten jas met een rugzak, waaruit een baguette steekt. An raakt met haar aan de praat. Ze komen uit Bordeaux. Via de Faeröer eilanden en de de Hebriden, zijn ze aangemeerd in Noord-Oost IJsland. De volgende bestemming is Groenland. In juli moeten ze weer terug zijn in Bordeaux. Haar metgezel Alain, is volgens mij jonger dan zij, wellicht haar zoon?! Ze vertelt honderduit over de tocht. Ze is klein van stuk, tanig. Ze heeft een verweerd, bruin gezicht, verfraaid door een mooie bril in felle kleuren. Ze vertelt dat het onderweg op zee 9°C is. Niet koud, maar ook niet warm.

De huizen hebben allerlei vrolijke, sterk contrasterende kleuren. We drinken koffie in een leuke tent tegenover het plaatselijke hotel. Voor het hotel staat een oud model kinderwagen, in de kou. Tot mijn stomme verbazing buigt na enige tijd een uit het niets opdoemende moeder zich over de wagen om het dekentje goed te leggen. Voor het hotel zit een jongeman aan een picknicktafel suf voor zich uit te staren, biertje binnen handbereik en een peuk tussen zijn verkleumde vingers. De kerk blijkt te zijn omgetoverd tot Guesthouse.

Vanavond overnachten we in Höfn. We moeten over dezelfde, nog steeds in de wolken verscholen, pas terug. Over de N1 rijden we naar de kust bij Breiddalsvik, die we slingerend volgen met spectaculaire vergezichten op zee, de kliffen, stranden en bergen. Onderweg ontvangen we een sms-je van Suus. Even stokt je hart in je keel. Ze weet dat we in IJsland zijn. Wat zou er gebeurd zijn? De mens gaat altijd uit van het slechtste, maar het is goed, nee, heerlijk en ontroerend nieuws. Na jarenlang vruchteloos proberen gaat hun diepste wens in vervulling, ze is zwanger. An is geëmotioneerd. Ik stuur op dat moment. Mijn gedachten dwalen af naar het moment dat ik vader werd. Ook ik had een vurige kinderwens. Nu, ruim 28 jaar later, is de wens als een zeepbel uiteengespat. Het contact is verbroken. Het kind van Suus en Teun komt in een warm nest, maar mijn nest was niet kouder dan dat van hen, desondanks liep het anders dan ik ooit gedroomd had. Waarom, waardoor, ik zal altijd voor mezelf het antwoord schuldig blijven.

In Djūpivogur lunchen we aan de haven. De temperatuur loopt op. De zon laat zich zelfs zien. De wolken trekken zich terug. De besneeuwde bergen steken prachtig af tegen de blauwe hemel met flarden witte wolken. Het diner hebben we ’s avonds in het Pakkhūs, bij de haven. De langoustines en het lamsvlees zijn verrukkelijk.

IJslanders zijn meestal grof en/of zwaar gebouwd, gezet dan wel broodmager. Zonder uitzondering zijn ze bleek. Vissers, boeren, hebben een verweerd gezicht. Veel vrouwen zijn dik. De kleding is grauw, behalve van de uitgaande jeugd. Hun manieren zijn boers. De barre omstandigheden waaronder ze leven en werken, kou en nattigheid, is ze af te zien. Veel mannen dragen een baard. Maar ze spreken allemaal goed Engels en zijn ontzettend vriendelijk.

6 juni 2015

We hebben een kamer met ontbijt in het Höfn Inn Guesthouse. Het ontbijt is echter aan de overkant van de straat, uitgebreid met kaas, vleeswaren, ei, brood en tot grote ontsteltenis van An, zure haring en kaviaar.

Tijdens de wandeling naar de Hoffelsjökull gletsjer speelt de haring krijgertje in mijn maag met het ei en de ham. Van Hoffell naar de gletsjer is het ruim 1 uur lopen. Vogelen en stenen zoeken laten de tocht nog langer duren. Omdat de zon onafgebroken schijnt en de natuur prachtig is, is dat geen probleem. Na de lange autoritten van de afgelopen dagen is het zelfs een verademing, de benen te kunnen strekken en frisse lucht in te ademen. Aan het eind van het rivier/gletsjerdal ligt een moreneheuvel, die het uitzicht op het gletsjermeer beneemt.

Eenmaal op de heuvel, is het uitzicht adembenemend. Voor je ontvouwt zich een sprookjesachtige wereld. We dalen af tot aan de rand van het meer en fotograferen de ijskristallen. De grond is pikzwart en bestaat uit gitzwart fijnstof. Het is warm en voor het eerst lopen we zonder jas, en voor het fotomoment zelfs zonder trui en afgeritste broek, rond.

Even over 4 uur zijn we terug bij de auto.

In Höfn nemen we de traditionele soep, opscheppen zoveel je wilt, met brood, boter, koffie en thee. Voldaan en vermoeid trekken we ons terug op onze kamers. Ik kijk naar de 1e helft van de Champions League Finale (kwart voor 7 plaatselijke tijd), voordat we weer naar het Pakkhūs gaan. Het geluk lacht ons toe vanavond. An en Jaap bestellen horse, maar krijgen langoustines. Ik bestel lam en Ans de salade met kip, die we ook keurig krijgen. Vanwege de allergie van An, voor schaal- en schelpdieren, ruilen An en ik en neemt Jaap de langoustines. Onverwacht krijgen we korting, de wijn is van het huis en de langoustines zijn 2 voor de prijs van 1. Kom daar maar eens om in Nederland.

Barcelona wint met 3-1 de finale, gelukkig maar, echt voetbal zegeviert.

Vik