Sawai Madhopur

14 februari 2010

Vanochtend hoorden we het nieuws op de TV, een terroristische aanslag op een German Bakery in Pune, vroeger Poona, ten oosten van Mumbai, 18 doden, 57 gewonden. In Jaisalmer was ook een German Bakery, die druk bezocht werd door jonge rugzaktoeristen en ouderen zoals wij. Onder de doden en gewonden bevonden zich ook jonge buitenlanders volgens de nieuwslezer. In deze streek wonen Moslims, Siks en Hindoe’s ogenschijnlijk vreedzaam naast elkaar. De woestijnvolken zijn Moslims. Ze drinken geen alcohol, dit in tegenstelling tot de Hindoe’s. Alcoholisme is een onzichtbaar probleem. In de steden zie je frequent zwart gesluierde vrouwen, ze gebruiken geen alcohol en leven strikt naar de wetten van de Koran. Wat bezielt fundamentalisten om een aanslag te plegen! Ze zijn, zeker in dit land, vrij om op hun manier, hun godsdienst te beleven. Niemand legt ze hier een strobreed in de weg. Er is, zo lijkt het doorgaans, wederzijds respect. Een vraag, die stemt tot nadenken. Alleen in de analyse ligt de oplossing verscholen, niet in geweld (als antwoord). Welk kwaad bestrijdt het kwaad? Waarom offeren mensen zich op voor een hoger doel? Bestrijden ze hun eigen verlangens? Worden ze tot hun daad gedreven om hun innerlijk smeulend, maar verwerpelijk, verlangen,  naar wat ze gedwongen worden te verfoeien worden, te beteugelen? Het antwoord moet in hun eigen ziel gezocht worden.

Vandaag 160 kilometer, van Jaipur naar Sawai Madhopur, waar we in het Ranthambhore Bagh overnachten, in een tent. We rijden door een groene vruchtbare streek. We passeren 2 brede, voor het oog droogstaande rivierbeddingen. Dit is de graan/rijstschuur van Rajastan. De vraag is, van wie is het land? Is hier sprake van groot grondbezit of zijn het kleine keuterboertjes die graan, haver en rijst verbouwen? We zien ook veel buffels. Ze worden goed verzorgd. Ze worden gevoerd en gewassen. Waarschijnlijk ploegen ze het land. Voor de waterputten gebruiken ze hier met diesel aangedreven pompen. Het land wordt goed geïrrigeerd.

In de namiddag bezoeken we het Ranthambhore Fort en de Ganesh Tempel. Het Fort is 1.100 jaar oud. Het is vervallen. Het ligt boven op een berg met aan weerszijden prachtig uitzicht op het park. Het is adembenemend, de verbrokkelde paviljoens te zien liggen in het subtropisch oerwoud.

De in rood-bruin tinten geschilderde ruïnes steken scherp af tegen het groen van het loof, het grijs van de kale bomen en het blauw van de lucht. Zelfs de irritante graffity is niet van invloed op de schoonheid. Het versterkt alleen het besef, deze erfenis van de eeuwenoude geschiedenis van India, met meer zorg te conserveren. Door onze belangstelling, groeit onze gids in zijn rol. We dompelen ons onder in nostalgie en romantiek.

’s Avonds dineren we buiten in de tuin, nadat we op het terras voor onze tent een aperitief hebben gedronken.

15 februari 2010

Vandaag staat er ’s ochtens en ’s middags de game-drive op het programma. Een kleine bus zonder dak, vol toeristen, één gids en één chauffeur. Het park is ingedeeld in 5 zones. ’s Ochtends hebben we zone 5. Saai, geen tijger te bekennen, alleen heel veel Deer en Hoelmannen. De uitleg is summier. Het bos, de vogels en de natuur krijgt geen aandacht. Alle aandacht gaat uit naar de tijger. Maar de tijger krijgen we niet te zien.

Moedeloos en licht teleurgesteld keren we terug naar onze tent! Het ontbijt is goed verzorgd. De douche hartverwarmend. We lezen, tekenen en schrijven op het terras. Als lunch eten we een verrukkelijke kip-sandwich. We maken ons op voor de middag game-drive.                                                                                                                                                          We scheuren het park in. Ze hebben haast. Ik krijg een voorgevoel. Ik zie 3 jeeps staan. Bij een grote boom ligt een tijger. Hij buikt uit van zijn prooi, een hert, verschalkt de andere dag. Af en toe beweegt zijn staart, voet of kop. Het aantal auto’s groeit gestaag. Het nieuws verspreidt zich snel. Net als het mij begint te vervelen staat ze op en verdwijnt langzaam in het hoge gras. Ze slaat lastige, rond haar zoemende vliegen met elegantie en ingetogen rust van zich af. Maar onze game-drive kan niet meer stuk.

Deze zone, rond 2 meren, is van een adembenemende schoonheid. We zien zich in de zon warmende krokodillen, wadende herten. We spotten bronstige mannetjes herten. We zien zwarte en witte ibissen, de Indische Nimmerzat en nog veel meer prachtige vogels, waaronder het beeldmerk van de staat Rajastan, haar bier en mineraalwater, de Kingfisher. We zien ook 2 soorten uilen in hun eigen omgeving. We krijgen uitleg over de natuur en tijd om foto’s te nemen van het bos, de bomen en het landschap. Ons verblijf in Rajasthan is in één klap een groot succes.

Als we terugkeren in het basiskamp worden we gefeliciteerd met ons geluk, dat we de tijger hebben gezien. Ik besef dat het eerder uitzondering dan regel is. Na het aperatief dineren we in de tuin, met voor 4 mensen levende muziek en dans, waarvan je moet houden! Toch maar 100 RP, glimlach alom. Welkom in India.

Agra