HILVARENBEEK – LAGE MIERDE
1 juli 2023
We hebben gisteren onze tent opgezet bij ‘Ons Stekske’, een minicamping in Luyksgestel. Vannacht wakkerde de wind aan, de voorbode voor de lang verwachte regen. Het heeft toch iets romantisch, dat kletteren van de regen op het tentzeil, mits dat niet te lang duurt natuurlijk. De voorspellingen voor vandaag zijn somber, maar veel en lang regent het gelukkig niet. De boeren en de natuur worden er in ieder geval niet veel wijzer van, de bronnen worden niet aangevuld. Morgen en overmorgen schijnt de zon weer, de zomer blijft en laat zich niet zo maar verdringen. We staan vroeg op, net na 7 uur, alhoewel An protesteert. Weer of geen weer, we gaan op pad, de paden op, de lanen af, niks blijven liggen. Maar voordat het zo ver is ….
We moeten omrijden vanwege wegwerkzaamheden, rijden verkeerd, missen de bus in Lage Mierde en hebben moeite een veilige en gratis parkeerplaats te vinden in het centrum van Hilvarenbeek. Volgens de routebeschrijving komen we vandaag ook niet door een dorpje. Geen koffie met gebak dus onderweg, dan maar voor dat we onze eerste stappen zetten bij Smulsalon Zinin Freakin’tasty, aan het Vrijthof. De aardbeienschelp smaakt naar meer en bij de koffie geen koekje, naar een klein ijsje. Het miezert als we om half 11 uiteindelijk op pad gaan.
We zijn het fraaie centrum van Hilvarenbeek nog niet uit of het houdt op met zachtjes regenen en we verruilen onze windjacks voor onze rode regenjassen. We duiken het bos in, waar we tot vlak voor Lage Mierde blijven lopen, langs de grens tussen Nederland en België. Het is een mooie etappe vandaag, alleen jammer dat onze schoenen en sokken drijfnat worden van het natte, hoge gras. De regen deert ons niet, de meeste overlast wordt veroorzaakt door de druppels, die door de wind uit de bomen worden geblazen. Niet alles in het bos is lieflijk met zacht mos op de bodem of de hoge, groene varens. Regelmatig zien we stukken met veel dood naaldhout, door stormschade of kap door beheer. Diep in het bos zien we ook velden met bloemen, nog niet ten onder gegaan door de stikstofuitstoot van de boeren. We passeren twee grote vennen. Bij de eerste zien we in de verte een ooievaar, die later boven het ven cirkelt. Op het ven zwemmen eenden. Vlak voor Lage Mierde steken we de Reusel over. Langs de oever staan borden met drijfzand.
Vermoedelijk probeert het waterschap hier haar natuurlijke meanderde loop terug te krijgen. In afwachting van de bus naar Hilvarenbeek terug, duiken we de kroeg Bojo’s in, de stamkroeg van Prins Carnaval, maar vandaag leeg en smakeloos. We zijn de enige gasten, de bediening is in handen van 3 tamelijk gezette, rokende, chagrijnige meiden, die onderling ruziën wie wat moet doen en dus gebeurt er niet veel. Een lege bus brengt ons terug naar Hilvarenbeek waar wij bij AH boodschappen doen, voordat we terugrijden naar ons basiskamp, ons stekkie, voor deze week.
LAGE MIERDE – REUSEL
2 juli 2023
Rijdt bus 143 nou wel of toch niet! De app 9292 biedt geen uitsluitsel. Als we de gewenste vertrektijd intikken, rijdt bus 143 elk uur, maar links boven staat in hele kleine lettertjes 3 juli en vandaag is het 2 juli 2023! Het plan was om de auto in Reusel te parkeren en van daaruit 10 minuten met bus 143 naar Lage Mierde om daar het pad weer op te pakken. Alhoewel we al 10 minuten onderweg zijn draaien we toch om, terug naar de camping. We nemen het zekere voor het onzekere en halen de fietsen op. Hemelsbreed is de afstand tussen Lage Mierde en Reusel slechts 6 km. Het is dus al weer 10 uur als we in Lage Mierde aan onze etappe van vandaag beginnen. De tijdens de ruilverkaveling recht getrokken beek, met de naam Reusel, wordt hier hersteld en teruggebracht in haar oorspronkelijke vorm. Natuurbouw in combinatie met waterberging, zodat ernstige overstromingen na langdurige regenval uitblijft. Niet alleen stikstof, maar ook ruilverkaveling veroorzaakt ellende; de ruilverkaveling van na de 2e Wereldoorlog heeft zo mogelijk nog meer schade aan de natuur toegebracht. In Reusel zelf is nog een hoop werk aan de winkel, hier is de beek nog kaarsrecht.
In het particuliere landgoed Utrecht ligt het verdroogde Turfven, dat met Europees geld hersteld wordt. Door intensieve bos- en landbouw is zoveel water onttrokken, dat het ven is drooggevallen. Door de neerslag van stikstof is de bodem verzuurd. Pitrus en pijpenstrootjes overwoekeren de oorspronkelijk rijke, gevarieerde vegetatie. Een ingenieus stelsel van maatregelen moet het ven in haar oude luister herstellen. Een project voor de lange adem dus. Hopelijk lukt het, want het landgoed is schitterend. Het is heerlijk om er doorheen te lopen, de meeste tijd op onverharde paden. Buiten enkele ATB-ers zien we nauwelijks mensen, laat staan Lange Afstand Wandelaars. Het is heerlijk rustig. De etappe voert langs meerdere vennen, waarvan de één er beter aan toe is dan de ander.
We zien ook nog enkele grenspalen maar, we kunnen ons natuurlijk vergissen, we zetten geen stap in België. Een enkele keer passeren we een akker met graan, aardappelen en natuurlijk maïs, maar ook een hennepveld, dat er goed bijstaat. Eénmaal lopen we langs een akker met natuur inclusieve landbouw, een graanveld met niet alleen halmen met graankorrels, maar ook felgekleurde bloemen die een mooi beeld vormen.
Was het vanmorgen nog bewolkt en fris, maar wel ideaal wandelweer, inmiddels schijnt de zon en worden onze spieren verwarmd. Opnieuw is er vandaag geen horeca onderweg dus duiken we in Reusel het terras van ‘t Torentje op voor een kop thee, een Brusselse wafel met slagroom voor Hans en Monchou voor An. In een vloek en een zucht fietsen we terug naar de auto in Lage Mierde, zetten de fietsen achter op de auto en rijden naar de Plus in Luyksgestel voor boodschappen voor het avondeten. We genieten van het gerommel voor onze tent, het eten en de rust.
REUSEL – LUYKSGESTEL
3 juli 2023
Het loopt vanmorgen gesmeerd, even na 9 uur zetten we onze eerste stappen al op de voor deze week langste etappe. Al vrij snel zijn we bij Taverne d’n Ouwe Brandtoren, waar we toch maar stoppen voor de koffie en appeltaart met slagroom. Aan d‘n Ouwe Brandtoren hangt een leuk verhaal. Vanuit d’n Ouwe Brandtoren moesten de boeren uit de omgeving bij toerbeurt de wacht houden, ook tijdens de oogsttijd. Net zoals je nu een Bardienst kunt afkopen, konden de boeren deze dienst ook afkopen. Eén man was er altijd wel voor te porren om de dienst over te nemen. Bij brand moest hij via via bellen met de brandweer. Omdat hij van het werk hongerig en dorstig werd, is de Taverne geopend. De oude toren heeft nu plaats gemaakt voor een fraaie, uit hout en staal opgetrokken toren met klimwand, die bij het Avonturenpark hoort. We lopen verder door Landgoed De Pals, een bosreservaat. Hier is de exoot Amerikaanse eik massaal gekapt en de vogelkers verwijderd om de oorspronkelijke begroeiing weer een kans te geven. Het landgoed is onderdeel van de Kroonvense Heide, met voornamelijk naaldhout. In het begin van de 20e eeuw heeft de heide plaats moeten maken voor productiebos en landbouw. Enkele vennen, zoals het Kroonven, zijn gespaard gebleven.
Als we de A67 (Venlo-Eindhoven-Antwerpen) zijn overgestoken via het viaduct met aan weerszijden een faunastrook, komen we na verloop van tijd bij Herberg In het wilde zwijn, dat alle dagen geopend is, behalve op maandag. Via de grensweg lopen we tot aan het monument ter herinnering aan de ‘Dodendraad’, die we al eerder zagen in Zeeuws-Vlaanderen. Het monument bestaat uit draad (hoogspanning-dodelijk), een slagboom en een grenswachter huisje met aan weerszijden een levensgrote foto van een Nederlandse- en een Belgische grenswachter. Na het einde van de 1e Wereldoorlog werd de draad verwijderd en werd er in deze streek veel gesmokkeld, want de bevolking was straatarm. De smokkelwaar was, zoals in het huisje leuk verbeeld, tabak en boter. Omdat vrouwen niet gefouilleerd mochten worden, zetten de grenswachters de vrouwen voor de kachel, zodat de onder hun rokken verstopte boter smolt. Hier eten we onze boterhammen en lopen verder door het bos, afgewisseld door akkers met aardappelen en maïs tot aan de fraaie kapel bij de begraafplaats van Luyksgestel, waar we vanmorgen onze fietsen al hebben neergezet. Uit gewoonte steken we nog een kaars op voor iedereen die ons lief is.
Het was een mooie wandeling, wel veel wind maar af en toe ook de zon. De Abdij van Postel zien we helaas niet op de route. Door de herindeling van België en Nederland in 1843 verloor de Abdij veel van haar bezit, dat ze tevergeefs aangevochten hebben. Ze maken er geen bier, maar lekkere kaas. Wellicht kunnen we er vrijdag nog even langs wippen.
LUYKSGESTEL – BORKEL
4 juli 2023
Veel wild, op een enkele haas na, hebben we nog niet gezien, behalve op de borden die waarschuwen voor overstekende reeën, wilde zwijnen en een kat! Ja, de kat stond gisteren echt op een bord! Vast werk van een grappenmaker! Nou is in Nederland wel weer de wilde kat waargenomen, maar of dat nou in Brabant is? Van zwijnen zien we in het bos wel sporen van het wroeten in de grond, op zoek naar voedsel, zoals eikels. Van reeën zien we de wildpaden. Reeën met kalveren zien we alleen op de borden, die de wandelaars gebieden hun hond aan de lijn te houden. Het is een zware dag vandaag, de 4e dag breekt ons elke keer weer op! Het landschap is afwisselender dan de laatste 3 dagen. Nu niet alleen overwegend bos, maar bos afgewisseld met akker- en grasland, hennep (green inclusive, wat dat ook mag zijn), heide, veen en het beekdal van de Dommel. Als we vanmorgen opstaan is er geen wolkje aan de hemel te bekennen, maar daar komt snel verandering in. De krachtige wind van afgelopen nacht is gelukkig gaan liggen. Het blijft de hele dag droog, de zon verwarmt ons, maar de wind steekt wel weer op. Voor vanavond en vannacht wordt regen voorspeld met windstoten en onweer; van alle campers en caravans zijn de luifels uit voorzorg al ingedraaid, en alle stoelen en tafels opgeborgen. Wij staan met onze tent achter een hoge heg en hopen er het beste maar van.
We lopen vandaag door Natuurpark Plateaux-Hageven, in beheer bij Nederland en België. De Belgen maken het pad uitdagend door er een heuse hangbrug in te verwerken. Maar voordat we dit gebied inlopen hebben we na 3 uur buffelen ‘effe pauze’ bij de benzinepomp van Tamoil. Hier hebben ze wel koffie, maar geen gebak, dus doen we ons tegoed aan een witte pistolet met gehaktbal en bratworst, ook ’heul’ smakelijk. De koffie vervangen we door melk, de zgn witte motor. Niks witte motor, als we weer verder lopen, zijn onze spieren knap stijf en stram en hebben we moeite om op gang te komen. Maar het gebied is zo mooi en boeiend, dat we onze spieren al snel vergeten zijn.
Vanaf het Plateaux kunnen we in de verte de Dommel al zien lopen. We lopen het dal van de Dommel in. Dit gebied roept herinneringen op. In 2015 liepen we hier ook met John en Jacky, op het rondje Brabants Vennenpad. Later kwamen we terug met onze kleindochter Velicia en hebben toen vanuit Borkel gekanood op de Dommel. De wandeling door het dal is er één met hindernissen, keer op keer moeten we over de met kunstgras beklede opstapjes over het prikkeldraad klimmen.
Echt soepel gaat dat niet, zeker niet aan het eind van de wandeling. We buigen af naar de plek waar we vanmorgen onze fietsen hebben achtergelaten. Hebben we vandaag 22 km gewandeld, op de fiets terug is het net iets meer dan 10 km over leuke fietspaden, maar wel tegen de wind in. Bij de Plus staat de auto en doen we gelijk inkopen voor het avondeten voordat we terugkeren naar ons basiskamp. Nu is het wachten op het voorspelde slechte weer. Wie weet zitten ze er wel flink naast.
LUYKSGESTEL
5 juli 2023
Na een stormachtige, natte nacht, staat onze tent er nog goed bij vanmorgen. We hebben eigenlijk best lekker geslapen. Het is droog, af en toe zien we zelfs een zonnetje, maar het stormt nog steeds. De wind wakkert zelfs in de loop van de ochtend aan. We besluiten vandaag niet te gaan lopen, geen risico’s te nemen om in het bos loszittende takken op ons hoofd te krijgen. Heel Nederland staat op zijn kop, code rood, oranje of geel, en het is tenslotte geen aangenomen werk. Op ons gemak ontbijten we, douchen, drinken koffie en tegen half 12 besluiten we naar Abdij Postel te rijden. Halverwege passeren we Herberg In het Wilde Zwijn, dat afgelopen maandag gesloten was toen we er langs liepen. Nu is het open en we gooien direct het stuur om, we gaan er lunchen. We zijn nieuwsgierig geworden door de diverse reacties in de Facebook groep van het NederRandpad. Het is inderdaad de moeite meer dan waard, je kijkt je ogen uit en het eten is goed. Heeft iets weg van de Efteling. Op de kaart hebben ze verschillende stampotten staan, precies wat een LA-wandelaar op een natte, stormachtige dag als deze nodig heeft, dus reserveren we alvast een tafeltje voor vanavond.
We rijden door naar Abdij Postel, o.a. bekend om zijn kruidentuin, maar die blijkt er, na het overlijden in 2022 van de laatste monnik die de tuin bijhield, knap verwaarloosd bij te liggen. Jammer. We rijden door naar Mol en gooien onze Toyota vol voor € 1,66 per liter, dat scheelt nogal wat met Nederland. We besluiten via de Achelse Kluis terug te rijden. Ook hier waren we al eerder op wandeltochten, maar ook met onze kleindochter, toen we hier in de buurt met haar kampeerden. Geweldig vond ze het om met één been in Nederland en één been in België te staan.
De Abdij is dus ook bekend terrein voor ons. We drinken thee met gebak en rijden terug naar ons basiskamp. Tegen half 7 rijden we weer naar de Herberg In het Wilde Zwijn, voor de stamppot. We gaan voor de zuurkool met worst. Morgen gaan we verder met het NederRandpad, etappe Borkel-Budel.
BORKEL – BUDEL
6 juli 2023
De dag na de storm die luisterde naar de naam Poly, gekocht door een Duitse voor € 260,-, is overgewaaid. Hier in Brabant code geel, elders code rood met flinke schade. We stonden beschut en de tent heeft zich goed gehouden. De stormschade hier in de bossen valt mee, hier en daar wat afgewaaide takken en bladeren. Onderweg vanmiddag passeerden wij een man, met een sigaar in zijn mond en een heggenschaar in zijn handen, op het fietspad door het Leenderbos, die meer schade berokkende dan Poly deed. Als hij snoeit kringelt rook van zijn sigaar omhoog en dat in een, ondanks de regen van gisteren, kurkdroog bos. Naar zijn stellige overtuiging zit het uitstekende groen de fietser, die hier talrijker is dan de wandelaar, in de weg en wordt er door het bosbeheer niets aan gedaan. Hij wil niet op de foto, jammer. Op dit moment lopen we in het Leenderbos, gemeente Valkenswaard. De Malpie en het Dommeldal liggen dan al achter ons.
De Malpie valt tegen. Was de grond rond het ven vroeger schraal, door menselijke activiteit is dat verleden tijd. Planten van de arme grond, zoals de zonnedauw, zijn dan ook verdwenen. Hoe trots moet je als natuurliefhebber op de boer zijn! De Achelse Kluis laten we rechts liggen, daar waren we gisteren, en de koffie met gebak scoorden we vandaag al bij Eetcafé Zomerhof, dat trouwens een stuk smakelijker was dan dat van gisteren.
Vlak naast het eetcafé is een enorme stoeterij. De grote parkeerplaats staat vol luxe, giga grote en dure vrachtwagens voor het vervoer van paarden, waarin ook de mogelijkheid om te overnachten. Er is hier dit weekend vast wat te doen met paarden. Al wandelend bedenk ik dat er voor een godsvermogen aan auto’s, bussen en stallen staat, dat waarschijnlijk maar een paar keer per jaar wordt gebruikt. Nederland wordt net als India en de VS een land van uitersten, een land van schrille tegenstellingen, dat uit angst om de rijkdom te delen, ook nog onbestuurbaar lijkt te worden als de partij met de breedste schouders op haar strepen gaat staan en de immigratie hoe dan ook wil terugdringen. Wie gaat er straks dan de asperges oogsten of de aardbeien en tomaten plukken, en ga zo naar door. Gaan de aanhangers van die partij dat dan doen?
We eindigen in het Leenderbos, ook weer bekend terrein voor ons. Veel zandverstuiving, veel naaldhout en ook exoten, die bestreden worden. In de verte zien we de torenspits van Budel. Elk dorp heeft hier haar kerk, kapel, Maria- of Jezus beeld. Het rijke Roomse leven in het land van de zachte G. Maar die tijd is voorbij, kerken sluiten, kloosters staan leeg. De Nederlander lijkt met andere dingen bezig te zijn dan met God.
BUDEL – WEERT
7 juli 2023
Het slotakkoord voor deze week, die we door Poly, de heftigste zomerstorm ooit, niet snel zullen vergeten. Een ronduit saaie etappe op deze zomerse dag, met temperaturen die oplopen tot de 29°C. Liepen we afgelopen week van dorp naar dorp en kwamen we zelden door dichte bebouwing, vandaag rijgen de dorpen Budel, Budel-Schoot en Budel-Dorplein zich aaneen. Verheffend is het allemaal niet, of het moet de passage zijn van wat ooit de IJzeren Rijn was, de spoorlijn die de haven van Antwerpen met haar achterland in Duitsland moest verbinden. Uit louter concurrentie overwegingen werkte Nederland niet mee. Verheffend? Buren dacht nog mee opgestuwd te worden in de vaart der volkeren en bouwde een station en een rangeerterrein. Wat rest is een enkel spoor, alleen in gebruik voor het transport van zinkerts van Antwerpen naar de fabriek Nijstor in Budel. Maar ook dit is in 2022 door de hoge energiekosten gestopt. In Budel-Schoot drinken we bij de Plus koffie met gebak. Er is Kermis, het 2e jaarlijkse hoogtepunt, na Carnaval, in elk Brabants dorp. Om de 3e plaats strijden het Rondje om de Kerk en het Circus. Na de route door de Budel, met een slinger langs recreatienatuur (die wij afknippen op deze warme zomerdag), belanden we op het bloedhete Militair Oefenterrein Weerterheide, dat loopt tot aan de IJzeren Man bij Weert. Maar voordat we de heide oplopen, passeren we het terrein van de grondbank van Budel, dat Hans herinnert aan vervlogen tijden.
Jarenlang was hij betrokken bij de grondbank Rotterdam, de moeder aller grondbanken en een goudmijn voor de stad. Tientallen miljoenen heeft de stad daaraan verdiend. Hier wordt het terrein opgehoogd met verontreinigde grond en vervolgens volgegooid met zonnepanelen. Een heuse energiefabriek. De Weerterheide wordt van alle kanten doorsneden door brede, rulle zandpaden, waarover van tijd tot tijd de militaire tanks denderen. Vandaag zijn wij hier de enige bezoekers, geen andere, weldenkende levende ziel waagt zich in deze snelkookpan. Wij proberen zoveel mogelijk over de smalle paden met harde ondergrond te lopen, maar kunnen toch niet vermijden dat we flink wat zand in onze schoenen scheppen.
Als we na de open heidevlakte het bos met een beetje schaduw inlopen, naderen we het einde van deze wandelweek. Op de fiets keren we terug naar Budel waar we de auto oppikken en via de Plus in Luyksgestel terugrijden naar de camping, waar we deze week in stijl afsluiten en ons tegoed doen aan wijn en hapjes in de zon (An) en in de schaduw (Hans). In augustus komen we terug op het NederRandpad, tot dan.
WEERT – STRAMPROY
22 augustus 2023
We staan vroeg op en vertrekken bijtijds. Stramproy ligt zo’n 140 km van Schiedam, 1 uur en 40 minuten rijden als er geen file is. Het geluk lacht ons vandaag toe, geen file en de auto start in één keer. Gisteren startte de auto niet en moesten we 1,5 uur wachten op de SOS service. De kleine startaccu van onze hybride auto bleek leeg, fijn hoor, die moderne chip gestuurde auto’s.
Onze etappe van vandaag start in Weert, bij de IJzeren Man. We waren hier al eerder. De eerste keer in 2007, toen we het Pelgrimspad in Nederland liepen en een jaar of 10 later, toen we met Velicia, onze kleindochter, in Weert op camping De Wega kampeerden. Voordat we op pad gaan duiken we het volle terras van partycentrum De Sluis op voor koffie met natuurlijk de Limburgse vlaai. De koffie lukt, maar de bakker heeft het gebak nog niet afgeleverd vandaag, dus geen vlaai. De teleurstelling is groot en niet alleen bij ons.
De etappe vandaag is prachtig, door de Kempen-Broek, een ruig waterrijk natuurgebied, dat niet geslachtofferd is door ruilverkaveling. De natuurorganisaties hebben hand in hand de oprukkende landbouw tot stilstand gebracht en de ontwatering van het gebied beëindigd. Alles wordt in het werk gesteld de waterbergingsfunctie te herstellen en te verbeteren. Met de huidige klimaatdiscussie hebben ze de wind in de zeilen. Het is zo nu en dan ruige natuur, oude smokkelroutes, smalle, zompige paadjes met helaas veel prikkelende bramenstruiken en brandnetels.
Maar het ergst zijn de muggen, in het natte bos gaan ze vol in de aanval. Als we het bos uit zijn staken ze hun strijd, maar dan rukken de dazen op. Met onze blote benen en armen zijn we vandaag een dankbare prooi. Deet helpt wel, maar niet voor de volle 100%. Over een als brug dienende boomstam steken we de Abeek over, lopen dan weer in Nederland en dan weer in België. In de loop van de ochtend raakt het bewolkt maar langzaam lossen de schapenwolkjes op en breekt de zon weer door.
De heide staat in bloei, veel heide is er echter niet. Veel terreinen worden begraasd, Przewalski paarden en Taurussen, kolossale oerrunderen, die we gelukkig niet tegenkomen, zodat planten zoals hei een kans hebben. We lopen door de Laurabossen en het Feestbos. In het Feestbos kun je op de 3e zaterdag van november een boom planten voor een dierbare overledene. Aan de bomen hangen kaartjes waarop de dierbare wordt herdacht en hiermee wordt de herinnering levend gehouden. Een mooi initiatief, maar waarom wordt het Feestbos genoemd? We verlaten de natte Kempen, waar vroeger nog turf werd gestoken. De torenspits van Stramproy duikt op en bij een kapelletje, dat door een vrijwilliger een nieuw likje verf krijgt, vinden we een ‘happy stone’.
Op de fiets zijn we in een half uurtje terug in Weert bij de IJzeren Man en gaan op zoek naar het Fletcher Hotel, waar we vandaag en morgen overnachten.
STRAMPROY – MAASBRACHT
23 augustus 2023
Het is warm vandaag, een strakblauwe hemel en geen zuchtje wind. Al snel klimt de temperatuur richting de 30°C. We brengen de fietsen naar Maasbracht en rijden terug naar Stramproy, waar we de auto parkeren bij Sint Jan, de oude houten molen, bewierookt in onderstaand gedicht van Weertenaar Paul Sterk uit 2014.
Al waaiden de eeuwen langs hem heen
Met hun revoluties en technieken,
Jan bleef blind vertrouwen op zijn wieken,
Want de wind zong zelfs voor hem alleen.
Maar molens van hout maakten plaats voor steen.
Verderop verrezen een paar meelfabrieken.
Het maakte hem, keer op keer, melancholiek en
Dan zag je hem huiveren van top tot teen.
Toch wist de waan van de dag hem te sparen
Voor vernieuwingsdrang die nooit slooploos kan.
Zijn standaard viel immers niet te evenaren.
Terwijl hij mijmert bij het ritme van de korenwan
Zingt de wind: eenvoud is het kenmerk van het ware
En streelt met die woorden de oren van Jan.
Vandaag is een ronduit saaie etappe. We trekken door het akkerland naar de Maas. Links en rechts staan uitgelopen scheuten van asperges en de restanten van snijbloemen (lelies en gladiolen), afgewisseld met maïs, suikerbieten en aardappelen. Het is niet alleen warm, maar ook doodstil. Met deze hoge temperaturen zingen zelfs de vogels niet meer. Gelukkig staan er langs de verharde en onverharde stoffige paden veel eiken, die voor wat schaduw en verkoeling zorgen.
Zo nu en dan lopen we door snippernatuur, zoals het beekdal van de Itterbeek met de Schouwsmolen. Het rad draait langzaam rond, zonder enige functie. Voor thee met kersenvlaai monsteren we aan in ‘t Pastorieke in Neeritter. We laten het ons goed smaken, in de schaduw, onderuit gezakt in luie stoelen. Vervolgens lopen we door Ittervoort en Thorn, het witte dorp.
Het is druk in Thorn, de terrassen zitten bomvol. De ijsboer doet goede zaken. We lopen langs de Abdijkerk en het oude klooster, op zoek naar de Maas. Langs de Maas lopen we over de grasdijk, waaronder het fietspad loopt met rechts daarvan de Maas. Links ligt een steenfabriek. In Wessem wordt het pad ronduit vervelend. Via een secundaire weg langs de A2 steken we de Maas over. De stilte van het platteland heeft plaatsgemaakt voor een oorverdovend lawaai van het wegverkeer. Ook Maasbracht is niet verheffend.
Op een terras van een door Chinezen gerunde cafetaria drinken we voor een schappelijke prijsje bier en sneeuwwitjes. Verfrist stappen we op onze fiets en rijden terug naar Stramproy, een tocht van bijna 1 uur. Terug in het Fletcher Hotel in Weert spoelen we onder de douche de warmte van ons af, waarna we het centrum inlopen en onder de St. Martinuskerk bij de Weerter Bazar een hapje eten. Recht daar tegenover is Café De Gruijter, een oude kruidenierswinkel, een ontwerp van architect Wildschut. Hier keek Hans jaren terug naar de Johan Cruyff schaal wedstrijd tussen Feyenoord en PSV, terwijl An buiten op het terras zat en Velicia zich vermaakte op een springkussen.
MAASBRACHT – GREVENBICHT
24 augustus 2023
De etappe van vandaag volgt de bochtige grensrivier Maas van Maasbracht naar Grevenbicht. Onderweg komen we langs plaatsjes met in ‘t oog springende namen als Ohé en Laak en Susteren. Ter hoogte van Susteren ligt Illikhoven, het smalste stukje Nederland, ingeklemd tussen in het westen België en in het oosten Duitsland. Maar eerst lopen we over de sluis van Born, de zon schijnt door de dunne bewolking. De binnenschippers zijn hier aangewezen op het Julianakanaal. De Maas is alleen geschikt voor pleziervaart en na de aanleg van de Maasplassen zijn er volop mogelijkheden voor recreatie. De plassen zijn aangelegd om water te kunnen bergen tijdens hevige regenval. De Maas is een regenrivier en door de plassen kunnen overstromingen voorkomen worden. Deze waterwerken zijn technisch een succes, zeker ook voor de watersporters. De jachthavens en werven wisselen elkaar af. Bij de sluizen zien we dat het hoogteverschil het kanaal hier fors is, zeker wel een meter of 10. Als we het Julianakanaal op de dijk volgen betrekt de lucht, het is drukkend warm en we zweten flink.
Hierin komt niet eerder verandering in dan na de eerste echte regenbui. We besluiten af en toe een bochtje recht te buigen in verband met het vooruitzicht van onweer en regen in de 2e helft van de middag. Het onweer blijft uit, maar de regen komt eerder dan de weersapp voorspelde. We trekken onze windjacks aan, maar die houden de regen niet tegen en laten ons nog meer zweten. In Roosteren zijn de restaurants gesloten en moet de inwendige mens het doen met een voorverpakt broodje bal uit de koeling bij een benzinestation. Vlak voor Grevenbicht lopen we langs een artefact in het landschap, zand- en grindwinning op forse schaal. De vraag is of dit nog van deze tijd is, temeer daar recycling tegenwoordig op hoog niveau staat. Langs de meanderende Maas zijn de uiterwaarden ingericht als natuurgebieden die bij hoog water overstromen. Deze ontwikkeling is wel mede gefinancierd door zand- en grindwinning, eerlijk is eerlijk.
Als we terugfietsen naar Maasbracht is het gelukkig droog en weten we nog thee met vlaai te scoren. Als we de fietsen achter op de auto zetten gaat het flink regenen. Het is 4 uur, nog te vroeg om ergens een hapje te eten en dus besluiten we naar huis te gaan. We sluiten aan in het file gevoelige woon/werkverkeer, dat regelmatig stil staat. Wij hebben nog mazzel, het tegemoetkomend verkeer heeft te maken met betonblokken die bij Donceel door een vrachtwagen verloren zijn. Tot aan Rotterdam staat het daar stil en op de radio wordt gemeld dat er 2 uur vertraging is. Het doet ons beseffen hoe rijk wij wandelaars zijn, wij kennen geen files!