Sint Petersburg

17 augustus 2011

Het alarm gaat af om 6 uur. De IPhone vermeldt: vakantie, Rusland, Mongolië, China. Ik was al om half 6 klaar wakker. Nerveus? Ik kan het mij niet voorstellen, toch heb ik een knoop in mijn buik. Ons wacht een nieuw avontuur. Ik blijf nog een half uurtje liggen, dan ben ik het zat, sta op, zet koffie en maak de boterhammen klaar. Alles moet op. Afval weggooien, vaatwasser uitruimen. We doen alles op ons gemak. Toch fijn als je bijtijds bent en in principe tijd over hebt. Na het douchen, aankleden en ontbijt, trekken we de deur achter ons dicht. We hebben de bus van 5 over half 9. Bus- en treinreis verloopt voorspoedig. Alles sluit perfect op elkaar aan. Niet alleen de boardingpassen worden elektronisch aangemaakt, maar ook het inchecken van de bagage gaat automatisch. De koffer van An is 1 kg te zwaar (23 kg). We halen haar bergschoenen en een boek eruit. De koffer weegt nu nog 22 kg. Eénmaal ingecheckt en door de douane doen we onze inkopen en drinken koffie. Na de koffie gaan we naar de gate. Uiteraard moeten we alles uittrekken, zelfs onze schoenen. Hopeloos! Het vliegtuig vertrekt op tijd en de vlucht duurt maar 2 uur en 15 minuten. Tot aan de Duitse bocht hebben we zicht op de grond beneden ons. Daarna wordt het land door een dicht wolkendek aan het oog onttrokken. Na de cheeseburger en de wijn vallen we diep in slaap. De koffie gaat aan ons voorbij. In St.Petersburg miezert het. Het is 18°C. St.Petersburg ligt even noordelijk als de onderkant van Alaska en kent volgens onze gids/chauffeur maar 60 zondagen. Ze hebben dit jaar een warme zomer gehad, met temperaturen van boven de 35°C. We rijden in een rechte lijn de oude binnenstad in. De binnenstad staat op de Unesco Wereld Erfgoed Lijst, omdat aan de bouw in 1703, in opdracht van Peter De Grote, een plan ten grondslag lag. Het stratenpatroon zijn vierkanten die haaks op elkaar staan. Er is alleen rekening gehouden met de rivier. De uitvalswegen zijn breed. We rijden langs typische communistische bouw. Grote woonkazernes met appartementen, die nu erg populair en duur zijn. De grote keuken en de kamers met de hoge plafonds (>3m) maken deze appartementen gewild. Eind vorige eeuw werden massaal veel kleine appartementengebouwen neergezet. Onderweg zien we een aantal karakteristieke monumenten en gebouwen. We verblijven in Hotel Belvedere, Business Hotel Belvedere moet ik eigenlijk zeggen. Onze kamer is op de 2e verdieping aan de straatkant, recht tegenover de receptie. Na aankomst lopen we de stad in, eten en drinken, kopen water (het drinken van water uit de kraan wordt ontraden) en gaan vermoeid, na een lange dag, vroeg naar bed.

18 augustus 2011

Het raam staat open. Stadslawaai dringt onze kamer binnen. Als het raam dicht is, wordt het lawaai buitengesloten, maar dan is het benauwd en muffig op de kamer.  Om half 4 wordt ik wakker van een saxofoon. Op straat speelt iemand op een sax, liedjes zoals  “Summertime”. Op dat moment staat hij onder ons raam. Hij trekt spelend door de stad. Later hoor ik hem nog, hetzelfde repertoire spelend, verder weg. Ik slaap tot 7 uur. Herhaaldelijk wordt ik wakker. Langzaam zie ik het licht worden. Na het ontbijt gaan we de stad in. Het is 10 uur. Het regent. We lopen naar de metro. Ik koop 6 tokens voor RUB150. We nemen de roltrap en duiken de peilloze diepte in. We nemen lijn 3, richting Rebatskoe. De metro heeft geen perrons. Je wacht in een brede gang voor gesloten deuren, totdat de trein is gearriveerd en stilstaat. Dan gaan de deuren open. De stations worden omgeroepen, maar verder ontbreekt elk teken. Je moet nauwkeurig tellen. We stappen uit op Aleksandra Nevskogo. We gaan naar het Alexander Nevskiklooster. Het is verboden monniken te fotograferen. Het lijkt erop dat er nog veel monniken zijn. We vallen in een mis voor 3 heren, met zang. De vrouwen vallen op de harde granieten vloeren en bidden tot God. Andere kussen de talrijke uitgestalde Ikonen. In een zijbank neemt een geestelijke de biecht af. De mensen staan geduldig in de rij te wachten tot ze aan de beurt zijn. We kopen een CD en een kaart met een Madonna. Buiten regent het nog steeds. We bezoeken de Lazarev en Tischvin begraafplaats. Daar liggen beroemde Russen begraven. Ik ken er in ieder geval twee: Tjaikovski en Dostojevski. De entree is RUB300, bijna € 8,–. Een beetje overdreven. Een Engels sprekende gids gidst twee, in korte broeken gestoken, fors gebouwde toeristen over de begraafplaats. Ze draait haar verhaal geroutineerd af. De toeristen kijken verveeld om zich heen. Het regent nog steeds. Ze hebben een paraplu. Wij een capuchon op een waterafstotende, gele Tenson jas, die over datum is. Ik wordt nat. Tot overmaat van ramp heb ik ook nog sandalen aan. We duiken de droge en warme metro in. Een man voor mij moet door een poortje. Hij ziet er donker uit. Tsetseen? We rijden naar Vasileostrovskaya. We gaan naar Erarta, Museum voor moderne Russische kunst. Eenmaal uit de metro dwalen we doelloos rond. Ik heb geen idee hoe we moeten lopen. We schieten iemand aan. Nadat ze haar leesbril heeft opgezet, begrijpt ze waar we heen willen. Het is een eind lopen. Ze biedt ons een lift aan. Russen onvriendelijk? We worden voor de deur afgezet. Een vier verdiepingen tellend, gerestaureerd gebouw, vol historische meesters. Op de bovenste verdieping een verpletterende tentoonstelling van Pyotr Gorban. Prachtig werk! De serie houtskooltekeningen met als titel “De Bijbel”, en vooral de serie met de titel “De Rode Bijbel”, is ontroerend mooi. Moeten we naar Nederland halen! Knap is ook dat het Museum alleen Russische meesters heeft. Een voorbeeld voor Nederland. We rijden terug met trolleybus no. 11. Ik koop kaartjes bij een zwaar opgemaakte conductrice op hoge hakken. We stappen op Nevski Prospekt uit. We lopen naar de Izaäk Kathedraal. De kathedraal is van binnen en buiten indrukwekkend. Prachtige, geschilderde plafonds, schilderijen en mozaïeken. We eten in de ripp-of tent Romanov. Het eten is goed, maar weinig. De bediening is waardeloos. Ik zit nog niet eens of hij vraagt wat ik wil drinken. Ik zeg bier. Hij geeft mij achteraf het duurste, buitenlands bier van de kaart. Kort daarop komt hij vragen wat we willen eten. De kaart ligt nog gesloten voor ons. We verontschuldigen ons. Even later komt hij terug. Opnieuw wuif ik hem weg, we moeten nog kijken. We bestellen kip en worst, nemen nog een bier, eten smakelijk en direct na de laatste hap worden de borden verwijderd. Dessert? Nee! Koffie? Nee! Ik heb nog een half glas bier. Dan de nota maar. Enkele minuten later komt hij langs om het geld op te halen. Ik wuif hem weg. Ik bekijk de rekening, RUP1580, en leg RUP2000 neer. Nadat hij het geld heeft opgehaald duurt het relatief lang voordat ik het wisselgeld krijg. Toen hij de rekening bracht, wees hij ons er op dat het niet inclusief service was! Uiteindelijk komt het wisselgeld, RUB400, RUB20 te weinig. Ik pak de vier biljetten van RUP100 en maak aanstalten weg te lopen. Opnieuw wijst hij ons  op het feit dat de service niet is inbegrepen. Geërgerd door het gebrek aan service loop ik, mompelend dat hij reeds RUP20 heeft gejat, weg. Uren later erger ik mij nog. ’s Lands wijs, ’s lands eer. Ik geloof het niet. In de coffeeshop, waar we later genieten van koffie met gebak, wordt ons alle tijd gegund en werkt de WiFi, in tegenstelling tot Romanov (waarmee ze wel adverteren). We lopen langs het Griboedovankanaal en de Kerk van het Verspilde Bloed langzaam terug naar het hotel. Het is half 10. De zon gaat onder. De lucht is opengetrokken. De voorspelling voor morgen en overmorgen is goed.

19 augustus 2012

Uiteindelijk werd het toch nog laat. Het bijhouden van het dagboek kost veel tijd. Na twaalf uur viel ik met “De Avonden” in slaap. We staan om half negen op, douchen, kleden ons aan en ontbijten. Om kwart voor tien lopen we het hotel uit. We gaan lopend naar de Peter en Paulusvesting. De zon schijnt sporadisch. Vandaag struikelen we over de bruidjes en bruidegoms, die allemaal op dezelfde plek op de foto moeten. Ze worden rondgereden in oversized Hummers. Familie en vrienden er achter met champagne in de hand. Het is vandaag vrijdag. Morgen zijn de meesten vrij. Fijn als je met hoofdpijn wakker wordt. De bruidjes en bruidegoms zijn bijna allemaal erg jong. Zo rond de 20. We tasten in het duister waarom ze zo jong trouwen. Huisvesting? Later horen we van onze gids dat ze de deur uit willen, maar dat er ook weer veel gaan scheiden! Russen zijn grof gebouwd, gezet en hebben scherpe gelaatstrekken. Korte rokken, hoge hakken is de mode. Dik of dun, oud of jong, het maakt niet uit. We zien veel schaars geklede vrouwen met korte rokken, inkijk en hoge hakken. Verleiden en verleid worden. De mannen zijn soberder gekleed. Ik val op in mijn Desigual outfit. Via de Trotskibrug steken we de Neva rivier over. Voor ons ligt een moskee, met azuurblauwe tegeltjes betegeld. De moskee is niet toegankelijk. De moslims zijn in gebed. In het voormalige woonhuis van een prima ballerina, een woning uit de Jugendstil tijd, en het naastgelegen huis, is het Museum van de Russische Politiek van de laatste twee eeuwen gevestigd, maar het weer is te mooi om onze kennis van de geschiedenis bij te spijkeren. We bezoeken het Fort, met de graven van de Tsaren (Romanov’s) en andere Russische edellieden. De kerk is prachtig. We bezoeken ook de gevangenis. Teleurstellend. Grote cellen met bed, stoel en tafel, en in de hoek een lavet en wc. Hier werden de revolutionairen opgesloten. Belangrijk voor de Russen, voor ons niet echt interessant. Er zijn veel toeristen in St.Petersburg. De meesten komen uit Rusland zelf. Maar we zien, en horen, ook Italianen en Duitsers, en spaarzaam een Hollander. De stad is niet echt op buitenlandse toeristen ingesteld. Aanwijzingen in andere talen zijn helemaal niet te vinden of te horen. We maken een boottocht over de rivier en kanalen met een louter, Russisch sprekende gids. Het is niet eenvoudig je weg te vinden. Winkels en restaurants zijn verstopt, behalve op de Nevski Prospekt en de zijstraten daarvan, achter sombere, grauwe  gevels. Vanavond eten we goed. We hebben ook WiFi, zodat we met het thuisfront via WhatsApp kunnen communiceren. We werken Facebook bij. Het bier smaakt goed. Koffie drinken we elders, met tiramisu. Even voor tien uur zijn we, ruim twaalf uur later, terug in het hotel. Deze keer hebben we wel schone handdoeken, maar of de kamer opgeruimd is, blijft de vraag. De glazen staan nog op de plek waar we ze gisteren hebben achtergelaten.

20 augustus 2011

Op het programma staat De Hermitage, het winterpaleis van de Romanov’s. Het Museum gaat open om half elf. We zijn er iets eerder. Er staat een rij, die langzaam oplost. De rugzak moet in bewaring. Het winterpaleis  van de Tsaren hangt vol werken van oudere en jongere Europese meesters. Het aantal is overweldigend. Teveel om te bevatten. De paleiszalen zijn prachtig, mooi gedecoreerd, grote kroonluchters, beschilderde plafonds en muren, soms met bladgoud bekleed; de weelde kende geen grenzen. De bevolking leed en de vorsten baden in luxe. Voor mij paraderen de Russen. De zon schijnt ongehinderd. We zitten op een terras. We drinken een lokaal gebrouwen bier. Een halve liter. Het zijn de gegoede burgers die voorbij lopen op de Nevski Prospekt. De vrouwen zomers en soms schaars, uitdagend gekleed. Zien en gezien worden. Het verkeer rijdt af en aan. Autobussen stoppen aan de overkant en brengen en halen toeristen op. De zon schijnt onbarmhartig op onze hoofden. De zalmsandwich smaakt heerlijk. We zitten op ons gemak. De Russen zelf drinken, lopend of zittend op een bankje, bier uit de fles. Vrouwen ook. Het leven is relatief duur. Nederlandse prijzen. Zouden de Russen ook Nederlands loon verdienen? Twijfelachtig. Gisteren liepen we door armere, drukke en dichtbevolkte wijken. De armoe droop van de mensen af. Op Nevski Prospekt flaneert de dunne, rijke bovenlaag (en toeristen) van Sint Petersburg. Een klein percentage Russen  is schofterig rijk en rijdt in snelle Audi’s, BMW’s of Porche’s. Sint Petersburg slaapt nooit. Bars zijn tot in de kleine uurtjes open. Supermarkten 24 uur per dag, 7 dagen per week. De stad leeft. Verlengde Hummers rijden af en aan. Op straat wordt muziek gemaakt. Koffiehuizen zijn populair. Ze worden druk bezocht. We wachten op vervoer naar het station, vijf voor twaalf ‘s avonds vertrekt de trein naar Moskou. Om vijf voor acht morgenochtend komt de trein in Moskou aan. De trein stopt niet onderweg. De “echte” reis gaat beginnen, of is dat pas dinsdag 23 augustus in Moskou? Met de taxi gaan we naar het station. De gids loodst ons langs een zijingang het perron op. Er klinkt marsmuziek. Elke keer als er een trein vertrekt wordt deze muziek gespeeld. De hogesnelheidstrein naar Moskou staat op het punt te vertrekken Wij rijden met de Rode trein. De Provodnik’s staan naast de entree van de wagons. Wagon nummer 12, coupé nummer 3. Het maakt een vorstelijke indruk. Op de vloer tapijt, voor de ramen gordijnen met rode biezen en versierd met de letters KC. De gids legt alles uit. Ze komen langs met flesjes whisky, cognac en luxe broodjes. Als de trein is vertrokken, trekken we onze pyama aan, poetsen onze tanden en gaan naar bed. Ik slaap goed. De trein rijdt gestaag en maakt niet overdreven veel lawaai. Even voor zeven uur wordt ik wakker. We rijden door uitgestrekte naaldbossen. Als ik mij gewassen heb, rijden we door de voorsteden van Moskou.

Moskou