Amman – Jarash – Ajloun – Sharhabil Bin Hasnah Ecopark

Schiedam – Amman

24 oktober 2019

Relaxt, zo’n vlucht om half 2 ’s middags. Je kunt op je gemak opstaan, douchen en de laatste dingen inpakken. De koffer en de rugzakken staan al klaar. Bus 54 brengt ons naar station Schiedam, waar we de trein pakken naar Rotterdam CS en overstappen op de Intercity Direct naar Schiphol. Het vliegtuig vertrekt een half uur te laat. Het is mooi weer, er hangt weinig bewolking, zodat we goed zicht hebben op de onder ons in de laagstaande zon glinsterende rivieren. Via Arnhem vliegen we naar München, over een prachtig besneeuwd gebergte, Oostenrijk, voormalig Joegoslavië, Griekenland, Thessaloniki, de Egeïsche zee, de Griekse eilanden Kos en Samos, de Middellandse Zee en Tel Aviv, waar de landing wordt ingezet, naar een hel verlicht Amman. Een prima vlucht met af en toe toch wat turbulentie. Na 3 paspoortcontroles kunnen we onze koffer van de band halen. In de aankomsthal zien we onze naam op één van de bordjes, de pick-up service van het hotel. Het is 30 km naar Amman, de wegen zijn prima en pas als we down town Amman naderen wordt het druk. We worden hartelijk verwelkomd in het AL-Houriat Hotel, waar we voor de eerste 2 nachten een kamer hebben geboekt. De kamer is aan de achterzijde van het hotel, is klein maar schoon en ziet er redelijk uit. Door het open raam van de badkamer klinken de geluiden van de stad door. Op advies van de receptionist van het hotel eten we bij Abu Zaghla, een restaurant niet ver van ons hotel, verscholen in een zijstraatje. De plastic tafeltjes met gammele, plastic stoelen staan op straat. Op de tafels ligt een plasticje, de borden, de lepels en de bekers zijn ook van plastic. Na het eten wordt het plasticje bij de 4 punten gepakt en verdwijnt het in de grote afvalton. Het eten, vlees voor An en vis voor Hans, is lekker.

Het is druk op straat. De sfeer is zo anders dan op onze vorige reizen, vrouwen dragen lange jurken met hoofddoek. Slechts een handjevol jonge meiden is westers gekleed. De oudere mannen dragen ook jurken, maar de jonge knullen gaan westers gekleed. De chauffeur van de pick-up service, vertelde ons al dat Jordaniërs vriendelijke, gastvrije mensen zijn, die de mensen nemen zoals ze zijn. Vrouwen zijn volgens hem gelijkwaardig aan mannen. Dit beeld wordt vanavond gelogenstraft. Na het eten slenteren we terug naar het hotel, we drinken koffie in een druk bezocht, bedompt koffiehuis, op de 1e verdieping, schuin tegenover ons hotel. We zitten op het balkon. Binnen wordt door mannen gekaart en de waterpijp gerookt. Terug in ons hotel gaan we direct naar bed. Ons nieuwe avontuur is begonnen.

Amman

25 oktober 2019

We hebben goed geslapen, hoewel Amman nooit slaapt. Rond 8 uur staan we op en nemen op ons gemak een douche. Het douchewater kan geen kant op, dus al snel sta je tot je enkels in het water. Als we uren later, buiten is het al donker, terugkeren op onze kamer, is het waterpeil nauwelijks gezakt. Het ontbijt is voedzaam, er is brood, eieren, boter, kaas en halal worst met een dubieuze kleur. Na het ontbijt lopen we via de trappen omhoog naar Al-Qal’ah, de Citadel.

We hebben een Jordan Pass, en krijgen een stempel en kunnen zo naar binnen lopen. Rondom kijk je uit over Amman, met in het noorden de hoogbouw, het glinsterende zakencentrum. Voor het overige huizen in aardekleuren, de muurschilderingen en de moskeeën zijn de enige vrolijke noot in Amman.  Uit de luidsprekers van de talrijke minaretten schalt het gebed, ’s ochtends, ’s middags en ’s avonds. Je kan je op de Citadel vrij bewegen. Geen snerpende fluitjes zoals op de Acropolis, als je je buiten het pad begeeft. De locatie is niet overlopen. Ook veel Jordaniërs bezoeken de Citadel. De archeologische opgravingen zijn nog niet voltooid en regelmatig worden nog nieuwe ontdekkingen gedaan. De ruïnes stammen uit de Griekse, Romeinse, Byzantijnse en vroeg-islamitische tijd. De tempel van Hercules staat op een aan keizer Marcus Aurelius opgedragen platform met 3 enorme zuilen.

Het weer is goed. De zon schijnt onafgebroken. Er staat een verfrissend windje. In deze tijd van het jaar is het hier erg aangenaam. Na een kop koffie en een fotoshoot dalen we de trappen weer af. Het oude Romeinse centrum is bijna geheel verdwenen onder asfalt en beton, maar het reusachtige, gerestaureerde Romeinse theater Al-Muddaraj al-Rumani, gebouwd tussen 169 en 177 na Chr., is bewaard gebleven. Het biedt in drie ringen, de edelen dicht op het podium, de soldaten daarboven en op de 3e ring het gepeupel, plaats aan ongeveer 6000 toeschouwers en is nog steeds in gebruik. De trappen zijn steil en glad.

Eenmaal boven genieten we van het uitzicht en zien de Citadel met haar muren voor ons liggen. Afdalen is lastiger. Het is steil en, zoals gezegd, glad. We kiezen een gerestaureerde trap. Beneden werpen we een blik in de 2 musea, één voor klederdrachten en één voor folklore. Bij koffiehuis Lahtha, gelegen tegenover het amfitheater, bestellen we een lunch. De broodjes beef met mozarella worden bereid door een eethuisje iets verderop en door een koerier in een plastic tasje, in plastic bakjes, afgeleverd aan onze tafel. Verkwikt gaan we op zoek naar het huis van Hamud, dat tegenwoordig bekend staat als Darat al-Funun, Kleine huis van de Kunsten, dat echter vandaag gesloten blijkt te zijn. Vreemd, de reisgids vermeldt dat het museum open is van donderdag t/m zaterdag. We slenteren terug naar ons hotel, door een leuk steegje met charitatieve eet- en drinkgelegenheden, artistieke winkeltjes en leuke muurschilderingen, waaronder zelfs een portret van onze eigen Vincent van Gogh.   

Na de groente- en fruitmarkt bekijken we nog het Nymphaeum, een vervallen complex van fonteinen, naast ons hotel. We dineren in een restaurant met een naam waarin Mekka is verwerkt. De tv staat aan, een live programma uit Mekka. We zien hoe gelovigen rond de Ka’aba in de moskee al Masjid al-Haram lopen (Hadj’i’). Toch merkwaardig, want Mekka is een gesloten stad, alleen toegankelijk voor moslims. Vlakbij ons hotel drinken we tot slot koffie uit 2 aarden kommen.

Jarash

26 oktober 2019

Na het ontbijt gaan we met de taxi naar het Park Plaza Hotel, waar  we bij AVIS een auto willen huren. Dat is niet eenvoudig, maar ruim 2 uur later rijden we met onze Nissan Sunny de stad uit. An stuurt, Hans leest de kaart. Links en rechts wordt er gepasseerd en als het niet snel genoeg gaat wordt er flink getoeterd. Het is even wennen, er staan ook geen strepen op de weg en soms zit je op een 2-baansweg met 3 of 4 auto’s naast elkaar.

Maar zonder kleerscheuren zetten we de auto op de parkeerplaats naast de zuidelijke poort van de best bewaard gebleven Romeinse stad ter wereld. Jarash, één van de steden die deel uitmaakte van de Decapolis, was een rijke stad, de inwoners leefden in weelde. Veel verwoestingen zijn het gevolg van aardbevingen, die de stad meer dan eens troffen. Wij beginnen onze 3,5 uur durende wandeling bij de boog, met 3 poorten, van Hadrianus, gebouwd ter ere van het bezoek van keizer Hadrianus in 139 na Christus.

Ernaast ligt de hippodroom, waar tegenwoordig weer wagenrennen gehouden worden. We lopen verder over het uitgestrekte, ovale, met zuilen omzoomde forum van 90 bij 80 m naar Shari Kardu, de Hoofdstraat, met aan het eind de badhuizen en het zuidelijke theater, dat aan het begin van de 2e eeuw gereed kwam en toegang bood aan 3000 toeschouwers. De akoestiek is ongelofelijk. Op een heuvel ligt de tempel van Artemis, voor de beschermgodin van Zeus en de zuster van Apollo. Het noordelijke theater deed ook dienst als vergaderzaal van het stadsbestuur. De tempel van Zeus staat ernaast, boven op een heuvel. De Romeinen kozen deze plek voor de grote, rijke stad, omdat deze op het knooppunt lag van 3 handelsroutes. Het begint al te schemeren als we teruglopen naar de auto. Ons overnachtingsadres ‘Our Village Pine Cottage’ ligt buiten de stad. Abood, de eigenaar, heeft ons een routebeschrijving gemaild. We worden vriendelijk ontvangen en naar ons ‘kabouterhuisje’ geleid.

We hebben door de jaren heen al heel wat meegemaakt, maar nog nooit sliepen we in zo’n klein huisje. Op de grond liggen 2 matrassen, die dienst doen als bank en bed. Hans moet oppassen dat hij zijn hoofd niet stoot. Het toilet en douche is in een gebouwtje ernaast. We hebben een schitterend uitzicht op de stad en de olijven kletteren vanuit de boom op de tafel op het terras voor ons huisje, en dat alles voor € 22,–, inclusief ontbijt. Voor het avondeten lopen we terug naar de grote weg en volgen deze richting Jarash. Na een flinke tippel bereiken we een druk bezochte ‘afhaal Jordaan’. We bekijken het menu en hebben geen idee wat er allemaal staat en bestellen op goed geluk. Onze patat, kip en kebab wordt koninklijk buiten op een formica tafeltje uitgeserveerd, we hebben flink bekijks. Het eten smaakt goed en is spotgoedkoop, voor nog geen € 5,– eten we onze buik rond. De weg terug, berg op, is een stuk zwaarder, maar goed voor de spijsvertering. Vandaag zijn we begonnen de grootste verschillen tussen deze en onze westerse wereld te benoemen, zoals het ontbreken van westerse muziek. Uit de luidsprekers, de radio of tv, klinkt louter kattengejank, exusez le mot! In down town Amman zie je ook geen bars. De Jordaniër is alcoholvrij. Hij drinkt koffie of thee en lurkt aan de waterpijp, maar geen alcohol. Als je in de stad een drukke straat oversteekt, stoppen de auto’s. Ze rijden kris kras door elkaar, drukken te pas en te onpas op de claxon, maar ze stoppen voor voetgangers. Bij ons geven ze gas! Overal zien we herenkapsalons, maar waar zijn de dameskapsalons?  

Ajloun – Sharhabil Bin Hasnah Ecopark

27 oktober 2019

Het ontbijt wordt buiten op het terras geserveerd. Eerst wordt de sterke thee met munt gebracht. In het kleine potje, goed voor 2 mokken, drijven de muntblaadjes en 2 theezakjes. Ernaast 2 glazen en een suikerpot. Zelf drinken de Jordaniërs de thee en koffie heel sterk met veel suiker. Even later  komt een groot dienblad met daarop schaaltjes met ei, olijfolie, kruiden, kaas, zure kaas in olie, tomaten, komkommer, noten, aubergine, olijven en Arabisch brood. Het smaakt goed. Van Jarash rijden we vandaag naar Kasteel Ajloun, een kasteel van middeleeuwse Arabisch-Islamitisch-fundamentalistische militaire architectuur, gebouwd in 1184.

Het kasteel fungeerde als uitvalsbasis voor de islamitische troepen die de regio tegen kruisvaarders verdedigden. In 1214 werd het kasteel uitgebreid en waren er 2 poorten, 7 massieve torens en een 15 m brede gracht. In 1260 werd een groot deel verwoest door de

Het uitzicht op de Jordaanvallei is schitterend. We rijden verder naar het Aljoun Forest Reserve, waar we een prachtige wandeling maken door de steeneiken bossen. Het is er stil. In het reservaat zijn ook hutjes te huur om te overnachten.

Vandaag wordt de nieuw aangelegde zipp-line getest. Het heeft de aandacht van alle betrokkenen. Voor koffie serveren is geen tijd, de koffiedame wil geen moment van de test missen. Eén van de eerste waaghalzen slaagt er niet in om op het platform te komen. Hij gaat te snel, wordt terug geslingerd en komt halverwege tot stilstand. Hij moet zichzelf langs de kabel naar het platform geleiden, onder luid vermaak van de toeschouwers. We bezoeken de prachtig gebouwde ‘Academy’, uitvalsbasis voor de parkrangers, waar werkgelegenheid wordt geboden aan locals;

zo wordt er van olijfolie zeep gemaakt en allerlei soorten koekjes gebakken. We vervolgen onze weg. Het is nog geen 50 km naar het Sharhabil Bin Hasnah EcoPark, maar we willen er voor donker aankomen en om half 5 begint het al te schemeren. De nacht valt hier snel en in het donker rijden is geen pretje. De smalle, geasfalteerde wegen slingeren door de bergen en kleine dorpjes. Er zitten venijnige hellingen in en verneukeratief zijn de talrijke, niet altijd aangegeven, verkeersdrempels.

In het EcoPark, dat een flink eind van de bewoonde wereld ligt, zijn wij de enige gasten. Gelukkig hebben we van te voren ook het diner gereserveerd. We eten vroeg, om 6 uur. De rijst, 3 soorten groentesalades, kip met aardappel en de met gehakt gevulde, kleine loempia’s worden aangevoerd vanuit het dorp en smaken voortreffelijk. Koffie zit er niet meer in, de keuken is dicht. We moeten ons ritme maar gaan verleggen. Bijtijds naar bed en vroeg(er) op. Valt niet mee voor nachtdieren, zoals wij zijn. Een borrel voor het slapen gaan zit er ook al niet in, alcohol is hier amper te krijgen. Tegen de tijd dat we terugkomen in Nederland zijn we wel van onze drankverslaving af.