Woudenberg – Amersfoort

24 maart 2012

We hebben een roerige week achter de rug. Terwijl het voorjaar zich aandient, de zon de kou uit onze botten verdrijft en ons vervult met warmte, heeft An haar ontslag genomen. Afgelopen donderdag was haar laatste werkdag. Ze heeft haar bazen verbijsterd achter gelaten. Haar besluit kwam als een donderslag bij heldere hemel. Totaal onverwacht. Onbegrip en verbijstering bij de directieleden van het makelaarskantoor, dat zij, met een kleine onderbreking in het begin van haar carrière, ruim 40 jaar trouw had gediend. Ze was onderdeel van het meubilair, maar ze bleek in tegenstelling tot haar bazen, wel in staat zich aan te passen aan de veranderende omstandigheden. Ze koos voor de vrijheid. Ze springt in het diepe. Ze zoekt het avontuur. Ze verlegt haar grenzen, maar ze kan het zich veroorloven. Desondanks moeten we een veer laten. De makelaardij van enkele jaren terug is niet meer. De huizenmarkt zit op slot. De vraagprijs is te hoog, de huiseigenaren zitten gevangen in hun tophypotheken. De consument is mondiger en kritischer dan vroeger. Ze zijn best bereid te betalen voor verleende diensten, maar de kosten en opbrengsten moeten zich wel tot elkaar verhouden. De verkoop van huizen vraagt een andere vorm van dienstverlening. Creativiteit wordt verlangd. De makelaar moet vernieuwen. Maar dat is moeilijk voor mensen die al meer dan 20 jaar doen wat ze doen en nooit tegenslag hebben gekend. De prikkel om te investeren ontbrak. Verhuur was beneden hun stand. Ze prikten hun eigen reddingsboei lek. Respect en waardering voor haar werk, de gemeubileerde verhuur, ontbrak. De hoorn des overvloed is veranderd in een leeg gevreten ruif en ze kijken met ongeloof naar het onrecht dat hun overkomt. De oude garde gaat met pensioen, de opvolger staat klaar om het over te nemen. Het vertouwen, dat hij daarin slaagt, ontbreekt. Hij mist ervaring. Hij heeft nooit tegenslag gekend. Hij is tot zijn vijfendertigste door zijn vader en moeder gepamperd. Het vertrek van An vinden ze ongepast en onverwacht. Ze was toch lid van de familie? Maar ze vergaten dat ze een aangenomen kind was, dat altijd op de 2e plaats komt, ver na hun eigen bloed.

We stappen bij halte Pothbrug, waar de N224 het Valleikanaal kruist, uit de bus. De bus zit vol wandelaars, een groot gezelschap stapt in het centrum van Woudenberg uit. We zien hen nooit meer terug. Een man en een vrouw stappen gelijk met ons uit, maar lopen de andere kant op. Later passeren ze ons, als wij op een bankje zitten te lunchen. Ze zijn eerst gaan lunchen en toen pas op pad gegaan , ook hen zien we niet meer terug. Met het mooie weer zijn veel wandelaars op pad en kanoërs op het water. In het kanaal zitten, om de zoveel honderd meter, sluizen, met daarnaast vistrappen.                                                    Lammeren vertellen ons dat het voorjaar is. De uiers van de ooien zitten overvol. De lammeren maken een knieval om te mogen lurken aan de tepels.                                           We steken de provinciale weg over en vervolgen het pad langs de Heiligenbergerbeek, onderdeel van een kanoroute. De Grebbelinie is passé. We trekken door de landgoederen De Boom en Den Treek. Een afwisselend landschap van oude houtwallen, romantische beukenbossen en saaie sombere naaldbossen. We zien het jonge groen.In Den Treek kun je het verkeer op de rijksweg goed horen. Irritant. Het is nooit meer stil in de bossen en op de heidevelden. Er is altijd lawaai. De doden zijn nooit alleen. De vooruitgang, onze welvaart. Het is de prijs die we daarvoor moeten betalen. Op het landgoed Den Treek zien we voor het huis een grote, houten duiventil staan. Links en rechts liggen oude, volledig gerestaureerde arbeiders- en dienstwoningen. We steken de Treekweg over en duiken het bos in. Het is een gevarieerd bos met oude beuken en eiken, maar ook sparren en dennenbomen, geplant voor de productie van hout. In het bos passeren we enkele (oude) vennen, ’t Langveen, ’t Was Water, en het natte heidegebied ’t Hazewater. De beheerders doen pogingen de ecologische hoofdstructuur van de Utrechtse Heuvelrug te herstellen, kappen de Bospest (Amerikaanse vogelkers) en schrapen de voedselrijke toplaag eraf tot het duinzand en hopen zo stuifzanden en heidevelden te introduceren.                                Het is eind maart, we zien de typische voorjaarbloemen speenkruid, groot hoefblad en duivenkervel.                                                                                                                                        De etappe eindigt in Amersfoort. Nadat we de A28 hebben overgestoken en de begraafplaats Oud Leusden achter ons hebben gelaten, lopen we dwars door het groen van bosgebied Nimmerdor,  tot hartje centrum. Het historisch centrum van Amersfoort is pittoresk. Onder de O.L. Vrouwentoren drinken we een La Chouffe en eten we, in te oud vet gebakken, misselijk makende bitterballen.                                                                   ’s Avonds duiken we café Faas in Rotterdam Noord in. An’s  jongste broer Leo treedt op en zingt Rebel Rebel (een toepasselijke titel) van David Bowie. Het debuut van zijn nieuwste band.

Amersfoort – Baarn