Kootwijk – Lettele

Kootwijk – Hoenderloo  

22 november 2019

De weersverwachting is goed, weliswaar koud, maar een zonnetje en geen regen. Op de valreep besloten we gisteravond lekker 3 dagen te gaan wandelen. Rond het middaguur komen we aan in Hoenderloo, halen de fietsen van de auto en fietsen de 16 km terug naar Kootwijk. Na een lekker kopje koffie met een eigen gebakken appeltaart met slagroom bij de Gasterij ’t Hilletje, wandelen we om kwart over 1 Kootwijk uit, terug naar Hoenderloo. Het is een mooie wandeling door de bossen, heide en stuifduinen, terwijl de zon aangenaam schijnt.  Lopend in het Kootwijkerzand zien we de effecten van de stikstofuitstoot. De grassen, struiken en bomen rukken op. Het zand is voedselrijker en de heide, die goed boert op arme gronden, wordt verdrongen. Lang leve de land- en tuinbouw. Het boerenprotest is louter emotie. Twee derde van wat wij hier produceren is bestemd voor het buitenland. Hun bijdrage aan de economie is 1%, verwaarloosbaar. Maar boeren hebben een hoge aaibaarheid en grote vervaarlijke tractoren, waarmee ze de verkeerswegen verstoppen. In de verte ligt Radio Kootwijk, voor en na de 2e  wereldoorlog was dit de plaats waar Nederlanders contact hadden met landgenoten in West-Indië.  Het ontwerp is van architect Luthmann en is een mengvorm van de Berlijnse- en Amsterdamse school. Het heeft een Stalinistische look. Het pad loopt niet langs Radio Kootwijk, daarvoor moet je een ommetje maken.

Voordat het pad de Buurlosche heide opgaat kun je bij kilometerpunt 177 uitrusten op het bankje van Ben en Carla. Ben was jarenlang padcoördinator. Het pad gaat over in het Hoenderlose Bosch. Na de heide ligt een afgerasterd schietterrein. Overdag horen we ook droge knallen. Is het hier oorlog of steekt de jeugd eerder dan toegestaan hun vuurwerk af? In Hoog Buurlo staat een lege schaapskooi van geteerd hout, leeg omdat de kudde elders graast. Ter hoogte van de schaapskooi kruist het pad het Zwerfpad, streekpad 16.

Het is al laat, het schemert. Ondanks de GPS en het boekje weten we toch een paar keer het verkeerde pad te kiezen, zodat we de laatste kilometers door een donker en eng bos lopen. We hebben er 18 km op zitten. Met de auto rijden we terug naar Kootwijk om onze fietsen op te halen, waarna we ons melden bij onze ‘vrienden op de fiets’. We hebben een mooi onderkomen vannacht met een woon- en slaapkamer, een lekkere warme douche en een keukentje, waar het ontbijt voor morgenochtend al in de koelkast staat.

Hoenderloo – Klarenbeek 

23 november 2019

Na de auto bij Agnes en Geert in Klarenbeek voor de deur te hebben geparkeerd fietsen we, met een flinke omweg zoals Geert later luid lachend opmerkt, terug naar Hoenderloo. Het is al kwart voor 12 als we het pad weer oppakken. We hebben het koud gekregen op de fiets. De zon laat zich vandaag niet zien en er staat een pittig, waterkoud windje. Het dorp uit worden we begroet door emojis. Links en rechts staan grote- en kleine gebouwen, die gebruikt lijken te worden voor educatieve doeleinden. Welke doeleinden wordt ons al wandelend niet duidelijk en we vinden het te koud om ons er in te verdiepen.

De eerste kilometers lopen we door een schitterend bos en over de, tijdens de ijstijd ontstane, zandduinen, waarbij we een hoogte van 71 m boven zeeniveau bereiken. Het pad slingert over de duintoppen. Jammer dat het ook door mountainbikers gebruikt mag worden, maar ja zij hebben natuurlijk ook recht op vertier. Vlak voor Beekbergen is het over met de bossen en lopen we door het coulisselandschap. We vangen veel wind. Al lopende eten we een boterham, het is te koud om te gaan zitten. In de verte zien we een rookpluim en horen we de stoomfluit van de stoomtrein. We wachten even voordat we het enkelspoor oversteken, maar de trein komt niet. Jammer. Eenmaal over het spoor, als de baan door bomen en struiken aan het oog is onttrokken, rijdt de trein toch langs. Onder de A50 door gaan we richting Klarenbeek. Bij de Verloren Beek duiken we het Woud van Spelderholt in. Nu zou je bij een woud denken aan een uitgestrekt bos met reusachtige bomen, maar dit blijkt een jonge aanplant op een vierkante millimeter te zijn; de naam ‘bramenbosje’ zou toepasselijker zijn, zeker omdat we ook totaal verstrikt raken in de alles overwoekerende, lange bramentakken met vervelende stekels. Helaas hebben we geen machete bij ons. Tot overmaat van ramp zakken we ook nog tot onze enkels weg in de modder.

Geert vertelt later dat we wel een oud boekje zullen hebben, want het pad is verlegd; aan de andere kant van de beek ligt een mooi verhard pad. Vreemd, want we hebben daar toch echt een rood-wit kruis gezien. De laatste 1,5 km lopen we langs Beekbergse Beek. Het dorp komt al in zicht. We hebben er 20 km opzitten vandaag. We stappen in de auto om de fietsen in Hoenderloo op te halen. Vannacht slapen we bij ‘vrienden op de fiets’ Agnes en Geert, een ouder echtpaar, dat na 22 jaar onderdak aan fietsers en wandelaars geboden te hebben, er aan het eind van deze maand een punt achter zet. Tijdens de koffie vertellen ze smeuïg over de grote diversiteit van gasten in de afgelopen jaren. De douche is verkwikkend, de kamer oubollig met wollen dekens, maar spic en span.

Klarenbeek – Deventer 

24 november 2019

Gezelligheid kent geen tijd. Agnes en Geert zijn warme mensen, altijd in voor een praatje en gul met de koffie. We gaan laat op pad, want als we onze auto bij de IJssel hebben geparkeerd en teruggefietst zijn, roept Geert dat de koffie klaar staat,  met iets lekkers erbij. Het pad, met links en rechts statige bomen, loopt onder Klarenbeek langs, langs de oude katholieke kerk, waar nu een multifunctioneel centrum gevestigd is.

Aan een beuk hangt Jezus, verlaten door de pastoor. Zijn bankje waarop hij zat te bidden voor het kruisbeeld staat er nog. De wereld is klein, maar wordt steeds groter. De zon prikt door de mist heen. In het bos ontmoeten we een man met zijn dochter die enthousiast vertelt hoe fijn wonen het hier is. Gisteren was hij de hele dag in de weer geweest met zijn grasmachine om bladeren te ruimen. Hij kijkt ongelovig als wij hem vertellen dat we graag buiten zijn en wandelen, maar dat we niet zonder de stad met haar voorzieningen en culturele leven kunnen. Hij helpt ons weer op weg, want opnieuw zijn we de weg kwijt. Misschien letten we onvoldoende op, misschien wordt het pad niet goed aangegeven, geen idee, maar de twijfel slaat voortdurend toe. We lopen op de Bandijk, de winterdijk, die langs de IJssel loopt, maar waarop geen enkel rood-wit te zien is. Het pad is mooi.

Bij huis De Poll moeten we van het pad af. De eigenaar wil geen pottenkijkers op zijn land. We zien twee oudere mensen, man en vrouw, in het oog springend gekleed, die in de berm van de oprijlaan vuilnis aan het opruimen zijn.  Even later komen we weer terug op de dijk en zien we Wilp, met haar in het oog springende kerkje en enkele kunstwerken, liggen. Het pad buigt af richting de IJssel en volgt de rivier.

Hier wordt het pad ook gebruikt door auto’s en fietsen. Niet leuk. De rivier staat laag. Aan de overkant ligt Deventer. Een pontje zet je over. We halen onze fietsen op bij Agnes en Geert. Ze hebben op ons gewacht met de koffie, of hebben we liever thee. We passen deze keer, nemen hartelijk afscheid en rijden terug naar Schiedam. Het is al na 6 uur als we aankomen en besluiten snel een hapje te eten bij Woo-Ping, altijd goed en lekker.

Deventer – Diepenveen

4 december 2019

Vandaag wandelen we van Deventer aan de IJssel naar Diepenveen, niet meer dan een kilometer of 7. Om 8 uur zitten we in de auto op weg naar Leersum, waar we afscheid nemen van tante Diny, 91 is ze geworden. De condoléance is om half 10, heel vroeg, maar we zijn mooi op tijd. De 2 zoons hebben we al jaren niet meer gezien, en ook de andere aanwezige neven en nichten niet. Het is een gezellige familiereünie, telefoonnummers worden uitgewisseld en hier en daar wordt geroepen ‘kom eens langs’. De gezongen Heilige Mis begint om half 11. Tante Diny laat twee kinderen achter, Carel en Peter, zij was diep gelovig. Ze hield van de mysterie van het geloof en de devotie, de rust die daarvan uitging. Het is stil in de kerk, twee nog in leven zijnde zussen, haar zoons, neven en nichten en enkele vrienden van de zoons. Ze stierf in eenzaamheid, geen vrienden, geen kennissen. Na de Heilige Mis is de begrafenis in Apeldoorn, maar die weg moet tante Diny maar zonder ons afleggen, dat zal best wel lukken. We parkeren de auto in Lettele voor de kerk, waar we in de auto, een beetje ongemakkelijk, onze kleding verwisselen voor de wandeloutfits. De bus naar Deventer gaat maar 1 x per uur en is net weg, het enige restaurant dat het dorpje rijk is, is gesloten. De buurtbus rijdt rondjes en als hij aan de overkant van de straat stopt, vragen we of we het rondje mogen meerijden. Dat mag, in de bus is het een stuk aangenamer dan bij de halte. Om kwart over 2 stopt de bus voor het NS station in Deventer. In een rechte lijn lopen we door het gezellige centrum naar de IJssel en pikken het Marskramer pad weer op. We kijken uit over de IJssel. De zon staat laag. Het is rustig op het water. Over de bruggen raast het verkeer. In de stad zelf is het ook druk, de straatjes in het pittoreske centrum zijn gezellig verlicht. De cafés zitten overvol.

Langs het station lopen we de stad uit,  door de buitenwijken en over een mooi pad langs het spoor al snel Diepenveen in. Bij de familie Visscher van ‘vrienden op de fiets’ worden we hartelijk ontvangen met koffie en Deventer koek.

Diepenveen – Lettele

5 december 2019

Er hangt een dichte mist als we om 10 uur Diepenveen uitwandelen, terug naar Lettele, 18,5 km, waar we gisteren de auto voor de kerk achterlieten. Het is knap fris en het duurt wel even voordat we warm gelopen zijn. Door het bos, waar de ‘s nachts bevroren mistafzetting op de bomen nu langzaam ontdooit en op onze hoofden druppelt, bereiken we NuNu.

We stoppen voor koffie en chocomel met kruidnoten caretjes cake. Nooit van gehoord, maar de eigenaar onthult het geheim van de kok. Mierzoet is het, laagjes kruidnoten en gesmolten chocolade die weer gestold is. NuNu staat dichtbij het klooster Sion. Abdij Sion was een  Cisterciënzerabdij van Trappisten. Tussen de dorpen Diepenveen en Wesepe hadden de monniken een gebied van in totaal 58 hectare in beheer. Het kloostercomplex, waarvan de gebouwen voor een deel uit het eind van de negentiende eeuw stammen, is erkend als Rijksmonument. Een groepje kloosterlingen maakte in 2015 een ‘doorstart’ op het eiland Schiermonnikoog, waar ze sinds januari 2019 gevestigd zijn in landhuis Rijsbergen. Anderen zijn verhuisd naar de Trappistenabdij van Westmalle. Het klooster is aangekocht door een stichting met een religieuze ideologie. We vervolgen ons pad door het coulissen landschap, terwijl de zon zijn best doet om door de wolken heen te prikken. Het landschap is afwisselend, bos, akkerland en zelfs open weidegebied. Over een klompenpad, aangelegd om van de verspreid liggende hoeven op zondag naar de kerk te wandelen, lopen we naar het dorp, waar de kerkspits naar de hemel reikt en de richting wijst.

Om 2 uur lopen we Lettele in, de auto staat nog keurig op ons te wachten. We rijden terug naar Deventer en slenteren door het Hanzenstadje. Het stadje heeft veel boekwinkels, antiquairs en kledingwinkeltjes, al met al valt het ons eerlijk gezegd wel een beetje tegen. Als het magere zonnetje onder gaat wordt het koud. We stappen in de auto en rijden naar Doetinchem, naar Guido, lekker ouderwets bijkletsen en wat al niet meer. Guido, here we come!

Lettele – Borne