Son en Breugel – Sint-Oedenrode

23 maart 2014 

Diep weggedoken in onze jassen, capuchon op, hoofd voorovergebogen en geen oog voor de mooie omgeving, lopen we over door het Vresselsbos, langs de Hazenputten, gegeseld door hagel. Maart roert zijn staart. Geen oog voor een voorjaarsbloeier, zoals de Hondsdraf. Nergens een plek om te schuilen. Onze wandelbroeken worden drijfnat, maar drogen, als de bui overgedreven is, snel, daarbij geholpen door een flets zonnetje. Maar boven ons hoofd pakken opnieuw donkere wolken samen, mooie fotogenieke luchten. In de verte breekt de lucht en zien we een blauw hemd. De tweede keer dat de hemelsluizen zich openen kunnen we schuilen op een bidstoel en bank in de kapel van Heilige Martinus. Uit dankbaarheid hebben we voor 50 cent per stuk 2 kaarsjes opgestoken.

Na de eerste bui hebben we staand met uitzicht op het ven geluncht, met soep en brood.  Op het water drijven lui eenden. In een boom zit een witte reiger, die gepest wordt door de alom aanwezige kokmeeuwen. Nijlgansen kortwieken vlak over het water.

De route voert ons van de Thermen van Son en Breugel naar Sint Oedenrode. In de Thermen drinken we nog een kop koffie.  Vlak na ons vertrek steken we, na een groet bij het graf van in de 2e wereldoorlog bij de bevrijding van Zuid-Nederland gesneuvelde Amerikanen, de Dommel over bij de watermolen van Wolfswinkel, die we eerlijk gezegd niet kunnen ontdekken. Als we Sint Oedenrode inlopen steken we opnieuw de Dommel over. De Dommel stroomt snel en vlak voor de brug is een heuse stroomversnelling in het vlakke Brabantse land.  Bij Café Oud Rooy op het terras, onder een gaskachel, genieten we van ons welverdiende wijntje, biertje, tonic voor de chauffeur en consumeren bitterballen. Tevreden leunen we achterover. De eerste etappe in het nieuwe jaar, na bij één jaar gedwongen rust, zit erop. Als we huiswaarts keren worden we op een prachtige regenboog getrakteerd.

Sint-Oedenrode – Boxtel