Egmond aan Zee – Bergen aan Zee

30 december 2008

De geest wil  wel, maar het lichaam protesteert. De benen zijn verzuurd. De afvalstoffen hopen zich op en worden niet goed en snel meer afgevoerd. Paracetamol helpt. De pijn wordt minder en het opstaan gaat gemakkelijker. Een lange nachtrust doet een mens goed, maar blijft onvoldoende. We staan vroeg op, ruimen de kamer op, pakken onze spullen in en treffen de voorbereidingen voor het ontbijt. Bijtijds, even na 10 uur vertrekken we. We rijden naar Bergen aan Zee. De buurtbus brengt ons naar Egmond aan Zee, waar we om 12.00 uur bus no. 126 naar Castricum pakken, die ons naar de halte dichtbij het psychiatrisch ziekenhuis Duin en Bosch brengt, waar we de route weer zullen oppikken. Aangekomen in Egmond besluiten we echter, het wachten moe, de benen te sparen en van Egmond aan Zee naar Bergen aan Zee te lopen en morgen het stuk van Castricum/Bakkum naar Egmond aan Zee. Beide keren hoeven niet meer dan 8,5 kilometer.                               Op ons gemak lopen we over de boulevard en het strand, met de zon in onze rug, naar strandpaal 34.750. Ter hoogte van deze paal buigen we rechtsaf de zeereep over en lopen we het duin Zuiderachterveld in. Aarzelend waag ik mij op een bevroren duinmeertje. Door het ijs heen zie je de waterplanten. Op het strand is het water, achtergebleven na de vloed, ook bevroren in spectaculaire vormen, mozaïken. Je waant je met enige fantasie in verre streken als je over het met ijs en het met (sneeuw)(ijs) kristallen bedekte strand loopt.                                                                                                                                                      We komen vroeg in Bergen aan Zee aan. Met de auto rijden we naar  Bergen-Binnen, lopen langs de talrijke kleding- en woondecoratie winkels en brengen een bezoek aan Museum Kranenburgh  (schetsen, etsen en litho’s van Charley Toorop, in 1955 begraven in haar dorp, waar ze tot en na de oorloog werkte). Een leuk, kleinschalig museum in de mondaine, dure plaats Bergen, met grote, bijzondere, in dennenbossen verscholen huizen. We overnachten in het oude Burgerweeshuis “Het Zeehuis”. Onze kamer, no. 22, heeft fraai uitzicht op het uitgestrekte duin. De schemer valt al als we ons verkleden. Binnen is het warm en gezellig druk. Buiten vriest het matig.