Berkenwoude – Ouderkerk aan de IJssel

8 maart 2016                                                                                                                                       Berkenwoude – Ouderkerk aan de IJssel

Goede voorbereiding is het halve werk. Vertrouw niet teveel op je automatische kompas, vooral als het kompas, door een magnetisch veld van schromelijke overschatting van de kennis van de geografie van Nederland, ontregeld is. Vandaag een korte winterwandeling, om het langzaam weer op te bouwen. In september willen we in Frankrijk verder pelgrimeren, de hele maand! Van Berkenwoude naar Ouderkerk aan de IJssel en met de pont naar de overkant, Capelle aan de IJssel, dus niet met de pont naar Kinderdijk, waarheen ik reed zonder mij afdoende te oriënteren. Omkeren, opnieuw over de Algebrabrug en alsnog naar de plek waar de pont vertrekt naar Ouderkerk aan de IJssel, gelegen aan de overkant van de rivier. Op dat punt had ik mij op het web georiënteerd, maar geen uitsluitsel gekregen of de pont ook auto’s overzet. De proef op de som pakt ongelukkig uit. Louter fietsers en voetgangers. Opnieuw over de Algebrabrug, maar nu naar Ouderkerk, waar we één van de auto’s achterlaten. De tweede auto zetten we ruim 2½ uur later (opnieuw) in de bocht van de Wellerpoort/Kerkweg. Ik had afgezien van het OV omdat de reis 2 uur in beslag zou nemen.

We volgen de onverharde weg over de Graafkade. Links en rechts twee eendenkooien, tussen schrale graslanden, nu in bezit van grote groepen ganzen, kieviten en knobbelzwanen. In de verte een zwerm spreeuwen, die onafgebroken fantastische patronen tekenen in de lucht. In de sloten tientallen vallen voor de Muskusrat, die door gebrek aan natuurlijke vijanden hier welig tiert. Vorig jaar werden in 2 maanden in de Krimpenerwaard alleen al 10.000 waterkonijnen, met welke naam ze op de menukaart prijken, gevangen. Van kop tot staart zijn deze volwassen beesten een halve meter lang en verzetten ze per stuk tonnen grond. Ze ondermijnen de dijken, die voor onze veiligheid zorgen. De ratten zijn afkomstig uit Noord-Amerika, en ontsnapt in de vorige eeuw uit farms waar de beesten werden gekweekt voor hun huiden. In Nederland zijn 80 vangers actief. De vrijwilligers van het Zuid-Hollands landschap hebben de afgelopen weken hard gewerkt, de wilgen geknot en de paden gevrijwaard. In de sloten staan schots en scheef de sigaren van vorig jaar. Op de walkanten schieten de bloeiwijzen van het Groot Hoefblad uit de grond. Uit de met licht en donker grijze wolken boven ons vallen zo nu en dan spetters. De voorspelling is dat de regen uit westen wegtrekt en dat ’s middags de zon te zien valt. Het pad is drassig en we zakken soms tot onze enkels weg in de modder. Het lopen is vermoeiend. Ik zweet. Koud hebben we het in iedere geval niet. We staan uit de wind stil om een boterhammetje te eten en kopje warme soep te drinken. Het is te fris om te gaan zitten. We banen ons een weg over de graskaden van de Berkenwoudsche Lage boezem, die we halverwege oversteken. Het terrein komt ons bekend voor. Hier loopt het Groene Hartpad gelijk op met het Oeverloperpad, dat al op onze palmares prijkt.

Na de oversteek volgen we opnieuw de Boezem, maar nu in tegenovergestelde richting, totdat we ter hoogte van hoogspanningsleiding afslaan, richting het dorp Ouderkerk aan de IJssel, langs het motorhome van HDC Low.lands, ver verwijderd van de bewoonde wereld. In de verte zien we spits van de Hervormde kerk, met daarvoor een Koningin Wilhelmina boom, uit 1898.

Oudekerk aan de IJssel – Capelle aan de IJssel