Hillegersberg – Delft

12 juni 2016                                                                                                                                             Hillegersberg – Schiedam

Het is al kwart over één als we op de Bergse Dorpstraat uit tramlijn 4 stappen. Laat op, bridgen op de laptop en uitgebreid brunchen, voordat we op weg gaan. We lopen Hilligersberg uit richting Berkel en Rodenrijs. Aan onze linkerhand ligt de wijk Schiebroek, onder de rook van de start- en landingsbaan van Rotterdam The Hague Airport. Een kist van Transavia scheert over de bomen en landt op 16H. Het is een kruip door sluip door route, door stedelijk groen met bruggetjes en met gele plomp en witte lelies bezaaide vijvers. In Natuurtalent drinken we koffie en muntthee met een stuk taart. We zitten in een gezellig ingerichte houten keet, op een muf ruikende luie bank.

Op het terrein zijn werkplaatsen van kunstenaars gevestigd, is een heuse elektriciteitsfabriek van zonnecellen en vindt stadslandbouw plaats. We vervolgen onze wandeling, passeren de HSL en lopen even evenwijdig aan Randstadrail. Na het station Berkel buigen we onder het spoor, let op je hoofd, haaks linksaf. We wandelen door de rommelige franje van de rand van een grote stad. Oude, kleine, slecht gebouwde daglonershuizen afgewisseld door protserige nieuwbouwvilla’s en industriële fabriekshallen. Op de stoep groeit het onkruid welig. Hier en daar zijn nog forse bouwkavels te koop. Via de Zuidersingel en de Molenweg bereiken we de Berkelse Zweth, die we volgen tot de brug over de Zweth, waaroverheen het verkeer naar en van Rotterdam over 6 banen raast. Het pad langs de Zweth is smal en onverhard en niet alleen bestemd voor voetgangers maar ook voor fietsers, die brutaal bellend de wandelaar de berm in drukken. Aan onze rechterhand ligt het natuurgebied Ackerdijk, rijk aan vogels. In de berm bloeien de bloemen en grassen (pollen) volop. Op de Zweth peddelt een dame.

We naderen de brug over de Schie ter hoogte van Zweth. We drinken aan picknicktafel wat water. Het is drukkend warm. De zon is zichtbaar en nog meer voelbaar door het dunne, laaghangende, wolkendek. Het is nog steeds droog. Bij de Kandelaarbrug wordt een eco-passage aangelegd. We volgen nu de Schie, stoppen bij het Schielicht voor een Hertog Jan Weizener, die ons in de benen zakt als we het pad vervolgen. Bij de Noordpunt Oost-Abstpolder lopen we het jaagpad op langs de Poldervaart. We duiken via een fantastisch ontworpen en vormgegeven stalen gebogen brug onder het spoor door. Voor ons ligt Kethel, vroeger een dorp met in haar centrum een kerk en omringd door weiden. Nu wordt het dorp aan alle kanten omsloten door nieuwbouw. De weidse natuur is omgevormd tot postzegelnatuur, die je in het westen van Nederland op veel plaatsen aantreft.

We bereiken Schiedam en gaan op zoek naar de tram. Na vandaag nog één etappe naar het begin van het pad, Delft, dan hebben we er 192 kilometer opzitten.

13 juli 2016                                                                                                                                                Schiedam – Delft

Het pad slingert langs de rand van de stad. Links beton en steen, rechts natuur; we wandelen naar het westen en zijn vandaag begonnen in onze woonplaats Schiedam, een thuiswedstrijd dus, aan de laatste etappe van het Groene Hartpad. We vergapen ons aan de tuinen, terwijl in de natuur de honden worden uitgelaten. Op de grens tussen Vlaardingen en Schiedam passeren we de A4. Eerlijk is eerlijk, de rijksweg is op een paar details na, zoals de grijze niet-natuurlijke kleur van de rand en de boven alles uittorende routeborden, fraai ingepast, verdiept en deels overkapt. Het ontsiert het landschap zelfs minder dan de als kool groeiende hobby voor de nieuwe rijken in deze- en eind vorige eeuw, golf op de strakke kort gemaaide grasbaan (bij Schipluiden). Pas bij de Poldervaart laten we de stad letterlijk achter ons. We volgen het water tot vlak voor Schipluiden. Met de kop in de wind wandelen we over de kade van de vaart. Langs de dijk staan pittoreske woningen. We passeren de pont, die jezelf moet bedienen, een zware klus.

Gefascineerd kijken we naar de wolkenformaties, grote witte en lichtgrijze wolken, die scherp afsteken tegen het diepe blauw van de hemel. Boven ons cirkelen de kok- en zilvermeeuwen en visdiefjes. In het water dobberen ganzen en duiken de futen onder, op zoek naar voedsel. Langs de kant staren vissers achter hun meterslange hengel naar hun dobber, die alleen beweegt door de wind. Vlak voor Schipluiden buigt het pad af naar het oosten, richting Delft. Opnieuw steken we de A4 over. In de verte de rand van Tanthof en daarachter de hoogbouw van de TU wijk. We slingeren langs de westrand van Tanthof door een saai parklandschap, kort gemaaid gras, donkerbruin vies water en fantasieloze bomen en struiken, naar Den Hoorn. Overal staat de metershoge berenklauw. Trots torent ze boven het kruid uit. De natuur staat in bloei. In het water de gele plomp en de roze waterlelies, op land het geel van de sleutelbloemen en ratelaars En het paarsblauw van de korenbloemen en de chicorei.

In Den Hoorn dringen we de stad in. We laten de natuur, het open weidelandschap, achter ons. Veel nieuwbouw, die nog niet staat op de kaartjes in ons boekje.

Langs de idyllische Buitenwatersloot, vrij van auto’s en bebouwd met leuke, gewilde, huisjes bereiken we het station, dat sinds onze 1e etappe, februari 2014, is vervangen door flitsende nieuwbouw. Het oude station is te koop.

In de binnenstad laten we ons neerzakken in 2 strandstoelen op het Doelenplein, bij café restaurant Lef. In de avondzon genieten we van de bieren. Binnen laten we ons de  dagschotel goed smaken. Een waardig einde aan een rondje van 192 km door het Groene Hart van Nederland, met start en finish in Delft.

De grensverleggers