19 november 2022, dag 41
Rust roest, maar soms moet je wel eens wat gas terugnemen, per slot van rekening zijn we ook geen 20 meer. An slaap de laatste tijd slecht, droomt veel over van alles en nog wat en het gevolg is dat ze ook veel wakker ligt. Ze doodt de tijd dan met lezen. Het is al 10 uur als we opstaan en na een licht ontbijt gaan we naar de markt.
Het lot is Hans gunstig gezind, hij wint een fles Beaujolais primeur. Bij de bakker op de hoek kopen we een baguette en croissants. Na de lunch gaan we met de metro naar Marais waar we wat rondwandelen in afwachting van het Requiem van Fauré, in Église Saint-Paul-Saint-Louis, voorafgegaan door een orgelstuk van Cesar Franck. De Place de la Bastille is afgezet voor autoverkeer en op de Boulevard Beaumarchais staat de ME opgesteld met zwaailichten. Waarvoor ze daar staan en of ze moeten optreden, blijft voor ons een vraag. Wel is zeker dat rond dat zelfde tijdstip de ME in Staphorst wel moet optreden bij de intocht van Sinterklaas. Charges op een kinderfeest, hoe diep kan een land zinken.
De akoestiek in de kerk is geweldig, het koor zingt mooi, het orgelspel is meeslepend. Het duurt precies één uur, lang genoeg, want het is koud in de kerk. Nog niet zo koud als in Nederland, maar toch. Voor het eerst hebben we onze winterjassen uit de koffer gehaald. Terug in Montrouge eten we simpel, maar lekker in een café en luisteren daarna nog naar chansons bij Schmilblick. De muziek wordt verzorgd door een saxofonist en een gitarist, die ook zingt. Leuk en vermakelijk, maar ook niet meer dan dat. Thuis kijken we nog 1,5 aflevering van The Crown, waarna we ‘doodmoe’ ons mandje induiken.
20 november 2022, dag 42
Oorspronkelijk was Carmina Burana van Carl Orff gecomponeerd voor solisten, koor, twee vleugels en slagwerk. Later is het ook bewerkt voor een symfonieorkest. Het is geïnspireerd door Middeleeuwse teksten. Centraal daarin staat het rad van fortuin, gesymboliseerd door een wiel. Onderaan ligt de koning in de modder, ‘regnun non habeo’ (ik heb geen koninkrijk), dan stijgt het wiel (‘regnabo’, ik zal regeren). Hij daalt met het wiel af (‘regnavi’, ik heb geregeerd). De koning eindigt zoals hij begon, onderaan. Het geheel begint en eindigt met een himne aan Fortuna, de godin van het lot, O Fortuna. Het motto van het stuk is ‘geniet wanneer het kan, geluk duurt kort, morgen kan het allemaal anders zijn’. Hoe toepasselijk is dit motto op ons verblijf in Parijs. Meestal wordt het als cantate uitgevoerd, terwijl Orff ook dans voor ogen had. Hier in Parijs wordt het uitgevoerd met koor, solisten, dansers (klassiek ballet) en orkest, alles versterkt op een kolossaal podium, met op de achtergrond het wiel in een grote zaal, het paleis. Het is even wennen omdat het versterkt is, het ballet altijd aanwezig is en afleidt van de muziek en de zang, maar het oog wil ook wat. De muziek is melodieus en opzwepend. Het geheel doet denken aan André Rieu, die klassiek ook dichter bij de mensen brengt, alhoewel onze voorkeur uitgaat naar de cantate uitvoering. O Fortuna, waarmee de Carmina begint en eindigt is spetterend. Het is al donker als we na afloop, genietend van de frisse lucht, door de stad slenteren, via de Arc de Triomph naar de verkeersvrije Champs-Élysées, waar we onverwacht getuige zijn van het ontsteken van de kerstverlichting. Op een groot scherm zien we het optreden van een Brassband en een DJ, waarna de bobo’s op het podium het woord nemen. We kunnen niet horen wat er gezegd wordt, maar dan wordt er massaal afgeteld van 10 naar 1 en wordt de Champs-Elysées prachtig verlicht. Vanwege het klimaat niet meer de hele dag en ook niet meer zo fel en uitbundig als voorheen. In vergelijking met vorig jaar is de bezuiniging in KwH 45% en met 2006 zelfs 95%.
Tevreden over de mooie dag weer, keren we terug naar Montrouge en eten bij Rubeo Monte, dat een eenvoudige kaart heeft naar een uitstekende kok.
21 november 2022, dag 43
In onze ‘Tour de Paris’ hebben we net als bij ons ‘wielerzusje’ een rustdag ingelast. En wat doe je dan op zo’n rustdag. Buiten een wasje draaien en brood kopen eigenlijk niet meer dan lezen, tekenen, tukkie doen en natuurlijk voetbal kijken. Eerst Iran vs Engeland en daarna Nederland vs Senegal, die wij wat gelukkig en geflatteerd winnen met 2-0.
22 november 2022, dag 44
We stappen uit op metrostation Place de la Concorde en als we boven de grond komen zien we rondom het plein, met dezelfde naam, overal blauwe zwaailichten en horen we weer de snerpende politiefluitjes en sirenes. Maar wat er aan de hand is, geen idee. Het plein heeft een akelige reputatie. Op die plek stond, waar voorheen het standbeeld van Lodewijk de 15e stond, de guillotine waar Lodewijk de 16e, Marie-Antoinette, Robespierre, Danton en nog 1115 anderen tijdens de revolutie zijn onthoofd.
Na de revolutie werd het plein in een sfeer van verzoening omgedoopt in ‘Concorde’. De uit Luxor gestolen obelisk werd toen geplaatst. Vandaag lijkt de verzoening afwezig. Autoverkeer ontbreekt ten dele, zodat de toerist wel veilig de obelisk, de beelden en fonteinen kan bewonderen. Langs het boeket tulpen van Jeff Koons in de Jardin Ervan, lopen we na nog even gekeken te hebben naar het beeld van Winston Churchill met de tekst ‘we will never surrender’, naar Le Petit Palais. Le Grand Palais is gesloten vanwege renovatie. Het kleine paleis, gebouwd voor de wereldtentoonstelling in 1900, is een plaatje. Het heeft een fabelachtige vaste collectie verspreid over twee verdiepingen. Op de eerste verdieping beelden, waaronder een aansprekende serie beelden, waarvan we de naam van de kunstenaar ons niet kunnen herinneren, fabelachtig mooie, realistische schilderijen in groot formaat en een spetterende video (13’26”) van Ugo Rondinone, ‘Burn to shine, 2022’. Kijk en laat je fantasie de vrije loop. Knap hoe moderne kunst, zoals de in felle fluoriderende kleuren geverfde bronzen beelden vóór de entree en de vliegende mensenfiguren in de centrale hal, vervlochten wordt met kunst van oudere datum.
Op de begane grond nog veel meer fabelachtige kunst, maar wij zijn al verzadigd en niet meer in staat ons daarop te concentreren. We verplaatsen ons naar de wijk Belleville, op zoek naar Le Vieux Belleville, waar we voor vanavond een ‘meezing concert’ van Edith Piaf hebben gereserveerd. Een klein, smal etablissement met een mooie toog, beschilderde wanden met Edith en haar collega’s, waarin kleine tafeltjes met oude houten stoelen zijn gepropt. We zijn te vroeg en dwalen wat rond in deze volkswijk, bewoond door veel studenten. We bewonderen schemerig Parijs vanaf de Belvédère de Belleville. In een kroegje met duidelijke linkse signatuur (boycot Qatar, La Lettre hebdo des communistes du 20e) drinken we tussen de oudere jongeren een glas wijn.
Terug in Le Vieux Belleville bestellen we een fles Beaujolais nouveau, terwijl het café tot de nok toe volstroomt. Het eten en de kaas is uitstekend. De muziek, verzorgd door een accordeonist en zangeres (Charlotte, die we op 10 november zagen schitteren als ‘Padam, Padam’), is teleurstellend. Teksten worden uitgedeeld om mee te zingen, en ook weer opgehaald. Een gezellige Franse sfeer voor de argeloze toerist, maar zeker geen aanrader als je van de chansons wilt genieten. Voldaan keren we met metrolijn 11 terug naar Chatêlet, waar we moeten overstappen op lijn 4, maar die rijdt door de weeks niet meer na 22:00 uur. Gelukkig kunnen we met de BER B naar Laplace, ook redelijk dicht bij ons appartement.
23 november 2022, dag 45
Je bouwt in 1878 een Palais voor de wereldtentoonstelling dat je vervolgens afbreekt en vervangt door een nieuw Palais, genaamd Chaillot. Dat komt niet vaak voor, maar de kritiek op het oude Palais, Trocadéro, was dan ook niet van de lucht. In ‘Palais Chaillot’ zitten musea en een theater.
De beroemde fonteinen voor het Palais spuiten, maar de waterkanonnen, gericht op de Eiffeltoren, komen niet in actie. Door de Jardin de Trocadéro lopen we via de Avenue d’Iéna en Avenue du Président Wilson naar Palais de Tokyo, in de veronderstelling het museum voor de moderne kunst te bezoeken. We kopen kaartjes tegen het bejaardentarief en kijken onze ogen uit in het volledig gestripte gebouw. Dragende muren zijn vervangen door betonnen pilaren, pleisterwerk is verwijderd en met eenvoudige, goedkope materialen zijn nieuwe, tijdelijke ruimtes gecreëerd voor videoprojecties op zeer grote schaal, tezamen met conceptuele kunst, die wat ons betreft uitleg behoeft, maar deze is helaas alleen in het Frans beschikbaar. De kunst is zeer actueel. De tekeningen over de oorlog in Oekraïne zijn beschaafd, maar de video’s hiervan bevatten gruwelijke beelden.
In verwarring zoeken we de uitgang op, om daar te ontdekken dat het museum voor moderne kunst van Parijs in de linkervleugel van Palais Tokyo is gevestigd. Wij zijn de rechtervleugel ingegaan.
Het is al donker als we via Passarelle Debilly, over de Seine, langs de fraai verlichte Eiffeltoren, via de Champs-de-Mars, lopen naar het Grand Palais Ephémère, een moderne, mooi ontworpen hal voor tentoonstellingen en conferenties. Met metrolijn 6 en 4 keren we terug naar Montrouge. Vanavond gaan we onze schoen maar eens zetten.
24 november 2022, dag 46
Mooi of verfoeilijk, dat is de vraag. De tentoonstelling ‘Capitale(s) 60 ans d’art urbain à Paris’ geeft op deze vraag geen antwoord. Ze toont het werk van de pioniers, één daarvan is Miss.Tic. In 1982 komt de New York City Raptour naar Parijs.
De Hip Hop cultuur krijgt voet aan de grond in Parijs. De kunstenaars zochten naar nieuwe ruimtes, die ze vonden in de wijken Stalingrad, het Louvre-Rivoli en natuurlijk de Métro. De beweging spreidt zich uit over Europa, waaronder Amsterdam. Vanaf 1990 worden de kunstenaars streng vervolgd. De graffiti wordt langzamerhand ook politiek, zoals de kunst van Bansky, die zich opwindt over de Afrikanen die in gammele bootjes naar Europa komen en die vastlopen in tentenkampen bij Calais. De graffiti kunst ontwikkelt zich en komt geleidelijk uit de illegaliteit. Met toestemming van de autoriteiten worden muren van flats, platte daken van fabrieken, distributiecentra van graffiti voorzien. Beroemd zijn de mozaïeken van Invader, die zich verspreiden over groot Parijs. Op één van de films zie je de kunstenaar aan het werk en zijn werk illegaal hangen op straathoeken, gebouwen, viaducten en bruggen. Zijn werk is tot in de kleinste details gedocumenteerd. Na 2 uur hebben we ons volgezogen. We verlaten de tentoonstelling en gaan op zoek naar koffie en gebak, want Michelle is tenslotte jarig vandaag, 35 jaar, maar zij zegt dat we ons vergissen, vorig jaar werd ze 28, dus dit jaar 29. Ook goed, dan zijn wij 48 en 50.
Het is mooi weer en we besluiten naar het Dôme des Invalides te gaan, aangetrokken door het graf van Napoléon. Het kost € 28,- om naar zijn kist te kijken, maar dan mogen we ook wel het Musée de l’Armée in. Daar hebben we geen behoefte aan. Het is genoeg voor vandaag, we gaan lekker naar huis. Voordat we de metro induiken, zien we nog zo’n fraai staaltje street-art van een fraai versierde brievenbus.
25 november 2022, dag 47
Vanaf het Musée d’Art Moderne de la Ville de Paris lopen we langs de Seine, in de laagstaande zon, naar L’Ile de la Cité. Naarmate we dichterbij komen wordt het steeds drukker op de kade. Mensen zitten op bankjes of verhogingen en genieten van de november zon. De temperatuur is aangenaam.
De enige dissonant zijn de keien, die niet echt gemakkelijk lopen. We genieten en nemen de tijd, alhoewel Hans om 5 uur wel graag voor de buis wil zitten. Uiteindelijk is het 10 over 5 als we inschakelen. We kijken ‘terug’ en pas na de rust volgen we de wedstrijd ‘live’. Het spel stelt teleur, maar het gaat tenslotte om het resultaat. Dat is het enige bemoedigende. De tentoonstelling van Kokoschka was boeiender. Het is knap hoe hij zich ontwikkelde, in de periode vóór- en tijdens de 1e Wereldoorlog en daarna vóór-, tijdens- en na de 2e Wereldoorlog.
In elke periode zette hij stappen en veranderde zijn stijl. Hij speelde met kleuren en probeerde het twee dimensionaal van het canvas te ontstijgen. An loopt met hem weg, Hans kan niet van al zijn werk onder de indruk raken en zeker niet dat van zijn laatste jaren.
We wandelen nog wat rond door de vaste collectie, met in Zaal Duffy de geschiedenis van de elektriciteit, de zaal Matisse en de foto’s van Zoë Leonard, Al Río. Maar opnieuw is het weer genoeg voor vandaag.
26 november 2022, dag 48
Vandaag is de dag van de architectuur, de architecten. We maken een wandeling in Auteuil. Drie architecten springen eruit, alle drie heel verschillend:
1) Le Corbusier, de grondlegger van de stedenbouw van na de 2e Wereldoorlog, toen er een enorme behoefte was aan woningen
2) Hector Grimard, prominent vertegenwoordiger van de Art Nouveau stijl, ontwerper van de klassieke entree op maaiveld van de metro, actief en gewild in de eerste jaren van de vorige eeuw, daarna verguisd, waardoor veel van zijn werk is gesloopt
3) Robert Mallet-Stevens, modernist, architect en stedebouwer
Mallet-Stevens gebruikte, net als Le Corbusier, het materiaal beton. Dragende muren werden bij hen vervangen door betonnen palen of ijzeren binten. Mallet-Stevens bouwde sober, geen tierlantijnen. Le Corbusier introduceerde het nieuwe bouwen, eenheidsmaten, zodat productiebouw, waarmee een kortere bouwtijd mogelijk werd. Beiden, Le Corbusier en Mallet-Stevens waren idealisten. Ze werkten complete steden uit, dus steden met winkels, zwembaden, sportvoorzieningen, groen, alles dicht op elkaar. Corbusier vond veel navolging. Ook bij ons. Later, veel later, werden dat woonwijken, zoals wij die kennen als bijvoorbeeld de VINEX wijken, slaapsteden waar niets te beleven valt. Helaas werden daar niet op loopafstand voorzieningen getroffen en ontstond er in de loop der jaren zelfs gettovorming, zoals bijvoorbeeld in de wijk Banlieu in Parijs. Auteuil heeft daarvan geen last. Het is een mooi luxueus stadsdeel. Rond Rue de Auteuil is het karakter nog dorps, maar verderop één en al luxe.
Graffiti tref je hier niet of nauwelijks aan, wel een fraai bronzen beeld van Rodin op een plein dat natuurlijk zijn naam draagt. Op een enkele uitzondering na zie je alleen maar appartementen. De prijzen variëren van € 300.00,- tot € 500.000,- voor 20 tot 40 m2 en zo’n € 1.000.000,- of meer voor 70/80 m2. Prijzen die zelfs in Amsterdam zuid nog niet gehaald worden. Maar hoe lang nog? Want wonen in de stad, met alles binnen handbereik, is aantrekkelijk. Maar het is hier en ook bij ons slechts weggelegd voor een kleine, bevoorrechte groep. Mensen die het zich financieel kunnen veroorloven. Op internet ontdekken we dat het gemiddelde inkomen van de Fransman enkele duizenden euro’s onder dat van de Nederlander ligt, ca. € 25.000,–. Ook in Parijs liegen de prijzen van de levensmiddelen er niet om en stijgen zelfs boven die van Nederland uit. In 2e hands winkels en in de goedkopere supermarkten is het drukker dan elders. Mensen verdringen zich hier rond de schappen.
In de l’ Église Notre-Dame d’Auteuil zien we hoe vrijwilligers voedselpakketten klaar maken voor de behoeftigen. Het aantal groeit met de jaren. Wij noemen het daklozen. De priester vertelt dat wij ons op die groep niet moet verkijken. Hij maakt iedere donderdag een ronde langs de daklozen in zijn parochie, voor een gebed of een gesprek. Voedsel willen ze niet, ze kiezen er bewust voor om op straat te leven. Gebruik van de opvang, die er wel degelijk is, maken ze niet. Ze willen geen onderdeel uitmaken van de maatschappij, het systeem. Het is een bewuste keuze.
27 november 2022, dag 49
Iedereen kent wel de Habanera en het lied van de Toreador. Het zijn de smaakmakers van de komische opera ‘Carmen’ van Bizet, die van november 2022 tot en met februari 2023 te zien is in Opéra Bastille. Uitverkochte zalen en met moeite hebben we in onze eerste week in Parijs kaartjes weten te bemachtigen voor de matinee van vandaag.
De première van de opera was in 1875. Het publiek was geschokt, Bizet brak met alle conventies. Pas na zijn dood werd de opera populair, het lot van veel kunstenaars. De enscenering van vandaag is ook niet klassiek. Het podium is sober, bijna leeg, maar wordt in twee scènes gevuld met eerst een Mercedes die het podium oprijdt, die later in de tweede scène terugkeert met nog negen andere auto’s, alleen worden ze nu geduwd. Een eigentijdse aankleding. Het begint met een soldaat die op zijn kistjes, in onderbroek met een geweer onder zijn arm rondjes hardloopt over het podium totdat hij neerstort. Direct na de pauze keert hij terug op het podium, waar hij zich nu volledig uitkleedt en rondjes cirkelt. Het koor klinkt prachtig, alleen de solisten zijn niet altijd goed te horen door de beroerde akoestiek van de zaal. Dit prestigieuze project van Mitterand kostte 600 miljoen, en werd daarom dan ook hevig bekritiseerd. Er zijn voor 50 miljoen aan verbeteringen aangebracht. Hoe beroerd moet het geluid daarvoor dan wel niet geweest zijn! Desondanks een volle bak vanmiddag, met jeugdig publiek. Nog nooit zagen we zoveel jongeren bij een opera. Wij kennen in Nederland maar één operagebouw, met overigens prachtige akoestiek, maar daar is het publiek veel ouder en meer elitair dan hier, terwijl de prijzen er hier ook niet om liegen. Spreekt het gebouw buiten weinig aan, binnen is het prachtig. Bijzonder is ook dat niemand hier gebruik maakt van de garderobe, zelfs nu de winterjassen uit de kast gehaald zijn, gaan deze mee de zaal in. Voordeel is wel dat je na afloop niet in lange rijen voor de garderobe hoeft te staan om je jas op te halen. Van het prestigieuze project naar de Belle Epoque van Bouillon Chartier in 7, Rue Faubourg Montmartre, een brasserie.
Groot, druk en voor Franse begrippen lage prijzen. Gerants in zwarte pakken met strop en obers met witte schorten. Hoge omzetsnelheid, snelle bediening, amper besteld en het staat al op tafel. De bestellingen worden op het papieren tafelkleed genoteerd en bij vertrek wordt hierop ook de nota gemaakt, alles in een ambiance van eind 19e eeuw. Als we vertrekken staat er een enorme rij wachtenden voor de deur. Een belevenis vanwege de entourage, niet voor het eten want daar valt nog wel wat op af te dingen, maar daar is de prijs ook naar. De kritieken op TripAdvisor delen wij echter niet.
28 november 2022, dag 50
Maandag, de musea en veel winkels zijn vandaag gesloten. Uit het boek Capitool besluiten we de wandeling door Montmartre te gaan doen. De wandeling mijdt de drukke punten zoals het Sacré-Coeur en Place du Tertre, maar hier waren we al geweest met Velicia toen zij bij ons logeerde. Het is inderdaad rustig. Natuurlijk zijn we nooit de enigen, maar we kunnen alles op ons gemak bekijken en fotograferen. Tenminste, An fotografeert en neemt daar nogal de tijd voor, dus hangt Hans wat verveeld rond, loopt te ver door en we raken elkaar dan ook regelmatig kwijt. Maar goed dat er mobiele telefoons zijn. Montmartre heeft een dorps karakter. We zien de ateliers van de bekende schilders, van toen Montmartre nog het domicilie was van de Bohemiens.
We wandelen langs ‘Les mur des je t’aime’, de beroemde, kleine clubs waar vroeger chansons te horen waren, de woningen van beroemde kunstenaars, de wijngaard, klein maar fijn en de vele souvenirwinkeltjes. De commercie heeft toegeslagen. De romantiek is verdwenen uit Montmartre. De bohemiens zijn uitgeweken naar goedkopere etablissementen in andere wijken, waar ze nu anoniem verblijven. We zien de ateliers en huizen van Renoir, Picasso, Satie, Tzana en de gebroeders Van Gogh.
Op Place des Abbesses, waar nu een kerstmarkt staat, zien we de oorspronkelijke metro ingang, ontworpen door Hector Guimard, die aan de slopershamer is ontsnapt. We eindigen vandaag bij het cabaret Moulin Rouge; hier geen foto van omdat er een hoogwerker voor staat. Nu Parijs langzaam verandert in kerstsfeer en de winkels zich richten op het kerstfeest, vinden we nog wat fraaie ’ballen’ voor in onze hier gekochte ‘kerstboom’, die zich geleidelijk aan vult, evenals onze koffers.