Zoetermeer – Aarlanderveen

31 maart 2014                                                                                                                                         Zoetermeer – Hazerswoude-Dorp

Door de laaghangende sluierbewolking schijnt de zon vandaag niet fel, toch loopt temperatuur op tot boven de 20° Celsius. Warm voor de tijd van het jaar en heerlijk wandelweer. We trekken door het Groene Hart, een karakteristiek Nederlands landschap, over de HSL, die hier terecht in een geboorde tunnel ligt, het is wonderschoon hier. Een oplossing die ook gekozen had moeten worden voor de A4 en straks het tracé van de Blankenburgtunnel. Maar het zal bij dromen blijven. Keer op keer bewijst de  mens dat hij zijn biotoop niet waard is. Welvaart wint het van welzijn. Korte termijn belang krijgt de voorkeur, zolang het maar niet in mijn achtertuin is, want dan is de wereld te klein.

De tocht begint in Zoetermeer. We lopen over het Meerpad, begraasd door zwartbiesschapen, langs de rand van de stad naar de Zoetermeerse Plas, die we volgen tot het noordelijkste puntje. Links en rechts van het pad staat het Koolzaad in bloei, tezamen met de Witte Dovenetel, Hondsdraf en het Groot Hoefblad. Als je lang kijkt zie je het frisse groen van het Fluitenkruid groeien. We lopen over een palenpad, slingerend door een aangelegd natuurgebied (natuurkern Prielenbos). Leuk, maar natuurbouw bedoelt om de recreant te behagen. In de polder Groenendijk verandert het karakter. Een eeuwenoud cultuurlandschap, uniek door haar open karakter en natte graslanden bewoond door weidevogels, zoals de kievit, grutto en kleine zwaan die hier broeden, en ganzen, smienten en kuifeenden die hier overwinteren.

Leuk is ‘t Geertje, een biologisch boerderij, waar je producten van eigen bodem kan kopen, koffie en thee met koek kan drinken en roeiboten en kano’s kan huren. Kleine kinderen, vergezeld door hun moeder of grootouders, geven de lammetjes een flesje of vergapen zich aan de tientallen jonge, zeugende biggetjes.

De tocht voert grotendeels over fietspaden en kleidijkjes langs weteringen. Alleen in de Weipoort, langs eeuwenoude grote boerenhoeven, lopen we over de openbare weg. Bij de Slinger Wetering hebben we moeite het pad te vinden, maar uiteindelijk lopen we over de goede weg de Wilck in. We bereiken de N209 en buigen af naar Hazerswoude Rijndijk, waar de auto bij de C1000 staat geparkeerd.

We rijden terug naar ‘t Geertje, voor een ijsje en een sapje en kopen limonadesiroop en oude kaas van de geit en koe. We werpen nog even een blik op de broedende Ooievaar. Tevreden snorren we naar huis, met de kap open, op weg naar de kalknacht in Brielle.

2 mei 2014                                                                                                                                                Hazerswoude Dorp – Aarlanderveen

De wind heeft vrij spel en  blaast recht in onze gezichten. Boven ons Hollandse luchten, stapelwolken in alle grijs- en wittinten. Zover het oog reikt, grasland. Wij lopen op een gemaaide, langgerekte kavel. Grutto’s en kieviten zijn druk in de weer. Voor ons pikt een ooievaar in het vers gemaaide gras, op zoek naar insecten. We zijn vermoeid, vandaag verder gelopen dan de keren daarvoor. Vier uur aan één stuk,  slechts een korte pauze met soep, brood en thee. De aanloop verliep moeizaam. We misten net de bus, die vandaag om het uur rijdt. In het Oude Rechthuis, de lokale kroeg uit de 16e eeuw, verdrinken we ons chagrijn met koffie en appeltaart met slagroom. Het mooie weer blijft uit. Het is koud. Er staat een frisse wind. Even over half twee beginnen we aan onze wandeling die ruim 4 uur later eindigt bij onze auto, met een aan gort gereden buitenspiegel, in Aarlanderveen. We vinden twee briefjes, achter onze ruitenwisser en in de deur achter het glas, met de mededeling dat een vrachtwagen van een lokale keukenboer de schade heeft veroorzaakt en is doorgereden. Ik repareer provisorisch de spiegel.

In Hazerswoude Dorp lopen we over de Galgweg, na de Beukenhof, het veenweide gebied in. We struinen door het hoog opgeschoten wit bloeiende Fluitenkruid en geel bloeiende Koolzaad. Overal broeden zwanen, broederlijk naast de vredelievende meerkoeten. Eén zwaan op het nest, één zwaan zwemt dichtbij rond in het water, de agressie straalt ervan af. Kom niet te dichtbij het nest! De zwaan zal je aanvallen, recht op je af vliegen. Je kan je dan alleen maar laten vallen. Ze is even wendbaar als een Boeing.

Over een grasdijk wandelen we naar de Riethoorn polder, domicilie van kwekers van bomen en heesters. De vraag doemt op of het goed gaat in de kwekerij, er staat veel te koop. De kwekerijen zijn langgerekte kavels met aan beide zijden water. Ze zijn allemaal in een soort, familie, gespecialiseerd. Op het land wordt gewerkt.

Het landschap ter hoogte van de Spijkerboorsche Wetering en Bedelaarsbos verandert. Bij de spoorbaan lopen we over een heus palenpad, zodat we niet met onze schoenen wegzakken in het zompige veen. Volgens de overlevering ontleent het Bedelaarsbos haar naam aan de bedelaars van Alphen die ’s nachts uit de stad werden weggejaagd en daar in de dichte struiken de nacht doorbrachten. Voor ons ligt de N11, een drukke autoweg. Daarachter ligt het Archeon en een nieuwe woonwijk. We lopen over het spoor, kruisen de Gouwe over de Hefbrug en de Oude Rijn over een moderne betonnen brug. Nadat we de Oude Rijn één kilometer over het jaagpad zijn gevolgd, gaan we in noordelijke richting door het land naar Aarlanderveen. De paden hebben hier namen die de geschiedenis levend houden: Vier Heemskinderen weg, Galgpad, Kerkvaartweg, Papenpad, Kruiskade en Bedelaarsbos.

Rechts van ons liggen de Molenviergang van Aarlanderveen, vier molens, drie met waterrad en één met vijzel, met de veelbetekende namen: put- , onder- , midden-  en bovenmolen.

Aarlanderveen – Woerdense Verlaat