Amsterdam – Aalst

7 januari 2006                                                                                                                         Amsterdam

We parkeren de auto aan de Bosrandweg, aan de rand van het Amsterdamse bos. We nemen de bus en de metro naar Amsterdam CS, hartje Amsterdam. Het is bewolkt, maar tegen de middag breekt de zon door. Ideaal weer om te wandelen. Bijzonder om de eerste stappen te zetten in Amsterdam. We lopen langs de Beurs van Berlage, over de Dam, langs het Monument en het Paleis en over het Rokin. We kruisen de Kalverstraat en lopen door het Burgerweeshuis, links af door de Schuttersgalerij naar de Begijnhof. We vergapen ons aan de enorme schilderijen die aan de muren hangen. Fascinerend dat, door het lopen van een Grand Randonnee, je oog in oog komt te staan met bijzonderheden, die je tot dan toe gemist had, ook al ben je al tientallen keren in Amsterdam geweest. We groeten het Lieverdje en kruisen de grachtengordel. We lopen door het Vondelpark en volgen de Schinkel, die de verbinding vormt met het Amsterdamse Bos. Terwijl we ons vergapen aan de woonboten lopen we onder de A10 door en zien het post modernistische gebouw van de ING. Links ligt Buitenveldert, rechts de jachthavens aan het Nieuwe Meer. We stoppen bij het bezoekerscentrum van het Amsterdamse Bos. We lopen door het bos naar de parkeerplaats. Het schemert, de zon is al onder. De benen voelen moe aan. Tevreden rijden we naar huis.

20 januari 2006                                                                                                                                Amsterdam – De Kwakel

Als we vertrekken regent het pijpenstelen, het is koud. Gelukkig trekt de lucht open en houdt de regen op en gaat de zon voorzichtig schijnen. Als we geen ‘ruzie’ met het openbaar vervoer hadden gehad, waren we doornat geregend! Vlak voor Oosteinde zien we, in één van de zijarmen van de Molenpoel, het Oosterbad, een echt natuurbad, zoals je deze vroeger langs de Nieuwe Maas in onder meer Rotterdam en Schiedam ook zag. Eenmaal de bocht om zien we de oude katholieke kerk met pastorie liggen. Vandaag wandelen we door Aalsmeer, langs de bloemenveiling, en koersen aan op de Westeinder. We lopen langs kleine, door water omringde kavels, begroeid met heesters of rozen. Er wordt volop genoeid. We zien mannen fietsen met, steevast op de bagagedrager of onder de arm, bossen bloemen. Aan het eind van de dag lopen we over een grasdijk, waar we wegzakken in de zware, zompige klei. We lopen door de lintbebouwing van De Kwakel en eindigen bij het Amsterdam-Drechtkanaal, waar we de Peugeot hebben geparkeerd. ’s Ochtends hebben we al kaas, mosterd en yoghurt ingeslagen, vers van de boer. Vooral de yoghurt en de geitenkaas vinden thuis gretig aftrek.

10 februari 2006                                                                                                                                  De Kwakel – Aarlanderveen

We lopen nog steeds onder de rook van Schiphol. Twee banen zijn tegelijkertijd in gebruik, de vliegtuigen vliegen af en aan. We zien prachtige optrekjes, maar dat lawaai! Volgens An wen je aan het geluid, ik twijfel. We wippen nog even langs bij Zuivelboerderij Vrouwenakker voor boerenmosterd en kaas. De yoghurt laten we staan, te zwaar. Het is koud vandaag. Gelukkig is het droog, maar de zon laat zich niet zien. We lopen langs het kanaal door de droogmakerijen naar het leuke plaatsje Aarlanderveen. Geleidelijk verandert de omgeving. We lopen lans kleine waterrijke natuurgebieden, over boerenland en groene dijken. We stuiten zelfs op een bordje ‘pas op de stier’. Van de stier geen spoor te bekennen, maar we knepen hem wel even. Fraai is de Tolhuissluis, een grote en kleine sluis naast elkaar. De sluiswachter pelt een sinasappel als we voorbij lopen. Ik twijfel of hij die dag ook maar één boot heeft geschut. In de zomer zal hij het wel drukker hebben. Jammer dat het achterstallig onderhoud zo groot is, want het is namelijk een prachtig stuk cultuur. De houten sluisdeuren zijn verrot. In het dorpje Bilderdam keren we om en lopen over de nog steeds met kerstlichtjes versierde brug door het lieflijke dorpje. Via de andere kant van het water lopen we terug en buigen na bijna 1 kilometer, ter hoogte van de sluizen aan de overkant, naar het zuiden. In Nieuwveen kruisen we het Marskramerpad. We blijven op de Hogedijk en passeren Ter Aar. Links en rechts liggen drooggemaakte polders, waarvan sommige nog door molens worden bemalen. Maar het meeste zware werk wordt gedaan door gemalen. Vroeger dagen werden deze gemalen door stoom aangedreven, maar later werd diesel gebruikt. De polder is haaks verkaveld. De dorpen kenmerken zich door lintbebouwing.

24 februari 2006                                                                                                                        Aarlanderveen – Driebruggen

De zon schijnt, de temperatuur is enkele graden boven nul. Er staat een stevige noordoosten wind, waardoor het lijkt alsof het kouder is. Bij het verlaten van Aarlanderveen staat de wind in de rug. . Als we veel later door de Reeuwijkse Plassen lopen, staat de wind recht in ons gezicht en is het zelfs onbehagelijk. We lopen door de polder langs vier molens. Prachtige molens, die ontsierd worden door de kleine molens en andere kitscherige attributen in de tuinen rond de molens. In het begin lopen we over geasfalteerde polderwegen,  later, richting Amsterdam Rijnkanaal, over grasdijken en zien we honderden meerkoeten, smienten en groepjes kuifeenden. Uiteraard ontbreekt de wilde eend en wilde zwaan ook niet. De kieviten en de wulp zijn al weer terug uit Afrika. De kieviten zijn nog niet aan het broeden omdat de vorst nog niet is verdwenen en er nog sneeuw voorspeld wordt. Rond de Reeuwijkse Plassen zien we duizenden, vooral grauwe- of kolganzen. Jammer dat ik de kijker niet bij me heb. De omgeving is prachtig. Polders, oude droogmakerijen, keurig verkaveld, doorsneden door boezems waarin het water steevast zo hoog staat, dat het lijkt dat het over de rand zal stromen. Overal zijn ze aan het knotten en snoeien. Je kunt eindeloos ver kijken. In het dorpje Zwammerdam lunchen we uit de wind, in de zon, op een bankje langs een huis aan het kanaal. We lopen op het jaagpad. Het is bijzonder door plaatsjes, zoals Zwammerdam te lopen. Stuk voor stuk lopen we door mooie dorpjes, waar je anders nooit komt. We passeren de rijksweg, lopen door de Reeuwijkse plassen over smalle dijken, waaraan landjes grenzen met daarop soms fraaie woningen. Links en rechts zie je de vervening, de natuur is prachtig. We voelen inmiddels onze benen. Vandaag lopen we voor het eerst een lange etappe, bijna 25 kilometer. Aan het eind in Driebruggen, waar we die ochtend de Peus van An hebben geparkeerd, zijn we moe maar tevreden.

10 maart 2006                                                                                                                      Driebruggen – Schoonhoven

Het is ijskoud vandaag, het regent. We hebben moeite het begin van het pad te vinden, hoewel het heel eenvoudig blijkt te zijn. Het loopt pal voor de huizen aan het water langs. Recht van overpad! Al  snel lopen we op een grasdijk met rechts het water de Dubbele Wiericke en links de polders. We overwegen om te keren naar huis, maar zetten door en lopen naar Hogebrug. Nadat we de spoorbaan hebben gekruist en onder het spoor in de tunnel onze koffie hebben gedronken, lopen we door tot we de Enkele Wiericke bereiken. Recht voor ons ligt de Tiendweg, helaas niet meer te belopen omdat ze is weggeslagen. Jammer, omdat het pad al heel lang geleden in gebruik is genomen en voordat het Pelgrimspad werd uitgezet, in de vergetelheid was geraakt. In het voorjaar is het pad niet te belopen omdat dan de zwanen op of naast de Tiendweg broeden. Broedende, wilde zwanen zijn agressief en kunnen je ernstig verwonden. We slaan linksaf richting de Hollandsche IJssel. Aan de overkant ligt een klooster. Bij de Hollandsche IJssel slaan we af naar Haastrecht en kopen bij de plaatselijke bakker pizzapunten en drinken daarbij aan een tafeltje de door ons zelf meegebrachte koffie. De winkeljuffrouw is blij met ons bezoek, ze heeft aanspraak en kwebbelt honderd uit. Als we Haastrecht achter ons hebben gelaten en het FlorisV pad letterlijk links hebben laten liggen, bereiken we de Vlist, die we volgen tot Schoonhoven. We soppen tot onze enkels in de natte klei langs het riet, dat hier nog voor economische doeleinden wordt gesneden, verzameld en gedroogd. We zien ooievaars op de kunstmatige nesten, onder de rook van een volkstuincomplex. Vorig jaar zagen we ze ook op deze nesten broeden. Langs de Vlist staan prachtige huizen, oude boerderijen, monumentale panden, maar ook kleine, romantische optrekjes naast nieuwbouw . In één van de boerderijen kopen we verschillende zelfgemaakte kazen. Niet teveel, omdat we nog een eind moeten lopen. In Schoonhoven, de zilversmedenstad, raken we het pad enkele keren kwijt. We nemen de pont over de Lek naar Nieuwpoort. Beide dorpjes,  Schoonhoven en Nieuwpoort, hebben een prachtige, goed bewaard gebleven oude kern, waar je plezierig kunt wandelen en winkelen. We zijn moe en blij als de  tocht er op zit.

17 april 2006                                                                                                                             Schoonhoven – Bleskensgraaf

Het is 2e Paasdag, de bus rijdt vandaag niet. Dat betekent dat we met 2 auto’s vertrekken. Met moeite vinen we een parkeerplek voor de auto van An in Bleskensgraaf en rijden met mijn auto naar Nieuwpoort. Zonder de kaart goed te bestuderen parkeren we langs de provinciale weg, naar wat later blijkt een eind uit de route. De Zeemansweg en de Warvenkampweg zijn niet verbonden door een brug, zodat we een eind langs de Graafstroom moeten lopen voordat we naar de overkant kunnen, en dan weer terug!  Van Nieuwpoort lopen we naar Groot-Ammers, langs een saai industrieterrein. De route langs de Lek is alleen aantrekkelijk. Eenmaal Groot-Ammers uit, lopen we over de Molenkade, met de wind schuin van achteren. Na de Achterlandse Molen steken we Ammersche boezem over, via een hoge fiets- en loopbrug. De Achterlandse Molen is net als de Peilmolen nog in gebruik, maar alleen de Peil Molen slaat water uit op de boezem. Bij Achterlandse Molen staat het rad stil en de wieken staan vast; van de Graaflandse Molen liggen de wieken op de kant, de molen wordt gerestaureerd. Nadat we boezem hebben overgestoken lopen we terug langs het water over de weg tot de Ammerse Brug, waar we linksaf slaan en over de grasdijk langs de Groote Achterwaterschap lopen. We hebben de wind pal tegen. De zon is verscholen achter de wolken. Kilometers boksen we tegen de harde wind op, tot voorbij het dorp De Donk, aan de overkant. Uiteindelijk zien we Nieuwe Donkse Brug en kunnen we naar de overkant. Het is een prachtig pad maar door de harde wind en opspelende spieren zijn we blij dat we de overkant hebben bereikt en met de wind in de rug via De Donk, een zandophoping in het veenweidegebied, naar Bleskensgraaf kunnen wandelen. De omgeving, het Groene Hart is prachtig. Rechts van de Donkseweg ligt het vogelreservaat De Donkse Laagten. Helaas ligt de kijker nog in de auto.

30 april 2006                                                                                                                         Bleskensgraaf – Gorinchem

Opnieuw trekken we er op uit met 2 auto’s. Ongezellig, maar we zien geen kans vanaf Gorinchem met het openbaar vervoer ons startpunt Bleskensgraaf te bereiken. We lopen dwars door de polder, haaks op de nog niet in gebruik zijnde Betuwelijn aan. Als we het spoor bereiken lopen we een tijd lang evenwijdig aan het spoor, totdat we ter hoogte van Hardinxveld-Giessendam, net na de Tiendse Molen, het spoor oversteken. Ik probeer mij een voorstelling te maken van de hinder, de overlast van de treinen als ze eenmaal rijden. Acht treinen per uur heen en dus acht treinen terug uit het achterland, maakt samen zestien lange, gestaag voortdenderende goederentreinen. Vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week, tweeëenvijftig weken per jaar, jaar in jaar uit. We volgen de GiessendamseTiendweg die we, vlak voordat we de Polderweg passeren noodgedwongen  moeten verlaten, omdat twee zwanen midden op het pad zitten te broeden. Tegemoet komende wandelaars hadden ons daarvoor al gewaarschuwd, zij waren door de zwanen aangevallen. Een wandelaar met zijn hond weet te vertellen dat het koppel inmiddels al enkele jaren op dezelfde plek broedt.                                                                                        Nadat we Hardinxveld-Giessendam hebben bereikt wordt de tocht saaier. Pas als we Boven-Hardinxveld gepasseerd zijn wordt de omgeving weer aantrekkelijk. Vooral de polder De Dordtsche Avelingen is heel mooi, een bijzonder natuurgebeid, dat op deze zondag wel druk bezocht wordt. We wandelen een flink eind langs de Boven Merwede en  lopen langs het paalkampeerterrein, een grasveld met een watertappunt. Er staat vandaag geen tent. Te koud en denk ik, te geïsoleerd. Je kunt er alleen lopend komen en je mag er niet langer dan 3 dagen staan. Lijkt mij toch gaaf. Uiteindelijk bereiken we de parkeer-plaats waar de auto van An staat.

3 mei 2006                                                                                                                                 Gorinchem

Enkele dagen later lopen we de laatste kilometers naar Gorinchem. Daar nemen we, via Woudrichem, de veerpont naar Slot Loevestein. Het slot is en blijft boeiend om te bezoeken. Het is een sober en indrukwekkend kasteel. Jammer dat het die dag druilerig weer is.

5 juni 2006                                                                                                                                   Woudrichem – Aalst

We beginnen in de oude vestingstad Woudrichem. We parkeren de auto binnen de wallen. We slenteren naar de steiger waar de pont aanlegt en vertrekt. Op dat punt pikken we de route op. We staan oog in oog met Jacoba van Beieren, die ook in Oostvoorne een verdedigde heerlijkheid had. We lopen op de Hoge Maasdijk langs de Afgedamde Maas. Een vervelende wandeling, omdat we op de weg lopen en goed moeten uitkijken voor auto’s. Na 1½ kilometer kunnen we de tocht vervolgen op het drukke fietspad. Gezinnen, vaders, moeders en een schare kinderen komen ons tegemoet. Het is 2e Pinksterdag en de gereformeerden verpozen zich. Na ruim 1 kilometer zien we het ‘Altenatuur’ Struikwaard liggen. Vrije wandeling op wegen en paden, alleen gesloten tijdens het broedseizoen dat loopt tot 15 juni. Jammer, want het lijkt een fraai gebied en de route valt vandaag tot nu toe tegen. Als we de afsluitdijk bereiken en links afslaan passeren we de scheiding tussen Waal en Maas. Links ligt de Waalhaven en rechts de Maashaven. We trekken de Bommelerwaard in. Als we de Van Heemstraweg oversteken, op weg naar Brakel, lopen we langs een aantal Wielen, totdat we de Waarddijk bereiken. Dit is het mooiste gedeelte van vandaag. Pas als we Brakel, een leuk dorp met mooie oude huizen en fraaie beeldengroepen, inlopen en bij de protestatnse kerk het landgoed Brakel, in beheer bij het Geldersch landschap, inlopen, is de omgeving interessant. Het landgoed is een klein, pittoresk, afwisselend cultuurlandschap. Centraal in het landschap ligt de ruïne van het Huis te Brakel. Een ruïneus oud slot, omgeven door een slotgracht. Als we het landgoed verlaten wacht ons een vervelende tocht naar Aalst, door een kassengebied en over de Meidijk, een weg waarop veel verkeer is. Interessant is nog het gemaal dat we passeren, een gemaal uit de 1e  helft van de vorige eeuw met een karakteristieke bouw.

Aalst – Udenhout