Bergen aan Zee – Schoorl

27 december 2010

Een korte etappe vandaag. De auto staat bij treinstation Alkmaar. We hebben de bus genomen naar Bergen Binnen en met de buurtbus rijden we naar Bergen aan Zee. Voor Het Zeehuis worden we door de bejaarde, vrijwillige chauffeur afgezet. An probeert haar wandelstokken uit te trekken, maar één van de stokken weigert. Uiteindelijk belanden beide stokken na drie wandeldagen onder de neus van een verbouwereerde zwerver en een geamuseerde bezoeker van het ABN-Amro kantoor in een openbare prullenbak in Den Helder. Afscheid nemen moet je altijd met overtuiging en met kracht doen!

Warm aangekleed begeven we ons op weg. De route is goed aangegeven. Het rood/wit lonkt ons tegemoet. We kruisen het Trekvogelpad en passeren een grenspaal, maar onduidelijk blijft welke grens deze paal heeft aangegeven. De aanwijzingen worden summier. We lopen door de besneeuwde duinen van het Noordhollands Duinreservaat. We slingeren door de duinbossen. In de bomen hangt rendiermos. De zon doet manmoedige pogingen door de laaghangende bewolking heen te breken. Even lukt het. Als ik de aanwijzingen goed begrijp, moeten we voor ons verblijf in deze duinen betalen. Net als de vorige keer weiger ik dat. We betalen al voor Natuurmonumenten en het Zuid-Hollands landschap, en nog stuit ik overal op bordjes “verboden toegang”. Kwetsbare natuur. Belachelijk, het idee natuur te beschermen door prikkeldraad en “verboden toegang-bordjes”.                                                                                                                               Het dooit, zodat het lopen door de natte, zompige sneeuw zwaar is, maar de beelden van het winterlandschap vergoeden veel. Het is heerlijk actief buiten te zijn. Nabij Schoorl zijn de duinen erg hoog en lopen we via trapjes naar een uitzichtpunt over het duingebied en de geestgronden ten oosten van de duinen. Onder ons ligt Schoorl. We dalen af op zoek naar ons overnachtingadres, het Doopsgezind Broederschapshuis, passeren het monument voor de joden die van hier uit zijn afgevoerd naar Mauthausen.                                              Ons overnachtingadres is een bijzondere ervaring. Een bonte verzameling mensen, slordig gekleed in door het wassen flets geworden, ooit fleurige kleding, op slippers en met onverzorgde haren. Het uiterlijk ondergeschikt gemaakt aan het innerlijk. Overtuigende Christenen, die zich pas als rechtgeaarde doopsgezinden op latere leeftijd laten dopen en die vrijzinnig (VPRO) de wereld tegemoet treden. We zijn welkom, maar toch ook weer niet. We behoren niet tot de club. We zijn teveel onszelf. We zijn mensen van een andere planeet, mensen van deze wereld. We genieten van de eenvoud, maar ook van de luxe van het leven. Het wordt ons afgeraden te blijven eten. Honderd doopsgezinden tegelijkertijd in een eetzaal, zou teveel van onze nerven vragen. We lopen naar het dorp en belanden in een familierestaurant. We eten zemenlappen, die ons verkocht worden als slibtongen, en drinken een halve liter smaakvolle rode wijn van het huis. Na de koffie gaan we terug naar onze kamer, wat An steevast “onze stal” noemt. Een kamer met 2 bedden plus nog een opklapbed aan de muur, een douchecel, een toilet en een halletje met een kast. Erg sober.