Masai Mara

8 juli 2005

We rijden door afwisselende landschappen. Veel droge savanna’s doorsneden door, langs de oevers beboste, rivieren. Drinkplaatsen voor het vee en het wild. Eindeloze vergezichten met daarin grazende kuddes geiten en vee, bewaakt door Masai.

De Masai zijn in de Masai Mara de oorspronkelijke bewoners. Ze leven onder nagenoeg dezelfde omstandigheden als tientallen, honderden jaren geleden. Ze zijn traditioneel gekleed en versierd. De overheersende kleur is rood. Maar je ziet ook andere kleuren. Ze wonen in kleine nederzettingen van tien of meer hutten, omzoomd door ondoordringbaar stekelig kreupelhout, dat ook te vinden is rondom de kralen voor het vee. Vandaag is het bewolkt, laaghangende bewolking, waaruit een enkel spatje regen is valt. 

Later horen we dat de kindersterfte relatief erg hoog is en dat de jongens en de meisjes ondanks het verbod, toch worden besneden. De doden maken op de Masai weinig indruk en worden niet begraven, maar teruggegeven aan de natuur.

Tegen het eind van de dag trekt de lucht open en krijgen we een prachtige wolkenlucht te zien. De nachten zijn fris. We zitten op bijna 2000 meter hoogte. Begin 90-er jaren hebben de Masai de Kikuya, een andere stam uit Kenya, die naar het grondgebied van de Masai waren geëmigreerd, bloederig verjaagd, aangemoedigd door de toenmalige regering.        De Masai is een trots volk, dat zich vasthoudt aan haar tradities en één is met het land en de natuur. Als je bedenkt dat de welvaart niet evenredig is verdeeld, het nationalistische gevoel hoog is, het alcoholmisbruik enorm (onvoorstelbare hoeveelheid bars in een tamelijke kleine levensgemeenschap, is het niet moeilijk je een voorstelling te maken van bloederige stammenoorlogen, vooral als de ruimte door de explosieve bevolkingsgroei kleiner wordt. De wegen, uitzonderingen daargelaten, zijn erbarmelijk. Alleen de hoofdroutes, doorgaande wegen, zijn geasfalteerd, maar zitten vol kuilen. Soms is de weg, na hevige regenval, weggeslagen. De meeste wegen zijn onverhard en stoffig. De vegetatie langs de weg en de gebouwen, de optrekjes in de dorpen, zitten onder dikke lagen stof. Vaak rijden we stapvoets en worden heen en weer geslingerd in onze stoelen. Uren achtereen.

9 juli 2005

Vandaag staat op een gamedrive met zonsopgang en zonsondergang  het menu, met als tussengerecht een bezoek aan een Masai dorp. We staan oog in oog met een groep leeuwen met een welp. We zien een solitaire leeuw die net een gnoe heeft verschalkt. Van papa leeuw ontbreekt elk spoor, evenals de cheeta, die dezelfde ochtend gezien zou zijn.

10 juli 2005

Vandaag verplaatsen ons via een grote omweg, in verband met de kwaliteit van de weg, naar de grens van Kenya en Tanzania. De reis voert door één van de vruchtbaarste en daarmee één van de meest dichtbevolkte streken van Kenya. Naast talrijke groenten wordt hier vooral suikerriet en maïs verbouwd. ‘s Ochtends rijden we tientallen kilometers over de savannah, waar we o.a. duizenden struisvogels, olifanten, gazellen, zebra’s, gnoe’s waarnemen. Plots rijden we door de graanschuur an Kenya. Grote uitgestrekte stukken heuvelachtig land met graan. Naarmate we dichter bij Tanzania komen wordt het land droger en is minder land in cultuur gebracht.

11 juli 2005

De grens tussen Kenya en Tanzania passeren we lopend. Het is verboden te fotograferen. Dat geldt trouwens ook op de luchthaven en elke politiepost, die we regelmatig passeren. Het is zelfs niet toegestaan onderweg een hangbrug over de rivier Mara te fotograferen.  Zowel in Kenya als Tanzania moet je een emigratieformulier invullen en je paspoort, met visum tonen. Er wordt flink gestempeld.
De lokale bevolking loopt of fietst vrolijk heen en weer. Alleen auto’s en blanken worden gecontroleerd. We laten de truck in Kenya achter en stappen over op 3 grote, luxe landrovers, waarin plaats is voor 7 mensen, bijrijchauffeur en bijrijder.

Lake Victoria, Serengeti National Park