Guayaquil

Guayaquil

24-2-2019

De eigenaar van het White House beloofde ons gisteravond een taxi te bestellen voor 9:15 uur. Om 9:35 maakt Hans zijn vrouw achter de balie wakker, oeps, vergeten, ze gaat direct bellen en 10 minuten later rijdt de taxi voor. Volgens de eigenaar rijden er geen bussen, maar we passeren de ene bus na de andere. Zo gaat dat hier nu eenmaal en voor $ 25,- worden we een half uur later keurig afgezet bij de haven. De pont zet ons over het Canal de Itabaca naar het Isla Baltra. Daar staan bussen klaar om je voor $ 5,- p.p. in 10 minuten naar de luchthaven te brengen. Op het vasteland reis je voor dit bedrag half Ecuador door. An zegt dat we 65 zijn en nadat we ons paspoort hebben laten zien, krijgen we 50% seniorenkorting. Dat is toch weer snel verdiend. We zijn ruimschoots op tijd. Het is een binnenlandse vlucht en vreemd genoeg is, als je de eilanden verlaat, een snelle controle van de handbagage en je zakken voldoende. Geduldig wachten we in de eenvoudige vertrekhal.

Stipt op tijd vertrekt vlucht XL1410 naar Quito, met een tussenstop in Guayaquil, onze eindbestemming. Langzaam zien we de Galápagos verdwijnen en 1 uur en 45 minuten later Guayaquil verschijnen. We hebben in het 5* Grand Hotel Guayaquil een kamer geboekt, een luxe afsluiting van deze reis. De hotel shuttle staat al op ons te wachten. Het hotel staat in het centrum, achter de kathedraal.

Vanuit het hotel kun je één van de prachtige glas in lood ramen van de kerk zien. Op de 2e verdieping is een mooi zwembad, waarboven een beeld van een leguaan torent, ingelegd met gekleurde steentjes. Op de 5e verdieping is de squashbaan, de fitness, de sauna, het Turkse stoombad en het dakterras. Het is al donker als we naar de Boulevard 9 October wandelen. In de straten is het stil, de winkels gaan verscholen achter de rolluiken, wat iets unheimisch heeft. Op de Boulevard 9 October is het drukker en zien we alle fastfoodketens die de wereld kent. Andere restaurants kunnen we niet vinden dus eten we bij één van deze tenten. De entourage is dan misschien wat minder, maar het eten smaakt het goed.

Guayaquil

25-2-2019

Guayaquil, de reisgids zegt het al, een stad met enkele bezienswaardigheden, die je in een paar uur bekeken hebt. Het stratenpatroon is Amerikaans, blokken. De achter ons hotel gelegen kathedraal en het Seminario Park is de aftrap van onze zwerftocht vandaag. In de kerk treffen we Jacobus, de Santiago Apostel aan. In het park wemelt het van de leguanen en de fotograferende toeristen. Als iemand ze slablaadjes voorhoudt, kruipen ze zelfs via zijn broekspijpen omhoog.

Verder in de stad zien we ze niet en we vragen ons oprecht af of ze niet als kermisattractie in het park worden uitgezet, zeker als we ‘s avonds langs het park lopen en er niet één meer te zien is. Via de Malecón 2000, een moderne, begin deze eeuw in gebruik genomen boulevard, met parkelementen, uitzichttorens, eethuisjes, winkels en parkeergarages, verscholen achter een hoog hek met veel bewaking, komen we terecht bij Mercado Sur, een door Gustave Eiffel in zijn kenmerkende stijl ontworpen marktcentrum en nu in gebruik als expositieruimte. De stoelen worden van kussentjes en goudkleurige strikken voorzien, de laatste hand wordt gelegd aan de bloemstukken, het podium is al klaar en de muziek wordt getest, dit alles voor de inauguratie van de zeecadetten ter afsluiting van hun opleiding.

Aan de andere kant de brede rivier met nauwelijks scheepvaart. Het water is modderig en op het water drijft losgeslagen vegetatie. Aan de kade ligt een viermaster, een opleidingsschip voor de marine van Ecuador. Aan de overkant het mangrovebos, bereikbaar via 2 bruggen voor langzaam verkeer. Teruglopend naar ons hotel zijn we op zoek naar een winkel waar ze bier verkopen en iets simpels om te lunchen. Tevergeefs, maar de stappenteller is dik tevreden vandaag. Na een duik in het zwembad, de sauna en het Turkse stoombad, keren we terug naar de Malecóon en eten wat in één van de vele tentjes. We sluiten af met een ijsje bij MacDonalds en een potje rummy op de kamer.

Guayaquil

 26-2-2019

Vandaag lopen we de Malecón in de oostelijke richting af en brengen een bezoek aan het MAAC, het Museo Antropológico y de Arte Contemporaneo, dat ons tegenvalt.

Op de heuvel staat een vuurtoren, de Faro Santa Ana. We beklimmen de 444 treden door de kleurrijke woonwijk Las Peñas, een bonte verzameling felgekleurde huisjes, bewoond door autochtonen, en vol restaurantjes en bars. Bijna alles is gesloten. Het leven speelt zich hier vooral ’s avonds en ’s nachts af. Vanaf de top van de heuvel hebben we een mooi uitzicht over de stad, de rivier en het vliegveld. De kapel is gesloten, de ramen staan wijd open en binnen zit een bewaker bij een ventilator, starend op zijn telefoon.

Het is stil op straat, er zijn weinig of geen toeristen. We dalen de trappen weer af en lopen richting Mercado Arsenal. We hebben ondertussen trek gekregen, we willen wat eten en zoeken een restaurantje. Hoe gemakkelijk is dan maps.me. Zonder internet kun je overal ter wereld bepalen waar je precies bent en de weg vinden waar je heen wilt. Maar het blijkt ook een gemakkelijke prooi voor criminelen. Terwijl Hans zijn telefoon uit zijn broekzak haalt, wordt deze uit zijn handen gegrist door een al wat oudere man, die hem van achteren heeft beslopen. Hans slaakt een enorme gil, hij jat mijn IPhone roept hij, en we zetten de achtervolging in. Mensen om ons heen wijzen waar hij heen gaat. Hij heeft zich verstopt in een busje vol met passagiers. We zien hem, maar hij is ons te snel af, rent het busje uit en gaat er als een gek vandoor. We rennen achter hem aan, mensen wijzen waar hij heen gaat. Boven op de helling stopt hij, rist de telefoon uit het hoesje en gooit het lege hoesje naar ons en rent door, een volgende helling op. Wij hebben alleen nog het nakijken. Een man zegt dat het geen zin heeft hem te achtervolgen, hij woont in een andere wijk zegt hij, daar in de witte huizen, dit is alleen zijn vluchtroute. We proberen aangifte te doen bij het politiebureau, één blok van de plaats van het delict af, maar dat is nog niet zo simpel. Ze spreken louter Spaans. Er worden 2 jonge motoragenten opgeroepen en wij moeten hen laten zien waar het precies gebeurde. De conversatie gaat via Google translate. Ze vragen omstanders wat ze zagen, maar niemand heeft wat gezien, zeggen ze. Volgens de politie                                                                                        zullen ze ook niets loslaten, ze zijn allemaal bang voor vergelding. Tot vervelens toe blijft de agent ons via Google translate vertellen hoe onveilig de buurt hier is, dat je nooit met een camera om je nek moet lopen en zeker geen smartphone gebruiken op straat. Hij vergelijkt de wijk met een favela in Rio de Janeiro, toeristen zijn een gemakkelijk doelwit, zegt hij en vraagt waarom we geen gids hebben genomen en waarom we geen Spaans spreken. Wat zou het verschil zijn geweest als we Spaans gesproken hadden. Mensen om ons heen zien wat er gebeurt, weten wie het is, maar zijn te bang om de man te verraden. We zijn nu 11 weken in Peru en Ecuador en hebben ons nog geen moment onveilig gevoeld. Er komt een ‘informant’ die de agent wijst waar de dief woont, daar boven in die witte huizen, maar hij weet niet of deze man ook de IPhone heeft, in ieder geval wel een camera en wat telefoons! We komen geen stap verder. We moeten aangifte gaan doen bij het FGE, Fiscalia General del Estado, in het centrum. Achterop hun motor brengen ze ons er heen, maar gaan er dan vandoor, hun namen en telefoonnummers willen ze niet geven. Dan begint het circus weer van voren af aan. De mevrouw in hokje 5 spreekt geen Engels en weer moeten we het hele verhaal proberen uit te leggen. Ze zucht en steunt en wappert met wat papieren om de hitte te verdrijven. Of we ‘Google translate’ hebben? Ja, maar geen bereik, geen WiFi! Wij vragen of ze ‘Google translate’ op haar computer heeft, maar dat snapt ze niet. Het duurt een uur voordat ze de 3½ regel heeft getypt, waarin het gebeurde wordt beschreven Het proces-verbaal wordt in 4-voud geprint, Hans moet tekenen en we krijgen 1 exemplaar mee. Dat wuift ze dat ze klaar is, we kunnen gaan. We zijn knap aangeslagen door het gebeuren, tot nu toe waren we steeds voorzichtig, en zo ook vandaag. Maar het is gebeurd voor dat je het goed en wel beseft. We hebben er ineens genoeg van en keren terug naar ons hotel, te onrustig om te genieten van de sauna en het Turkse stoombad.

Guayaquil

 27-2-2019

Dat hele gedoe van de diefstal van de Iphone zit nog vers in ons geheugen. Vandaag willen we nog een telefoonhoesje voor Velica kopen, een tafelkleed voor in de villa en een sleutelhanger. De lust, om nog naar de Mercado Arsenal terug te gaan, is vergaan. We gaan naar de kleine, duurdere mercado aan het eind van de Malecón, aan de westzijde. An’s iPhone, portemonnee  en het fototoestel laten we achter in het kluisje op onze kamer. We slenteren langs honderden stalletjes waar telefoonhoesjes en elektrische apparaten te koop worden aangeboden. Het is er nauw en stervensdruk. Ik voel me niet op mijn gemak, An daarentegen heeft nergens last van. Ze zoekt verbeten naar een leuk hoesje voor Velicia. Dat heeft ze beloofd. Het valt niet mee, maar uiteindelijk lukt het toch. Prompt verlaten we de mercado, langs de ogenschijnlijk doelloos rondhangende mannen, waar ik sinds gisteren alleen nog maar criminelen in zie. Ik zie dat ze telefoons uit elkaar halen, schermen en accu’s vervangen. Vermoedelijk is mijn Iphone inmiddels ook hier. Ze moeten wel de code kraken, anders is de Iphone onbruikbaar. We slenteren via de Malecón en de blokken in de buurt van ons hotel terug naar onze kamer. Ook vandaag eten we in het hotel, nadat we eerst decadent cocktails drinken in de bar. We eten laat, het eten is lekker en goed verzorgd, maar de organisatie is niet geweldig. We kijken gefascineerd naar een gezelschap van 20 mensen, Amerikanen, Canadezen en Engelsen, die zich opwinden over het feit dat het eten zo lang op zich laat wachten. Ze bestellen allemaal een ander, door de keuken vers bereid gerecht, lopen boos heen en weer en één man taait gewoon af en gaat naar bed, zonder eten.

Guayaquil > Schiedam

 28-2-2019

Het einde is in zicht. Bijna 12 weken vrij van zorgen, 11½ week met elkaar, zonder één vervelend moment. Maar vandaag vertrekken we, met de hotelshuttle van 4 uur gaan we naar de luchthaven. Ontspannend, in de warme zon aan de rand van het zwembad, laten we nu alles nog eens de revue passeren en kunnen niet anders dan concluderen dat we 11,5 heerlijke weken hebben gehad. Maar over 8 uurtjes stappen we in het vliegtuig en zal KLM ons hopelijk veilig weer op Schiphol afzetten. Leuk om ons sociale leventje thuis weer op te pakken, ons ‘kleine vriendinnetje’, die volgende week ook nog vakantie heeft, lekker een paar daagjes te logeren te hebben, de ‘villa’ zomer klaar te gaan maken en gewoon weer zelf te kunnen koken, met vooral verse groenten. Wij gaan nadenken wat onze volgende reisbestemming gaat worden, er is nog genoeg wat we willen ontdekken, grenzen verleggen en op zoek naar de rust van binnen.

EPILOOG

Guayaquil was al niet onze favoriete stad, maar nu voelt het ook niet veilig meer. We kijken constant om ons heen, we irriteren ons aan de mensen die opdringerig ineens voor je staan om hun koopwaar aan te prijzen. We irriteren ons aan de toeterende automobilisten, die vinden dat ze altijd voorrang hebben. We irriteren ons ook aan de 20 Amerikaanse, Canadese en Engelse toeristen, die in ons hotel dineren, allemaal een ander, heerlijk vers bereid, gerecht bestellen en vervolgens boos van tafel lopen, uiteindelijk het eten dat ze bestelden zelfs weigeren, omdat het allemaal te lang duurt naar hun zin. Met veel bombarie betalen ze de nota minus $ 2,- omdat de service ‘lousy’ is. Vanmorgen aan het ontbijt schept diezelfde groep toeristen in datzelfde restaurant wel 5 x hun bord vol.

Er is hier veel armoe, vuilnisbakken worden leeggehaald, op zoek naar herbruikbare materialen en restjes van voedsel. Veel bedelaars, vooral jonge mensen toch, junkies, of mensen die uit Venezuela gevlucht zijn, zoals ze zelf zeggen. Mensen proberen op allerlei wijzen de kost te verdienen door snoepjes per stuk te verkopen, chips, ijsjes, flesjes koud water voor $ 0,25, en wat al niet meer. Daarnaast zien we ook veel ‘flanerende’ jonge mensen, waarbij de meiden de kijker uitdagend trakteren op flinke, blote borstpartijen. Het valt ons vooral op dat er zoveel mensen gewoon ‘rondhangen’, werken doen ze blijkbaar niet, of kunnen ze hier toch leven van het weinige dat ze verkopen? Verbaasd zijn we, als we de moderne winkelgalerij onder het Malecón ontdekken. Veel ‘locals’ kijken, maar verkocht wordt er niet; verkopers hangen op stoelen, dreigen in te dutten of kijken filmpjes op hun smartphone. Toch is dit beeld niet alleen voorbehouden aan Guayaquil. Je komt het overal tegen in Ecuador en Peru. De cultuur is hier zo anders dan bij ons. Of denken we dat alleen maar en is de cultuur in wijken, waar veel landgenoten van overzee wonen, op Rotterdam Zuid en in Amsterdam Bijlmer identiek?  We hebben genoten van iedere plek die we bezocht hebben en was dat niet het geval, dan trokken we gewoon verder. We hebben de cultuur opgesnoven. We waren 7 dagen in de groene, ondoordringbare jungle van het Amazonegebied, eigenlijk veel te kort, want de natuur en de rust was daar overweldigend. De vlucht over de Pampa’s en de mummies bij Nasca hebben diepe indruk op ons achter gelaten, evenals schoonheid van de Andes, die zich dan weer toonde als een onherbergzame kurkdroge woestijn en dan weer als een ondoordringbaar nevelwoud. Het kleurrijke van de mensen en hun koopwaar. De overweldigende natuur met de prachtige bloemen en de fascinerende dieren, de chaos in de steden. Dachten we dat 12 dagen op de door vulkanen gevormde eilanden van de Galápagos, met haar naar de hemel reikende oude cacteeën en aaibare dieren, wel eens te lang zou kunnen zijn, mis, de rust die daar over ons heen daalde was zalig Achteraf hadden we wel meer eilanden willen bekijken.

De mensen, de toevallige ontmoetingen, het heeft ons flink wat stof tot praten en overdenking gegeven. Het is dan ook met weemoed dat we hier vertrekken.

Home