Cuijk – Geertruidenberg

Cuijk – Ravenstein

2 juli 2020

Vandaag pakken we het Maaspad weer op, de 11e en tevens de langste etappe. Het boekje zegt ruim 25 km, maar in werkelijkheid zijn het er 26,6. In deze Corona periode hebben we wel regelmatig gelopen, maar nooit meer dan zo’n 15 km en dat merken we goed aan onze spieren. We staan vroeg op en om half 9 rijden we weg uit Schiedam. Het is kwart voor 11 als we de auto parkeren bij het station van Cuijk. Bij SDC ‘De Looierij’ drinken we nog een kop koffie met een heerlijke Bossche bol, zodat we pas om half 12 op pad gaan. Cuijk is een aardig plaatsje. We hebben er vandaag niet echt de tijd voor, maar de heemtuin ziet er goed uit. Onderweg komen we langs meer bijzondere plekjes, zoals de Mariagrot en het Kapucijnerklooster. De omgeving heeft veel te bieden, mooie natuur, lieflijke plaatsjes en heerlijk zwemwater. We moeten hier beslist terugkomen. Vanaf Cuijk loopt het pad op de winterdijk van de Maas. Na Katwijk lopen we langs het Kraaijenbergse Plassengebied.

Fraaie waterberging voor als het water in de Maas stijgt. De plas is ingericht voor watersportrecreatie. Het laatste stuk naar het pittoreske Grave lopen we weer op en naast de winterdijk. Aan een houten picknicktafel op de kade van de Maas in Grave lunchen we, het is er koud, er waait een frisse bries. Veel oog voor de oudheden van Grave hebben we niet, we moeten nog bijna 10 km lopen en de vermoeidheid slaat toe.

Even buiten Grave volgen we de Hertogswetering, tot de kerk van Velp, het oudste kerkje van de regio en niet meer in gebruik als kerk maar als expositieruimte. Tegenover de kerk ligt het Kapucijnerklooster, gebouwd in 1645. De naam van de orde is ontleend aan de spitse kappen die zij droegen. Door natuurgebied De Keent, waar Schotse hooglanders en exmoorpony’s grazen, lopen we over de brug over de afgegraven Oude Maas, verlaten De Keent en lopen we naar Neerloon.

Op een picknickbank langs de weg eten we onze laatste boterham en zoeken op Google Maps B&B ’t Ravenhuus op, dat op zeker 1 km van het centrum ligt. Het is de hele dag droog geweest met soms wat zon maar ook flink wat bewolking en een frisse bries. De voorspelling voor morgen is ook goed. In de B&B worden we hartelijk welkom geheten. We nemen een verkwikkende douche, trekken schone kleren aan en gaan op de geleende fietsen naar restaurant ’t Veerhuis, voor een lekker biertje en een matige maaltijd. Rozig en vermoeid keren we terug in ’t Ravenhuus, drinken koffie in de gemeenschappelijke ruimte, waar 4 andere fietsgasten een kaartje leggen. Moe maar voldaan duiken wij ons bed in.

Ravestein – Lith

3 juli 2020

Na een goed en stevig ontbijt vertrekken we uiteindelijk tegen 10 uur, toch weer later dan gepland. Afscheid nemen valt blijkbaar zwaar. We lopen via het centrum naar de Maasdijk, steken de spoorbaan over en lopen over de dijk van de Maas. In de uiterwaarden lopen de runderen en paarden. Ze begrazen de natuur en voorkomen dat buitendijkse graslanden dichtgroeien met struiken. We zien leuke kerkjes, één is er zelfs verbouwd tot woonhuis. In Demen, in een holte van een boom, groeten we Maria en Jezus. De streek, het Land van Maas en Waal, is mooi, maar veel nering is er niet.

Het beeld herhaalt zich voortdurend, de Maas rechts of links van ons, altijd met leuke vestingstadjes, lieflijke dorpjes en overal een kerk. In Megen drinken we koffie bij ‘De Maasakker’. Een kleine, mooi gelegen camping met gezellige uitbaters. Hij komt uit Oss, is oud militair, zij komt uit Rotterdam en heeft daar in het EMC gewerkt. De camping hebben ze 5 jaar terug gekocht. In eerste instantie runde hij de camping alleen en was zij nog werkzaam in de zorg, maar sinds 2018 heeft ze haar baan opgezegd en runnen nu samen de camping. In het begin heeft ze de stad erg gemist, maar is nu helemaal op haar plaats in Megen. Hun dochter is in Rotterdam gebleven en werkt in ‘Café Ech Wel’. Ze hebben de ludieke actie bedacht dat wandelaars van het Maaspad, die stoppen bij hun koffie- en theeterras, een bierviltje meekrijgen als tegoedbon voor 2 koffie bij hun dochter in Rotterdam. We wandelen door en steken met de pont de Maas over naar Maasbommel, waar we lunchen bij ‘Eterij De Pont’. Bij binnenkomst moeten we niet alleen onze handen desinfecteren, we moeten ook onze naam en telefoonnummer doorgeven, voor als er reden mocht zijn voor een contactonderzoek. De tosti van de chef is zo droog als ….. en de sandwich met oude kaas wordt verpest door een enorme laag rode pesto. Na de lunch stappen we flink door, er hangen dreigende wolken, maar gelukkig worden deze door de harde wind verdreven en blijft het droog.

We passeren Alphen, waar we oorspronkelijk bij Els van ‘Vrienden op de fiets’ een overnachting hadden geregeld. Tijdens de lunch keken we nog eens goed op de kaart en blijkt er, buiten een bed bij Els, niets te zijn in Alphen, geen winkel, geen café, geen snackbar, geen restaurant, helemaal niets. We besluiten Els te appen dat we geen gebruik zullen maken van onze reservering, dat we doorlopen. Els antwoord al snel dat dat akkoord is, komt haar ook beter uit wand ze had eigenlijk andere plannen. We lopen door naar de pont, dat toch nog ruim 3 km blijkt te zijn. We hebben dorst, dus vlak voor de afslag naar het pont drinken we thee in de leuke, kleurrijke theetuin ‘Onder de Groene Hemel’.

Met de pont steken we over naar Lith, waar we ook geen slaapplek kunnen vinden. We twijfelen, een plan moet je tenslotte altijd uitvoeren en nooit te snel opgeven, maar nu lijkt het toch het beste om naar huis te gaan. Morgen voorspellen ze regen. Zondag hebben we eters en dan kunnen we morgen relaxed de boodschappen doen en beginnen met koken. We stappen op de bus naar Oss. In Oss op de NS trein naar Nijmegen. In Nijmegen met de Arriva terug naar Cuijk, waar onze auto staat. Holland op zijn smalst. Na een korte stop bij het ‘Van der Valk Cuijk’, voor een smakelijke maaltijd, rijden we terug naar huis.

Lith – ’s Hertogenbosch

31 augustus 2020

De lucht is opgeklaard en de wind gaan liggen, en dus besluiten we onze wandelschoenen weer op te zoeken en wat etappes te lopen van het Maaspad. De OV verbinding Oss-Lith laat te wensen over. Tijdens de zomervakantie rijdt er zelfs geen enkele bus, maar vanaf 31 augustus gaat er ’s morgens vroeg één bus naar Lith. Om die bus te kunnen halen moeten we de trein  van 6:44 vanaf Rotterdam CS naar Breda hebben en daar overstappen op de trein naar Oss. Ongewoon vroeg voor ons doen moeten we dus uit de veren. De reis verloopt prima, alles sluit goed aan, tram, trein, trein en bus en om half 9 lopen we Lith uit. Het dorp slaapt nog, bij het plaatselijke restaurant is de koffie nog niet gezet. Maandag lijkt trouwens een rustdag in het Land van Maas en Waal, geen enkele uitspatting is open. We moeten het doen met de espresso die we dronken bij de beste stationskiosk van Nederland, de beker pronkt op de toonbank, Breda. Het is nog fris als we op pad gaan, maar in de loop van de ochtend wordt het warmer en kunnen de vesten uit en de broeken afgeritst. Het pad slingert vandaag langs de Maas en door verstilde dorpjes, of maaknatuur langs de Maas waar runderen het gras kort houden en we de laatste zomerbloeiers, najaarsvruchten en bessen aan de bomen fotograferen.

Voordat we Lith verlaten duiken we het Brouwerspad op. Een smal, stenen pad met aan weerszijden huizen, waarvan er veel in vervallen staat verkeren. Een donker, maar spannend pad. Vroeger was hier een brouwerij gevestigd, die alle tavernes in de wijde omgeving tot klant had. Na 20 minuten zien we de Maas weer stromen. De Maas wordt druk bevaren, beroeps- en pleziervaart. Bij het veer naar Alem duiken we de uiterwaarden in.

Bij het dorpje ’t Wild kruipen we de slingerende dijk weer op. De huizen langs de dijk zijn mooi, de dorpjes pittoresk en voorzien van grappige namen, maar na verloop van tijd wordt het eentonig, voorspelbaar. We passeren het Gemaal Gewande. Ter hoogte van Empel bewonderen we de Koningin Maximasluis, die in 2015 door Maxima werd geopend. In de verte zien we de A2 lopen. Als we dichterbij komen zwelt het geluid aan, ondanks de in het oog springende groene schermen. Eenmaal onder de weg door gaan we links in plaats van rechts af, op zoek naar Hooipolder 18, waar we vannacht slapen bij ‘Vrienden op de fiets’ Frank en Jacomijn, in een alternatieve wijk, in de tachtiger jaren gesticht door verdwaalde ecologische hippies. Houten huizen, model blokhut. De daken zijn begroeid met gras en mos. Het huis wordt verwarmd door Scandinavische houtkachels. Het is heel groot, vol hoeken en gaten en vooral erg houterig. Na de douche duiken we de stad in, op zoek naar de Bossche bol, dik verdiend na de 34.000 stappen van vandaag.

We eten bij Stip, een eetcafé met veel vaste klanten op leeftijd. Wij vallen dus niet op. Nog voor het donker zijn we thuis.

’s Hertogenbosch – Waalwijk

1 september 2020

We slapen lang en goed en genieten van een stevig ontbijt met zelf gebakken brood. Frank heeft les gehad van zijn vriend, Bakkertje Deeg uit Heusden. Ze hebben zelfs de oven vernieuwd voor een beter resultaat. Het is gezellig, zodat we pas om half 10 vertrekken. De zon schijnt al uitbundig.

In Oud Empel branden we nog een kaarsje in de kapel en pikken dan het pad op, dat door de uiterwaarden voert tot Café Treurenburg, waar we koffie drinken en een stuk appeltaart met slagroom delen. Hier blijkt de 14e etappe officieel te starten, alhoewel wij al een uur onderweg zijn. Het wordt dus een lange dag vandaag! Na het gemaal van Crevecoeur buigt het pad af naar de Dieze, die we oversteken over de sluis. Een grote aak wordt geschut. Even later gaan de sluisdeuren open en stoomt de aak de Maas op.

De route volgt het fietspad op de dijk. Links en rechts maïsvelden. We passeren Bokhoven, Hedikhuizen en aan de overkant Well, waar we op 16 mei 2019 heerlijk hebben gegeten bij ‘Brienen aan de Maas’. Na de pont van Bern naar Herpt v.v. wandelen we het pittoreske stadje Heusden in. Het stadje heeft veel weg van een openluchtmuseum, erg in trek bij gepensioneerden. Veel leven zit er niet in, maar de broodjes bij Bakkertje Deeg zijn heerlijk. Via Oudheusden lopen we richting Waalwijk, eerst via een recht pad door natuurgebied Hooibroeken en later door de Elshoutse Wierden. Al wandelend realiseren we ons dat de zomer nu echt voorbij is en dat de herfst zich langzamerhand aankondigt. Na de tunnel onder de A59 lopen we de Spoordijk op, die ons in één rechte lijn naar Waalwijk voert, over diverse stalen bruggen met hier en daar verrotte houten liggers. Op het fietspad is het druk met schooljeugd en mensen die van hun werk naar huis fietsen.

Het is tegen half 5 als we ons melden bij ‘Vrienden op de fiets’ Ger en Dimph Pruijmboom, een vrolijk en zeer gastvrij echtpaar. Onder het genot van thee, koffie, cake en prachtige verhalen tikt de klok door en is het al laat voordat we er erg in hebben. Na een verkwikkende douche lopen we snel het centrum van Waalwijk in voor een eenvoudige en smerige pasta bij Tasty Italy. Om 8 uur zit Hans achter zijn laptop voor de StepBridge van DBC.

Waalwijk – Geertruidenberg

2 september 2020

Het bridgen ging niet lekker. De avond was al kapot door berichten uit een onverwachte hoek. Jaren horen we niets van haar, maar als er geld in het geding is verandert de zaak. De kwestie is onverkwikkelijk en tast onze integriteit aan. De nare smaak in je mond kan je nog wegspoelen, maar het verdriet gaat in je zenuwbanen zitten en vreet je van binnen helemaal op. Na dus een slechte nachtrust, maar met een goed ontbijt en een lunchpakket op zak, nemen we hartelijk afscheid van Ger en Dimph. Zij gaan vanmorgen met hun kleindochter naar de Efteling, 10 minuten met de auto, voor ons ruim 4 uur wandelen.

De zon schijnt. Door het centrum lopen we Waalwijk uit. De pont zet ons over naar Drongelen. Zoals de auteur van het Maaspad beschrijft in het boekje, is het hier stil. De rust wordt alleen verstoord door 2 Apache helikopters die oefenen. Links van ons de Maas, rechts het boerenland. Grote melkveebedrijven, omringd door pas gemaaide graslanden en velden met maïs. De pont zet ons weer terug over naar de zuidoever van de Maas. In de uiterwaarden zwanen, eenden en veel grauwe ganzen, een ware plaag in Nederland. De weg brengt ons naar de brug over het Oude Maasje, een doodlopende arm van de Maas. We lopen aan de voet van de dijk over een graspad tot aan de brug naar Waspik. Waspik is een nietszeggend dorp, waar we met moeite op deze warme dag iets te drinken kunnen krijgen. Van hier uit is het nog 2 uur afzien, zeker voor An. Haar voet doet pijn, vooral na een periode van rust. De diagnose is artrose en helaas geen ond

Na Waspik is het gedaan met de stilte. Voortdurend hoor je langsrazende auto’s en tractoren. In Raamsdonkveer steken we het Zuidergat over, via een stalen hangbrug, die beweegt. Deze Willem Letschertbrug is voor langzaam verkeer en ligt naast een vaste, betonnen brug, de Bergsebrug.

Op het marktplein van Geertruidenberg lessen we onze dorst met een biertje, voordat we de bus naar Breda nemen. Geertruidenberg is net als Heusden een vestingstadje met een lange geschiedenis.