Mombasa

18 juli 2005

Nairobi, we zitten in het Heron Hotel. Veilig? Ik voel me niet veilig. Toch zijn veel, heel veel, wellicht allemaal, uitzonderingen daargelaten, Kenyanen zijn heel vriendelijk en behulpzaam. Achteraf weet ik het zeker. Ik ben zeer argwanend, achterdochtig en slecht van vertrouwen. Jammer, maar ook vervelend! De straten zijn druk. Veel taxi’s en bussen en in Nairobi ook particuliere auto’s.  Op de trottoirs ziet het letterlijk en figuurlijk zwart van de mensen. De meeste daarvan hangen doelloos rond. Alles is vies, kapot, beschadigd en sterk verwaarloosd. Omstandigheden die het gevoel van onveiligheid vergroten. Maar je moet vooral goed opletten op jonge gasten en dronkaards. Alcohol is een groot probleem in Oost-Afrika. Veel volwassen mannen verdrinken al hun inkomsten. Triest maar waar. Uitzichtloos. Als je erover nadenkt, wordt je somber en bekruipt je het gevoel dat elke hulp hier zinloos is!

20 t/m 24 juli 2005

We genieten nog een paar dagen na in het Nyali Beach Holiday Resort, in Nyali Beach, Mombasa.

 

De contrasten zijn groot. Onze Afrikaanse ober verdient 5000 shilling per maand, 7 dagen op, 2 dagen af. Hij begint om 8 uur ’s ochtends, hij stopt om half 11 ’s avonds. Hij komt lopend naar zijn werk, 2 uur, 8 kilometer, barvoets. ’s Avonds wordt hij met de bus naar huis gebracht op kosten van het hotel.  ’s Ochtends is de bus voor eigen rekening en kost 50 shilling. Tel uit je winst.                                                                                                              Een Tusker kost 100 shilling, het quivalent van 1 euro. Een clubsandwich 300 en een (kleine) pizza 400 shilling. Een eenvoudige lunch, met 3 frisdranken en 1 mineraal water, bijna 1700 shilling.

Jeroen heeft een hoofdwond. Hij stelpt het bloeden met een oude badhanddoek, lichtblauw van kleur. Onze schoonmaaktster biedt aan de handdoek te wassen. Wij op onze beurt, nadat we ingestemd hebben met het aanbod, stellen haar voor dat ze de handdoek houdt. Verguld komt ze ons halen of wij een briefje willen tekenen dat zij, Ilnez, de handdoek van ons heeft gekregen. We laten uiteindelijk 7 shirts, 2 handdoeken, 2 paar teenslippers en 5 zeepjes voor haar achter.

 

Het einde nadert. De zon schijnt vandaag en gisteren onafgebroken en onbarmhartig. Regelmatig duiken we het zwembad in om af te koelen. Bij laag water maken we lange wandelingen langs het witte strand, bezaaid met zeewier, waar de krabben schichtig heen en weer schieten. Vandaag is het druk op het strand. De Afrikanen flaneren. Het is zondag. ’s Ochtends naar de kerk, de Afrikaan is zeer gelovig, ’s middags naar het strand.

Vooral in de kuststrook wonen veel Moslims. In Mombassa zie je veel moskeeën. Op straat gesluierde vrouwen en mannen in lange gewaden met kaftans op hun hoofd.

Van extremisme merk ik niets. De bomaanslagen in Londen trekken veel aandacht. Toch is het sluimerend aanwezig. Onze eerste chauffeur, werd na `Nine Eleven´een keer, rijdende in zijn truck, met stenen bekogeld en moest toen politieassistentie vragen.

De grensverleggers