Leerdam – Werkendam

3 oktober 2014

Dag 1, Leerdam – Vuren:                                                                                                                      Het waren twee mooie, onvergetelijke dagen. De zon scheen onafgebroken. In onze shirts met korte mouwen en afgeritste broeken aan de wandel. Heerlijk. Uitzonderlijk voor de tijd van het jaar. Vannacht gaan we terug in de tijd, we transformeren onszelf als soldaat, gelegerd in de Linie. We slapen op Fort Vuren. De omstandigheden zijn echter fors gewijzigd. De vertrekken zijn omgetoverd tot luxueuze appartementen, met zitje, badkamer en keukentje. Iets heel anders dan de vochtige, bedompte, donkere ruimtes, waarin de soldaten verbleven. De eenvoudige soldaat had het zwaar en werd voortdurend gekleineerd door de officieren, volstrekt zinloos. Fort Vuren heeft een restaurant, met lekkere daghappen en bieren, waaronder een eigen trippel. Na een lange dag in de buitenlucht smaakt een biertje, op het terras in de ondergaande zon, voortreffelijk.

In Leerdam zoeken we het pad op. Eenmaal en route, is er al een half uur verstreken. Om ons heen de weidsheid van de polder. Grasland, solitaire boerenhoeven, die als landmerken staan in het landschap, omringd door sloten en boezems, geriefhout bosjes en aan de horizon de contouren van de stadjes Acquoy en Asperen. Over de Nieuwe Steeg naderen we Acquoy, gelegen aan de Linge, bekend om haar scheve toren. Dit deel van het traject is ook onderdeel van het Lingepad.

In het gerenoveerde Fort Asperen drinken we koffie. Geen tijd voor de rondleiding, maar toch lopen we stiekem het Fort even in om foto’s te maken.

In het voorjaar staan de fruitbomen in bloei, in het najaar glimmen de appels en de peren aan de bomen. Na Acquoy steken we via 2 sluizen de Linge over en duiken we vanaf de Nieuwe Zuiderlingedijk, een smal pad in, omzoomd met riet. Dom, het pad staat vol brandnetels. Geen pretje met afgeritste broeken. Blijkbaar wordt het pad niet veel gebruikt, want we moeten ons een weg banen met onze wandelstokken. Ik sla de brandnetels links en rechts een kopje kleiner, maar schade is onvermijdelijk. Tussen de brandnetels en het riet, lunchen we idyllisch op een zo’n karakteristiek, hoog Waterlinie (inundatie)bankje. Als we het oerwoud verlaten komen we op de Tiendweg, een langgerekt pad met een betonnen verharding voor wandelaars en fietsers, passeren de Molenweg, die over de Betuwelijn en de A15 voert, om uiteindelijk in Vuren te komen. Gaaf zijn de kunstwerken op het viaduct over de Betuwelijn en na het viaduct over de A15. Mooie inspirerende, tot de verbeelding sprekende, landschapskunst. In de verte zien we de Waal en Fort Vuren liggen. In de Waal wordt zelfs nog gezwommen.

 4 oktober 2014

Dag 2, Vuren – Werkendam:                                                                                                               Uitgerust gaan we met goed gevulde maag op stap. We volgen de Waal stroomafwaarts tot Gorinchem. Over de oude sluis komen we bij de kade waar het veer vertrekt. Aan het waterfront ligt een groot gerenoveerd en verbouwd complex met woningen voor senioren. Ze hebben een magnifiek uitzicht op de Waal. Aan de overkant ligt Fort Loevestein. Op de Waal varen binnenvaartschepen en plezierjachten af en aan. Langs de dijk staan enkele mooie, oude- en gloednieuwe, onder architectuur gebouwd huizen.

De zon schijnt, maar er staat een frisse wind. Geen bezwaar, zolang je maar niet stilstaat, want dan koel je snel af. Slecht voorbereid zijn we op pad gegaan. Het veer naar Woudrichem vaart om de 2 uur en is net vertrokken als wij aankomen. Er rest ons niets dan wachten. De reis is kort. Opstappen in Gorinchem en uitstappen in Woudrichem, aan de overkant. Vanaf het veer lopen we het pittoreske stadje in, dat we over de Merwededijk al direct verlaten.

Na één kilometer gaat het pad omlaag en tot Sleeuwijk trekken we door de uiterwaarden. In de uiterwaarden zien we honderden brand- en grauwe ganzen foerageren. Na Sleeuwijk, waar we met een wijde boog omheen trekken, is het saai. Alleen de passage van de provinciale weg, die dwars door de dijk gaat, is leuk om te zien. Het pad gaat hoog over de weg. Het gat in de dijk kan met lange houten palen, die onder een afdakje langs de weg liggen opgeslagen, gedicht worden bij hoog water.

Met een enorme slinger lopen we naar Werkendam. Eerst naar het zuiden, dan een poosje naar het westen en dan weer naar het noorden, langs het Steurgat, over het jaagpad. We zien nog één Fort, Werk aan De Bakkerskil, voor de rest vette klei op pas geploegd land. De bieten en aardappelen worden geoogst. Tractoren rijden af en aan. De wegen zitten onder de droge modder. Plots staan we voor een hek. Werk in uitvoering. De dijk wordt versterkt. In de dijk wordt een scherm gebouwd. Het scherm voorkomt opbarsten van de grond door de waterdruk achter de dijk. Een innovatie uit onze tijd. We omzeilen het hek en lopen over het werkterrein naar de jachthaven, die we via een achtergelaten keukentrappetje bereiken. In Werkendam pikken we onze 2 dagen geleden achtergelaten auto op.

In een café drinken we biertje met bitterballetje, voordat we rozig, vermoeid, maar tevreden huiswaarts keren.

Het doel is bereikt, onze missie is voltooid.

De grensverleggers