Voornepad

10 mei 2016                                                                                                                           

Kruininger Gors – Oostvoorne

Wandelen vanuit de ‘villa’, wie had dat gedacht? Ideaal als je wilt oefenen. Frankrijk lonkt. Het Voornepad loopt over het Kruininger Gors, een rondje  Voorne Putten, met enkele dwarsverbindingen. We starten op bij het Gorspaviljoen en lopen achter de huisjes langs. Overal verschijnen nieuwe heggen met klimop. We verlaten Kruininger Gors en wandelen onder de N218 door Oostvoorne in, langs Huize Overburgh, gebouwd in de 14e eeuw, met aan de andere zijde de ruïnes van de Burcht van Oostvoorne.

Vandaag maken we slechts een beginnetje en lopen tot Hotel van Marion, tegenover Koepel Zeeburg. De oorspronkelijke koepel dateerde van 1742 en werd gebruikt door de leden van de Generale Dijkage, de voorloper van het huidige waterschap, voor vergaderingen. Op bevel van de toenmalige ‘Ortskommondant’ werd de koepel in september 1942, tijdens de Duitse bezetting, gesloopt. Een exacte kopie van de originele Koepel Zeeburg  werd in 2014 opgeleverd met als bestemming ‘maatschappelijke doeleinden zonder winstoogmerk’. Vandaar lopen we over de boulevard, langs de vogelrijke rietlanden van het zilte Oostvoornse meer, dat veel vogelspotters trekt, terug naar onze villa.

De grandeur van de boulevard is overigens even groot als die van onze villa. Leuk maar daarmee is de kous ook af. De route gaat door Mildenburg, een kleinschalig duinbos, met een prachtig elfenbos en een statige beukenlaan. Zelfs overdag kan je hier herten spotten. Vandaag zien we vooral het wit van de Daslook onder de volop in bloei staande kastanjes.

Op het terras van ‘Van Marion’ drinken we thee en koffie.

11 mei 2016                                                                                                                                              

Oostvoorne – Rockanje

Op de fiets rijden we naar Appie Happie, waar we bij terugkomst onze boodschappen willen doen. We lopen we naar ‘Van Marion’, waar we de route weer oppakken. In de verte zien we de industrie op de Maasvlakte liggen. Witte rookpluimen stijgen op naar de hemel. Een deken van monotoon geluid ligt over het land. We wandelen het duingebied in, lezen de instructies wat te doen bij een ontmoeting met de grote grazers. Niet erg bemoedigend. De Hooglanders en paarden moeten voorkomen dat het bos oprukt.

Het eerste gedeelte is in beheer bij het Zuid-Hollands Landschap, het tweede gedeelte bij Natuurmonumenten. Nederland op zijn smalst. Versnippering is ons handelsmerk. Zodra we de grens tussen de twee beheerders zijn gepasseerd wordt het duin natter en verdwalen we. De routeaanduiding is matig. We lopen twee keer verkeerd. Eén keer lopen we zelfs vast in de modder. De natte valleien zijn heel soortenrijk. Veel kalkminnende planten vind je hier. Uiteindelijk bereiken we de 2e Slag, op het moment dat bus 103 aankomt. In een mum van tijd zijn we terug in Oostvoorne, drinken een lekker biertje en doen onze boodschappen.

Het was een heerlijke tocht. Zonovergoten. Het duin volop in bloei, tientallen bloeiende planten, bomen en struiken, maar het wit van de duindoorn en de meidoorn domineert. Ook zien we een veld met duinviooltjes, op een zandverstuiving aan de zuidzijde. Daaronder natte duinvalleien met de gele lis in de knop. We horen de kikkers kwaken. We zien de kikkervisjes zich druk bewegen. Het is voorjaar!

3 juni 2016                                                                                                                                               

Rockanje – Annabos

Op het strand hangt een gewelddadige rust. Ondanks dat de wind in onze rug staat, draagt het industrielawaai van de Maasvlakte vandaag niet zo ver. Het verkeer op de dam zoeft geruisloos voorbij. Het geluid verstrooit over het Haringvliet. De branding is stilgevallen. Het is eb. De golven kabbelen onafgebroken rustig af en aan. Lepelaars foerageren. Op het strand zijn bijna geen mensen. De strandtenten zijn gesloten, dat betekent dus geen koffie. Na anderhalve kilometer gaan we het duin in, omhoog in rul zand. Zwaar met onze bergschoenen aan, maar het uitzicht maakt alles goed.

Het duin is nat. In de valleien groeit in overmaat de Brede orchis en de minder talrijke Bijenorchis, naast tientallen andere bloemen. Wat en pracht en praal! Het duin is echt mooi. We lopen rechtsom het Quackjeswater. Vanaf het uitzichtpunt zien we de kolonies van Lepelaars en Aalscholvers liggen. De bomen, waarin de Aalscholvers nestelen, zijn kaal, aangevreten door de zure uitwerpselen van de vogels. De kolonie Lepelaars is flink gegroeid in de afgelopen jaren. Het water is diep zwart gekleurd, voedselrijk door de schijt van deze vogels. Hetzelfde probleem als in het Naardermeer.

Over de Duin- en Schapengorsedijk lopen we naar de ingang van het  Annabos, in beheer bij Natuurmonumenten en eind vorige eeuw aangelegd, na de ruilverkaveling. Postzegelnatuur. Een smalle strook overduidelijk aangeplant, de bomen staan keurig in het gelid, groen, bomen en natte weilanden, van west naar oost. Ideaal om je hond uit te laten. Reeën komen hier veel voor, zoals op heel Voorne-Putten.

18 december 2016

Annabos – Oostvoorne

Na twee maanden van gedwongen rust, blessure en bestraling, hebben we de draad weer opgepakt. De dagen zijn kort, laat licht en vroeg donker. De lucht is loodgrijs. Toch willen we naar buiten, weg uit de bedompte atmosfeer van binnen. We verzamelen dan ook al onze moed en reizen af naar Voorne, voor het vervolg van het Voornepad. Kunnen we ook mooi onze nieuwe, lage wandelschoenen inlopen, voordat we vertrekken naar ZO Azië. We waren blijven steken in het Annabos. Vandaag lopen we via Tinte naar Oostvoorne. We lopen over smalle dijken door het open landschap van Voorne. Op het land staan nog de spruiten. Veel akkers zijn geploegd.

De vette klei, waaruit de aardappels en bieten zijn geoogst, ligt in grote hompen te wachten op het zaaigoed. We lopen links van de weg. De meeste automobilisten houden in, maar niet allemaal. Een enkeling vindt dat de auto het alleenrecht heeft en dat de voetganger en fietser beter de berm kan opzoeken. We zien in de verte de Nederlands Protestantse kerk van Tinte. De dienst is om 9:30 op zondag. De daarnaast gelegen school is gesloten. Het gebouw wordt getransformeerd in appartementen. Nog verder weg zien we stompe toren van de kerk in Brielle.

Druk is het niet, een enkele goed ingepakte fietser en vissers op snoek. Achter op zijn erf verbrandt een boer snoeiafval. Een grote rookpluim is van veraf zichtbaar. De oudere huizen waar we langs komen zijn meestal klein en vervallen. Kleine, verwaarloosde huizen van dagloners. Nu zijn deze huizen erg gewild. Ze liggen vrij in het land. Ze worden opgeknapt en uitgebouwd. Onderweg vergapen we ons zo nu en dan aan de kerstversiering in tuinen. Rudolf voor de arrenslee is populair. In Tinte staat een heuse kerststal met poppen op ware grootte. De temperatuur is prettig, geen wind en we stappen flink door.

Twee uur later komen we in het bos van boer Koome. Het pad is overwoekerd. Het schemert als we aankomen. In Brielle drinken we nog even een kop koffie. Op de terugweg luister ik naar Langs de Lijn. Ik hoop dat PSV en Ajax gelijkspelen, dan wel dat Ajax verliest.

19 maart 2017

Oostvoorne

Het is droog, maar de wind loeit om ons appartement. Afgelopen dagen heeft het geregend. Het regende ook toen we terugkwamen van onze rondreis door ZO-Azië. En dan ineens schijnt voor het eerst de zon. De natuur lacht je toe, de terrassen zitten vol, de Nederlander schudt de winter van zich af. We worden naar buiten gezogen. We willen bewegen, een klein stuk van het Voornepad. We pakken de draad weer op waar we hem los gelaten hebben. Onderweg lunchen we, copieus, bij van Marion, aan de boulevard.

De bloemen ontwaken uit hun winterslaap. De sneeuwklokjes zijn al verwelkt, de krokussen buigen hun hoofd, maar andere stinsenplanten, zoals de sterhyacint, staan te geuren en te stralen. Het steenkruid, de pionier onder de bloeiende planten, staat ook al trots de bermen en het bos geel te kleuren. We zien ook nu fraaie Judasoren op, inderdaad haar favoriete gastheer, de Vlier.

Ze zijn eetbaar en worden veel toegepast in recepten uit Azië.

14 april 2017

Kruininger Gors – Brielle – Tinte – Kruininger Gors

Wolken en zon wisselen elkaar af. De wind waait uit het noorden en voert koude lucht aan. In de zon uit de wind is het aangenaam. Het pad slingert door het duinbos aan de zuidwest zijde van het Brielse meer, waar de voorjaarsplanten weelderig bloeien. Het is een smalle strook met aan de ene kant het water en de andere kant de vakantiewoningen van het Gors. Net voor De Stenen Baak gaan we de dijk op. We passeren de vuurtoren en blijven op de dijk. We werpen een blik op de herbouwde oven, waar de kogels roodgloeiend werden gestookt alvorens met de kanonnen, die er ook als schildwachten van het verleden staan, op de naderende houten schepen werden geschoten. De dijk staat in bloei. Fluitenkruid en koolzaad kleuren de dijk wit en geel. De bomen staan ook massaal in bloei en zo nu en dan regent het roze bloembladeren. De zon schijnt. De wind wordt afgevangen door de bomen tussen en het meer en de dijk. Het is warm. We risten onze jassen open. Als we de rand van Brielle bereiken, buigen we naar rechts af. In de verte zien we de toren van De Dom, een prachtig doorkijkje. We volgen de wallen, die de geschiedenis van Brielle en Holland vertellen. Brielle was de eerste stad die de stadhouder met de Geuzen veroverde op de Spanjaarden. In Brielle verloor Alva zijn bril. We steken de N218 over en volgen het Spui totdat we de G.J. v/d Boogerdweg bereiken.

Als we deze provinciale weg zijn overgestoken lopen we over de smalle Peltserdijk, langs het Fort, een verdedigingswerk uit de Hollandse Linie, eigendom van het Zuid-Hollands landschap en in gebruik bij de padvinderij. We naderen het eind van de officiële etappe. Geen koffie, de Vuijle Vaetdoek is gesloten en in Brielle, vergaten we koffie te drinken. We kiezen ervoor terug naar het Gors te lopen.

Als we na Tinte de Konneweg opdraaien en een stief kwartiertje op de weg lopen, hebben we spijt. De wind komt pal van voren en is ijzig koud. De spieren spelen op, maar er is geen weg terug. Het tempo ligt voor ons doen, geen bepakking ditmaal, erg hoog, meer dan 5 kilometer per uur. Vermoeid, maar voldaan bereiken we de villa. Dagen later voelen we nog onze spieren, we hebben iets meer dan 23 kilometer gelopen.

12 juni 2017

Brielle – Zwartewaal 

De spieren zijn nog stram. We bewegen veel te weinig. Maar de plicht roept, we moeten eraan geloven, we moeten in training voor september.De zon verschuilt zich achter een licht- en donkergrijs wolkendek, met daartussen blauwe hemden. Vergeleken met de voorafgaande dagen is de temperatuur flink gedaald. Er staat een krachtige noordwestenwind. Regen is niet voorspeld. De bloeiende waterlelies vrolijken ons op. Na het Zwartewegje lopen we de Veckhoekse Ringdijk op. Aan onze linkerkant het Brielse meer, rechts akkerland en in de verte Brielle, met de boven alles uittorende Brielse Dom. We wandelen tussen de schapen door en moeten goed opletten niet in de stront te stappen. Als we dichterbij komen wijken, op een enkele brutale na, de schapen.

We buigen af naar het meer, lopen langs een grote boomgaard. We naderen het Vrijheidsbos, begin van deze eeuw aangeplant op een braakliggend stuk land. Bij veel bomen staat een bordje met daarop een persoonlijk verhaal.

De verhalen zijn terug te lezen www.vrijheidsbos.nl, die op te roepen is met een QR-code. We zijn niet de enige bezoekers. Het bos is blijkbaar de ideale plek om honden uit te laten. Ze genieten volop van de vrijheid.

We vervolgen het pad dat langs het meer en de nudistencamping loopt en dat eindigt in Zwartewaal, een pittoresk dorp met enkele beelden voor de slachtoffers van de oorlog en een beeld van recentere datum, van een copieuze vrouw en man.   

16 juni 2017

Zwartewaal – Brielle 

Als we de provinciale weg, de N218, oversteken lopen we de Holle Mare in, een kleinschalig natuurgebied van Zuid Hollands Landschap. De Holle Mare is een smal water, een kreek, vroeger onderdeel van de verbinding van de Maasmond met het Haringvliet. De beheerder heeft recent een pad aangelegd langs het water. Vroeger kon je het gebied slechts vanaf de dijk bekijken, nu kan je dichter bij de in het riet levende vogels komen en ze bespieden.

Het gebied is rijk aan vogels. Voor ons springt een ree op, die blijkbaar gestoord wordt in haar leger. Veel wandelaars lopen hier niet dagelijks. De zon schijnt maar er staat veel wind. Na de Holle Mare lopen we de polder in. Op het land staan de aardappels, graan en gras. De hooibalen liggen opgestapeld. Hier en daar staat een boerderij. 

In de verte ligt het Ravense Hout, een jong polderbos, ontstaan na de ruilverkaveling, Over het viaduct over de N57 lopen we door tot de Galerie en Koffieschenkerij De Vuile Vaetdoek, het formele eindpunt van deze etappe. Wij lopen via de Rijksstraatweg door tot uiteindelijk het busstation van Brielle. Met de bus keren we terug naar Zwartewaal, waar we de auto hebben achter gelaten.

Herinneringen komen boven drijven aan onze hardloop rondjes op zondagochtend. We liepen ons in een uurtje het zweet. Onze spieren waren toen minder stram dan nu, maar we zijn inmiddels ook een jaar of 15 verder.

25 juni 2017

Nieuwenhoorn – Rockanje – Nieuwenhoorn

 Nieuwerhoorn is een dorp met enkele leuke monumenten, waaronder romantische dijkwoningen, met voor de deur jaloersmakende stokrozen en de Protestantse kerk met bijgebouwen. Het exportproduct van Nieuwenhoorn is hun zaterdagmiddag voetbalclub. Ze komt uit in de hoogste klasse.

Na de Rijksstraatweg slaan we af naar het pad langs Fort Noorddijk. Het fort is in beheer bij het Zuid-Hollands Landschap en is helaas niet toegankelijk voor publiek. In het fort wonen vleermuizen. De route loopt over de Noorddijk, richting Hellevoetsluis. Links ligt de molen, die in mijn jeugd het baken was voor onze familiereis met de taxi van en naar Rockanje, waar we de jaarlijkse strandvakantie vierden.

Af en toe sta je oog in oog met kleine historische verborgen pareltjes, zoals de Ring en de kerk Nieuw Hellevoet.

De wallen en grachten omringen natuurlijk veel meer monumenten zoals het droogdok Blankenberg, molen De Hoop, de Waag, de water- en vuurtoren en het voormalige Marine hospitaal, dat na een brand weer volledig is opgebouwd. Het pad loopt langs en over de wallen, bij het muziekcafé Het Barbiertje, bekend en berucht op het eiland, voert het pad naar de haven waar niet alleen pleziervaartuigen liggen, maar ook museumschepen, zoals het pantserschip Ms. Buffel (1868). Op het Haringvliet wordt gezeild, de zeilen gereefd vanwege de stevige wind.

Even waan je je door de houten vakantiehuizen geschilderd in de kleuren van de Carribean, in de tropen. Helaas, de wind en temperatuur verstoren de droom onmiddellijk.  Na de Marina ligt aan de westzijde het Quackgors, een natuurgebied dat mogelijk veel potentie in zich herbergt als de sluizen definitief open gaan en er weer getij komt in het Haringvliet. Lopend op de dijk heb je mooi zicht op het water, het sluizencomplex en de dam. Het laatste stuk loopt over de Duinweg die grenst aan de oude binnenduinen van Voorne.

Omdat onze auto geparkeerd staat in Nieuwerhoorn moeten we over fietspad langs de Oudedijk, met in de bermen mooie bloemen zoals klaprozen, smeerwortel, Jacobskruid en in de sloten, prachtige sigaren. Via het pad langs fort Noorddijk lopen we terug.

Al met al een leuke, afwisselende route.