Bernisse

Bernisse – Midden

14 juli 2019

We parkeren bij La Campagne, een bij gebrek aan klandizie gesloten uitspatting aan de oostoever van de Bernisse. We steken de Bernisse over.  Langs de oevers staan knotwilgen, in het water bloeit de waterlelie uitbundig. Het riviertje de Bernisse was vroeger de afscheiding tussen Voorne en Putten. In de middeleeuwen was de Bernisse de voornaamste scheepvaartroute tussen Holland en Vlaanderen. Verzanding maakte daaraan een einde. In 1976 was de Bernisse niet meer dan een sloot. De industrie in de Botlek en Europoort had behoefte aan zoet water. Om die reden werd de Bernisse verbreed, zodat het water vanuit het Spui ingelaten kon worden in het Brielse meer. Tegelijkertijd werd een natuur- en recreatiegebied ontwikkeld. Veel recreatie vindt er niet plaats, motorboten zijn niet toegestaan en er is geen open verbinding met het Spui en het Brielse Meer, een gemiste kans dus.  Ook is de natuur is pover. Voor de natuurbouw was in de jaren 70 in deze regio niet echt belangstelling, het was puur gericht op recreatie als bufferzone tussen stad, platteland en industrie.  Hier en daar een kleine, interessante (natte) postzegel, die, zoals altijd in Nederland, hermetisch is afgesloten.

We wandelen verder door Abbenbroek. Een klein, leuk dorp, dat al vóór 1200 bestond. Het mooist is de Sint Egidius Kerk, met daarnaast een statige pastorie, de muziekkoepel in de singel en molen De Hoop. Na Abbenbroek lopen we richting Zuidland. Links van ons loopt de Bernisse, rechts boomgaarden, akkers en weilanden. In de weilanden veel vogels, die telkens opvliegen vanwege de loslopende honden. Het gebied is in het broedseizoen dan ook niet toegankelijk.

In Zuidland drinken we bij de Pannenkoekenboerderij koffie, en kan An natuurlijk een pannenkoek niet weerstaan. We lopen via de andere kant terug naar La Campagne. In de verte ligt Spijkenisse, recht voor ons, aan de andere kant van de Groene Kruisweg, Geertvliet, dat net als Abbenbroek haar hoogtijdagen had in de Middeleeuwen.