Hollandsche Rading – Utrecht

8 december 2012

Boven het land hangt een nevel. Op het land, de bomen en struiken ligt een pak sneeuw. Het vriest enkele graden. Warm aangekleed, handen diep wegstopt in de zakken van de jas, lopen we door het betoverende winterlandschap. Fantastisch. Plots zie ik een jonge ree en reebok. Opgeschrikt door ons blijven ze stilstaan luisteren en ruiken, maar alras verdwijnen ze hoog opspringend over de afrastering in de nevel. De sneeuw knispert onder de wandelschoenen. Na een paar kilometer kijken we uit over de Hoorneboegse heide. Het is druk op hei, alhoewel het nog vroeg is. In een rechte lijn lopen we aan op het Tienhovense kanaal, aan weerszijden omgeven door veenweide gebied. We horen het gekrijs van de grauwe ganzen, die verscholen gaan in de mist. Ik noteer op mijn lijstje, de grauwe gans, de witte en blauwe reiger, de aalscholver, wilde eenden, roodborstjes, vinken, koolmezen, buizerds en  nogmaals grauwe gans. De grauwe gans is een plaag. Verdringt andere vogels.  In een zaagtand beweging lopen we naar Maarssen. Vanaf Maarssen volgt het pad de rivier de Vecht tot in het centrum van Utrecht. Maarssen is een interessante stad. Ik ken alleen het aan de westzijde van Amsterdam Rijnkanaal gelegen deel. Het oude gedeelte, met de karakteristieke grote herenhuizen met uitzicht op de Vecht, wordt opgevolgd door een nieuw in stijl aangelegd gebied, met statige herenhuizen, vrijstaande en geschakelde onder architectuur gebouwde villa’s, stadswoningen en dure appartementcomplexen met (dak)terrassen. Knap staaltje moderne architectuur, dat prima past in deze omgeving. Complimenten. Kunnen ze in Schiedam en andere steden met een oud centrum, een voorbeeld aan nemen! Langs de rivier staan mannetje aan mannetje meerpalen. ‘s Zomers wordt de Vecht druk bevaren. Vandaag zien we twee keer een sloep varen. Op het jaagpad lopen relatief veel mensen. We zijn niet gewend zoveel wandelaars tegen te komen. Na Maarssen loopt het pad naar Oud-Zuilen, Slot Zuylen, voordat het de stad Utrecht inloopt. Het pad is glad. Je moet goed uitkijken dat je niet uitglijdt. An maakt in Utrecht een smak. Na 26 kilometer en met stijve beenspieren, staan we even voor 4 uur voor de Dom  in Utrecht. We duiken de Colonie in, onze Utrechtse stamkroeg, zoals Sijf in Rotterdam, voor een warme hap (zuurkool) en een dorstlessende gerstenat. De cirkel is gesloten. In één jaar, vier jaargetijden, twaalf etappes, waarvan de meeste in de winter, hebben we te voet Utrecht verkend.

De grensverleggers