Schoonhoven – Leerdam

Schoonhoven – Ameide

1 oktober 2010

Op de dijk in Ameide parkeren we de auto, naast een modern bushokje met digitale informatie over de vertrektijden van de bus. De bus rijdt van Utrecht-Jaarbeurs naar Rotterdam-Zuidplein, vice versa. Op werkdagen één keer per uur. De bus brengt ons naar het vestingstadje Nieuwpoort. We laten ons afzetten bij de pont. Het is kwart vóór twaalf. De zon schijnt. Aan de horizon staan witte stapelwolken. Er staat een stevige wind. Prachtig wandelweer. We lopen gelijk op met het Pelgrimspad. Herinneringen komen boven drijven. Wij blijven op de Veersedijk, op weg naar het stadje, terwijl het Pelgrimspad afbuigt. We lopen in Nieuwpoort over de graswallen, in de vorm van een ster. Bij het haventje lopen we het stadje in. Vanaf dat punt lopen we in een bijna kaarsrechte lijn het stadje uit. In eetcafé De Dam drinken we op het terras in de zon een kopje koffie. We kijken uit op het stadhuis, dat staat op een zichtbare overkluizing uitgevoerd in schoon metselwerk. Boven het bordes blinken de wapens van de stad en de provincie ons tegemoet. Achter het stadhuis is de waag, waar vroeger de producten afkomstig van het land werden gewogen. Even buiten het dorp klimmen we over een hek een grasdijk op, die platgetrapt is door de koeien. We slalommen tussen de verse vlaaien door en zakken af en toe tot onze enkels weg in de zompige klei. Halverwege staan de dames onverstoorbaar te grazen. Ze laten zich gewillig vastleggen op de gevoelige plaat. We steken de Melkweg over. Klimmen opnieuw over het hek en lopen soppend tot de Weidemolen, die gerestaureerd wordt. Vermoedelijk is de molen voorzien van een nieuwe deugdelijke fundering. Achter de molen ligt het prachtige dieselgemaal Langerak. We gluren door de raampjes naar de ingevette- en geöliede motor, met prachtige tandwielen. We lunchen uit de wind, in de zon. Na het gemaal lopen we de Goudriaanse Kade op, die overgaat in de Langerakse Kade. We schrijven in het dagboek van de wandelaar. Leuk initiatief. We struikelen over een mollenval. De grasdijk wordt omzoomd door elzen, wilgen en populieren. Links en rechts liggen weiden. Grote aantallen spreeuwen verzamelen zich al voor de trek naar het zuiden. Een schitterend pad in het groene hart van Nederland. Na 3 km steken we de Boonevlietweg over die we naar het zuiden toe volgen, door een smalle, evenwijdig aan de weg gelegen, bosstrook. Het is een oud bos met veel bijzondere paddenstoelen. Na ca. 500 meter lopen we links de Langerakse Kade op, die overgaat in de Noordelose Kade. Het blijft een prachtig pad met mooie doorkijkjes en stillevens van hekwerken en omgevallen bomen. Na 1 km slaan we links af, de kade rechtdoor is versperd met bomen, hekken en prikkeldraad (voetgangers worden omgeleid) en lopen we langs de rand van het bos naar de Melkweg, die we 500 meter volgen. Bij het pompstation slaan we af, de Langesteinseweg op. We hebben last van oplopers. Als we op een bankje een appeltje eten, worden we gepasseerd door een groepje fanatieke wandelaars, waar ons inziens het beste van af is; sommigen lopen mank en hebben zichtbaar moeite het tempo van de voorsten te volgen. We raken met ze aan de praat. Ze lopen ook het Oeverloperpad en zijn vandaag begonnen in Ammerstol. Voor minder dan 20 km komen ze hun bed niet uit! Ik kijk nog eens goed naar de vrouw die deze woorden uitsprak. Ze ziet er niet uit, draagt een pyjama broek, zodat ik ervan overtuigd ben dat ze zó uit bed gerold is en ongewassen,  na het omgespen van de rugzak, op pad is gegaan. We lopen Ameide in langs de fruitbomen, waaraan de appels en peren nog hangen. Na de Hervormde kerk lopen we dijk op en rijden terug naar Schiedam. Vanavond naar De Doelen, de 3e symfonie van Mahler.

Ameide – Lexmond    

19 november 2010

We lopen over de dijk langs de Lek. Het water staat hoog. Afgelopen weekend hadden onze zuiderburen last van hoog water. Huizen liepen onder water. De rivieren kunnen de hevige regenval van de afgelopen weken niet afvoeren, ze treden buiten hun oevers. De natuur laat zich niet gijzelen. Het water zoekt zonder tegenspraak zijn weg. In Sluis lopen we langs een romantisch, maar zwaar verwaarloosd, verzakt dijkhuisje. Waarschijnlijk op staal gefundeerd. De rieten kap is bedekt met dik groen mos. We verlaten de dijk en lopen het natuurgebied De Zouweboezem en de Polder Achthove van het Zuid-Hollands Landschap in. Het is een prachtig terrein met weilanden en waterplassen, omzoomd met riet met daartussen Kleine- en Grote Sigaren, waarin de vogels zich kunnen verschuilen. Op enkele plaatsen zijn vogeluitkijkpunten. Het pad is druk belopen en modderig. We zien veel vogelaars, behangen met telelenzen en sjouwend met statieven. Vandaag schijnt de zon, maar de afgelopen weken heeft het zoals gezegd bijna onafgebroken geregend. We glijden steeds weg en hebben dikke klonten modder aan onze schoenen. Het lopen is vermoeiend omdat je niet stabiel staat en je je steeds moet losrukken uit de modder. Langs de paden staan links en rechts wilgen. We eten onze boterham en drinken koffie op een bankje in de laagstaande zon. We kijken uit op weilanden met aan weerzijden bosstroken. In de lucht cirkelen en bidden roofvogels. Later meen ik, tegen de zon in, een witte reiger te zien weg te vliegen. We knappen op van het buiten zijn. Het frist de geest op. We naderen de A27, de enige dissonant van vandaag. We passeren een door zonne-energie aangedreven pomp. Onafgebroken horen we het gezoem van het verkeer op de rijksweg. We lopen onder rijksweg A27 door, over de weg naar de Zwaanskuikenbrug, waar één van onze auto’s staat. De andere auto staat in Ameide op de dijk. Op zaterdag rijdt de buurtbus namelijk niet. Maar we buigen rechtsaf, we maken nog een slinger van 5 km door de Polder Lakerveld/Scharperswijk en lopen over de Bastaardkade naar het zuidoosten. We volgen de westelijke tak van het Schaapskooipad. Aan het eind buigen we linksaf richting het Merwedekanaal. We lopen over een grasdijk, die abrupt ophoudt bij het kanaal en overgaat in een tweebaans geasfalteerd fiets- en voetpad richting de Lek. Eénmaal de bocht om zien we de brug liggen. Als we de brug naderen gaat hij open voor een binnenvaartschip, dat ons oploopt.

 

Lexmond – Leerdam

6 maart 2011

Op de sloten ligt ijs. Op de kop staat een koude noordoosten wind. De hemel is diep blauw met hier en daar witte stapelwolken. De zon schijnt vrijwel onafgebroken. De grasdijken zijn hard en goed beloopbaar. We trekken over de Huibertse Kade, met aan onze linkerzijde, aan de overkant van de sloot, de polder Neder-Heicop en aan onze rechterzijde de polder Middelkoop. Langs de sloten staan knotwilgen die leunen op het water. Vanaf de Zwaanskuikenbrug volgen we nog een halve kilometer het Merwedekanaal. Bij een molen buigen we naar het oosten. We delen het pad met de lopers van Schaapskooipad West.      De zon verwarmt de ziel en verdringt de winterkou. We ploeteren tegen de wind in. We trekken door het Groene Hart van Nederland.                                                                                In Schoonrewoerd maken we een slinger en stoppen voor de Hervormde kerk. We eten en drinken in de zon op een bankje in de luwte van de kerk. Langzaam trekt de kou in onze botten. We vervolgen onze tocht, maar het duurt enige tijd voordat we weer warm zijn. Even buiten Schoonrewoerd zien we twee ooievaarsnesten op het dak van een schoolgebouw.  De ooievaars brengen de nesten in gereedheid. Links en rechts is er grootschalige laagstam fruitteelt. We zien ook nog een kavel hoogstam fruitbomen, die door een stichting in stand wordt gehouden. Rondom de dijkhuizen en boerderijen staan ook forse, oude geënte fruitbomen, waarvan de takken soms ondersteund worden door een paal. Hier en daar staat in het land een bunker in gebruik genomen door pluimvee en geiten. Na de Wiel van Basse, buigen we af naar het zuiden en lopen over de Acquoseweg naar Leerdam, onderlangs de Diefdijk. Onderweg zien we in het land een tijdelijk slibdepot. In het Wiel ligt een klein baggerwerktuig. In het water een flexibele leiding. Na het Wiel, onder het spoor en de provinciale weg, wandelen we Leerdam in.