Rotterdam – Schoonhoven

Rotterdam – Loet

24 juli 2010

Het is zomer. Vandaag is het niet zo warm als de afgelopen weken. De temperaturen waren tropisch, ruim boven de 30°. In huis was het snikheet. In de nacht bleef de temperatuur in de slaapkamer ruim boven de 20°. Ons terras is een uitkomst. In de afgelopen weken hebben we weinig gewandeld, blessures en tijdgebrek. De spieren zullen wel stram zijn. Benieuwd hoe de rug van An, die pas weer behandeld is, zich houdt.                                      We zijn vroeg op en gaan direct aan de slag, ontbijt, koffie en lunchpakketten. De rugzak uit de kast, water en kranten mee en niet te vergeten het routeboekje. We pakken op de Lange Nieuwstraat de bus naar Schiedam CS en stappen daar op de metro naar Nesselande. Even over half elf lopen we over de Wollefoppenweg, een oude polderweg door Nesselande, en vergapen ons aan de nieuwbouw, en de oudbouw langs de dijk uit de tijd dat de polder nog groen was. We lopen tegen de West Ringdijk aan, steken het water over, over een smalle, met de hand te bedienen draaibrug, en volgen langs het jaagpad de Ringvaart richting Nieuwerkerk a/d IJssel. We lopen over de A20 langs het aquaduct Nieuwerkerk a/d IJssel binnen. We volgen de Ringvaart. De vaart is smal en wordt druk bevaren door kleine boten. We passeren mooie, nog met de hand bediende bruggen. Op het water drijven waterlelies. Tussen de lelies staat gele plomp. We lopen over het fietspad, maar gelukkig met toestemming! We steken, samen met het water, de N219 over en lopen (en stromen) onder het spoor door. De treinen rijden af en aan. Zonder schaamte bekijken we de volgens de mode van dit moment heringerichte tuinen die uitkomen op het jaagpad, omdat de gemeente het jaagpad verbreed en geasfalteerd heeft. We struikelen over de loungestoelen en banken. Langs een leuke speeltuin lopen we Nieuwerkerk uit en lopen over een grasdijk naar Moordrecht. We moeten van tijd tot tijd over hekken klimmen, waardoor de tocht iets avontuurlijks krijgt. Bij het eerste hek maken we een pitstop, drinken we koffie en eten een boterham. We passeren het enorme gemaal  Abraham Kroes. Onder de kroosverwijderaars liggen grote hopen. In Moordrecht lopen we door het oude centrum naar de Hollandse IJssel, die we al achter de dijk zagen liggen. Een groen verkeersbord in het water geeft de richting aan door een ontmantelde sluis. We naderen het dorp, met links van ons dijkhuizen en rechts fraai gelegen woonboten. Met de pont steken we de IJssel over. Aan de overkant lopen we over de dijk met leuke oude huisjes, door een nieuwbouwwijkje naar de polder Kattendijksblok, die grenst aan de polder De Nesse. Bij een snackbar kopen we een softijsje. We lopen over het fietspad het groene hart in, links en rechts weilanden. Lange kavels met op de kop sloten, die via een brug verbonden zijn met het pad. Het water is helder, als er tenminste geen kroos op ligt. Het is erg ondiep. We zien tientallen visjes zwemmen. Op het kroos liggen kikkers. De bermen zijn omzoomd met bloemen, Fluitenkruid, Gewoon Duizendblad, Margrieten, Smeerwortel, Moerasspirea, Klaver, Haagwinde, Grote Kattenstaarten, Wilgenroosjes en Schapenzuring. We zien een onbespoten, pas in augustus te maaien akkerland, met Korenbloemen en Klaprozen. In het water zien we Kikkerbeet, langs de kant de grote- en de kleine lisdodde en de grote groene zaden van de gele lis. Op de kant zien de zeldzame Zwanenbloem en de Speerdistel. In het water zwemmen en broeden waterhoentjes, jagen futen, paraderen zwanen en rusten jonge visdiefjes op de lelies. Ze krijgen les in het vangen van vis. We lopen door een oer Hollands landschap, met zwart/wit geblokte koeien, die in de zon liggen te herkauwen. Boven hun hoofden zien we typisch Hollandse luchten, diep blauwe hemel met wolken in talloze wit-tinten. Enkele kavels zijn in lange linten begroeid met loof. In de toppen van de bomen nestelen Aalscholvers. Door de zuren in de uitwerpselen van de vogels worden de bomen kaal. We passeren een klein sluisje annex stuw. In de weilanden zien we Grauwe- en Nijlganzen. Wij buigen haaks af richting het Loetbos en lopen eerst over een grasdijk en vanaf de fundering van de Berkenwoudsche molen, waar we lunchen, langs de Berkenwoudsche boezem, over het fietspad. We naderen het Loetbos. Het bos is in de vijftiger jaren aangelegd. De bodem is van klei en ligt hoger dan de omgeving, waarvan de bodem bestaat uit inklinkend veen. We drinken een biertje bij “De Loet”. We nemen op de N210 bus 197 naar de Capelsebrug,  vandaar de metro naar Schiedam CS en de tram naar de Koemarkt. Bij “Bram” eten we een frikadel en thuis strekken we onze vermoeide, stijve benen op ons terras, onder het genot van een speciaal biertje.

Loet – Schoonhoven

17 september 2010

Wisselend bewolkt met buien, temperatuur 14-15°. Het weerbericht is niet uitnodigend, maar het houdt ons niet tegen. We zijn graag buiten. Het is heerlijk te bewegen. Moe, stijf en voldaan val je dan ´s avonds in slaap. We zien prachtige Hollandse luchten. Het is net alsof we lopen in de schilderijen van de oud-Hollandse meesters. Eén keer kleurt de lucht diep paarsblauw en geselt de regen ons in de rug. De grote paraplu´s, die we de hele dag mee torsen, komen goed van pas. Met de plu in de rug, die ons en de rugzak beschermt, lopen we onverstoord door.                                                                                                               Met de auto rijden we naar het zilversmedendorp Schoonhoven en met de bus naar Loet, Lekkerkerk. We drinken een bakkie in café-restaurant De Loet. We ouwehoeren met de andere bezoekers over de trage gang van de werkzaamheden aan de N210. Tegenover het café staan minstens 10 mensen met een helm op en in gele- of oranje hesjes, met de handen in de zakken, onverstoord en onafgebroken, met elkaar te praten. Na de koffie duiken we het Loetbos in en slingeren over het pad langs de zompige weiden en de natte bospercelen, terwijl we smalle poldersloten oversteken. In de schaduw van de bomen, in de verzadigde bodem en op rottend hout, zien we veel paddenstoelen, tussen grote aantallen springbalsemien.                                                                                                                 We volgen een brooddieet. We zijn te vet, het gevolg van té veel drank en té vet eten in té grote porties. Alleen een drastisch dieet kan hierin verandering brengen. We eten alleen geroosterd brood, met een ei of tomaat, magere yoghurt of kwark en sla met tartaar of biefstuk. Saai, en vooral erg weinig. Maar het effect is groot. De kilo´s vliegen eraf. Nou ja, eraf … We lunchen bij een picnic-tafel aan de rand van het bos, alvorens we de polder met groene weiden en bosjes geriefhout inlopen.                                                                                   De tocht voert langs smalle, geasfalteerde polderwegen, met aan weerszijden elzen en wilgen. We houden links aan, tegen het verkeer in. Het autoverkeer is hinderlijk. Links en rechts staan schitterende optrekjes. We kopen kaas bij de winnaar van de beste boerenkaas van Nederland. We worden geholpen door een echte, uit de klei getrokken, met groene zeep gewassen boerenvrouw, voorzien van boerenaccent, wars van stadse trekjes. Na verloop van tijd duiken we de polder in. We zijn het autoverkeer kwijt, maar niet voor lang. Het is drassig. We lopen over het erf van een boer, klimmen over een hek en verdwijnen tot onze enkels in de koeienstront. Het groene hart is fraai. Mooie vergezichten, lange, smalle kavels, omzoomd met sloten. Aan de horizon de contouren van bebouwing. In de weiden grazen koeien en schapen. Een enkel keer een perceel met maïs. Als je dichter bij bebouwing komt, zien we volkstuinen. De groenten staan letterlijk en figuurlijk met hun tenen in het water. Knap dat hier nog wat groeit. Overal zie je vallen voor de muskusrat. De vallen worden gemarkeerd door stokken met bovenop een rood vlaggetje. Een keer zien we een val liggen op een bruggetje, een groot gevaarte. Dat die beesten daar intrappen (zwemmen)!                                                                                                 We steken de N478 naar Gouda over en lopen ten noorden van Bergambacht richting Bovenberg. Halverwege buigen we haaks rechtsaf. We lopen naar de Lek. We steken de N210 over. Bij Ammerstol buigen we linksaf naar Schoonhoven. In de verte zien we de watertoren staan en de pont van Schoonhoven varen. Op de Lek is veel beroepsvaart. Op de dijk kopen we jam, € 1,50 per pot. Niet duur. We lopen de dijk af en duiken een natuurgebied in met de originele naam Buitenlanden Ammerstol. We lopen over vlonders. Daar waar de vlonder ontbreekt, struinen we door het water. Plots staan we aan de rivier bij een klein zand strandje. Een leuke plek om te zwemmen in de zomer. Na verloop van tijd klimmen we de dijk weer op en lopen over de dijk Schoonhoven in. We zijn ook door Schoonhoven gelopen toen we het Pelgrimspad in Nederland liepen. De volgende keer worden we overgezet met de pont en lopen we naar de vesting van Nieuwpoort, dezelfde route als bij het Pelgrimspad. Daarna scheiden onze wegen en lopen we deze keer naar Langerak en vervolgens naar Groot-Ammers.