Montfoort – Polsbroekerdam

4 april 2015                                                                                                                                              Montfoort – IJsselstein

Laten we toch maar gaan! Het is een korte etappe, iets meer dan 8 kilometer en eindigt in IJsselstein. Na afloop nemen we de sneltram naar het centrum van Utrecht, voor een biertje en een hamburger bij Lebowski. Het weer is prima, wel nog fris, maar de zon schijnt. Het pad is fraai en buigt mee met de Hollandse IJssel, in een grote boog naar IJsselstein. We zien een, onder architectuur vormgegeven, fietsbrug over de IJssel.

Deze staat niet op het kaartje in ons boekje. Nivon werkt namelijk met verouderde, gratis kaartjes, en dat in een tijd dat data open zijn en de grootschalige basiskaart voor iedereen is te downloaden. We lopen flink door, met de kop in de wind, en om ons heen alleen water en polder met (grauwe) ganzen en broedende zwanen.

In IJsselstein pikken we, nadat we de weg en trambrug onderdoor gelopen zijn, de sneltram op. Het was weer goed om buiten te zijn en de muizenissen uit ons hoofd te laten waaien. Kort maar krachtig vandaag.

20 juni 2015                                                                                                                                             IJsselstein – Polsbroekerdam

Ik bespeur minstens 50 tinten grijs in de lucht. Een verleiding die we niet kunnen weerstaan. Daaronder een Hollands landschap, polders met huppelende hazen, herkauwende koeien en grazende schapen (en zelfs gekooide lama’s die in dit landschap detoneren), doorsneden door watergangen.

Uitgedaagd wandelen we, warm aangekleed, op een pad, aan weerszijden omzoomd door loofhout, jonge elzen, vlieren, oude, door de jaren misvormde wilgen, uitgebloeide meidoorn, amerikaanse kers en nog tientallen andere soorten bomen en stuiken. Links en rechts lopen sloten. In de polder ligt een eendenkooi. Langs het pad staat een bord met het recht van afpalen van de kooi. Vroeger waren er meer kooien.

Mijn vest heb ik inmiddels uitgedaan. Het is droog een aangenaam warm, rond de 20°, ideaal wandelweer. In de berm en langs de walkanten bloeien planten, zoals de gele lis, de lisdodde, gewoon vingerhoedskruid, wilde akelei, gewone smeerwortel, wilgenroosje, kleine ratelaar, weegbree, etc. Duizenden insecten zoemen om ons heen, (stilstaand) water, bloemen en hogere temperatuur heeft hen doen ontwaken. We zien talloze variabele pantserjuffers. In de het water groeit de gele plomp en de waterlelie welig. Om ons heen hangt een stilte, alleen verbroken door vogelgeluiden, gekwaak van kikkers en tractoren bestuurd door gierende boeren.

In de ondiepe veenplassen zien we een groep grote witte reigers, brand-, nijl- en grauwe ganzen, bergeenden, smienten, wilde eenden, waterhoentjes, knobbelzwanen, jagende sterns, rustende aalscholvers, foeragerende scholeksters, groepen kievieten en we horen de grutto. Helaas ligt de kijker thuis. Dom, maar zo houden we er wel het tempo in, anders duurt de tocht wel erg lang en teveel stil staan doet de oude stramme spieren geen goed. Over de helft van de tocht staat een uitzichttoren. Met een steile draaibare trap kom je boven en heb je een weids uitzicht over het land. In de verte ligt de grote stad, herkenbaar aan de contouren van haar hoogbouw, onder ons de plassen, territorium van de watervogels.

Wandelend in Nederland is een les in geografie en cultuur, ooit gehoord van Polsbroekerdam, ooit een bezoekje gebracht aan het pittoreske oude stadje IJsselstein, verbonden met de grote stad door een heuse sneltram en gezegend met een modern stadhuis annex theater? Wij niet, wel van Benschop, Vlist en Schoonhoven, plaatsjes die als een kralensnoer in het Groene Hart liggen en waarvan enkele nog op ons menu staan. Het pad waarover we lopen maakt deel uit van Willeskop Groene Hart.We kruisen een flink aantal keren een klompenpad. Soms zijn klompenpaden van 1 november tot 1 maart gesloten, zodat de overwinterende ganzen kunnen uitrusten en foerageren voor hun verre en uitputtende tocht naar de noordelijke toendra’s.

Polsbroekerdam – Stolwijk