Goedereede – Bergen op Zoom

13 oktober 2006                                                                                                                                     Goedereede – Melissant

We wandelen over de Oude Westerloose Dijk naar de Slikken van Flakkee. De namen van de wegen staan in grote witte letters op stenen langs de weg. Mooie oude namen die aan lang vervlogen tijden doen herinneren, toen zee en wind meer greep op het landschap hadden en de Nieuwe Waterweg nog niet was gegraven, de storm van 1952 nog niet had gewoed.                                                                                                                                                    Het pad door de Slikken is fraai. Het loopt in min of meer één rechte lijn naar de Bouwdijk, een grasdijk met daarop en daarnaast een asfaltweg, die uitkomt in Melissant. Het pad is omzoomd door hoog struikgewas en elzen. De Slikken zijn aan het oog onttrokken en pas als we op de Grasdijk lopen zien we de Grevelingen liggen. Aan het einde van de etappe raken we aan de praat met een eenzame, oude wandelaar, die in tegengestelde richting loopt. Hij is al over de 80 en praat honderduit. Hij loopt al jaren over de paden onder de Hollandse luchten. Hij woont in Amsterdam en doorkruist Nederland meestentijds met een vriend.

17 december 2006                                                                                                                                   Melissant – Philipsdam

We rijden met 2 auto’s naar de eindbestemming van vandaag, Philipsdam. We parkeren de Polo op het parkeerterrein bij het Grevelingenstrand en rijden vandaar naar Melissant, naar het Stelle Gors, bij de Bouwdijk. De temperatuur is 6˚C. Een normale temperatuur voor de tijd van het jaar. We zijn erop gekleed. Er staat een stevige wind, die in onze rug blaast. We lopen kilometers lang over een grasdijk, met diepe moddersporen van tractoren en schapen. Rechts van ons de Grevelingen, een zout watergebied afgesloten van de Noordzee na de ramp van 1953, en links van ons het land, Goeree-Overflakkee. Het ontstaan van Goereee-Overflakkee is interessant en de sporen van haar geschiedenis zijn nog in het landschap te zien. Het water speelt een grote rol. Van grote betekenis was de Elizabeth Vloed van 1421. Goeree-Overflakkee bestaat oorspronkelijk uit afzonderlijke opwaspolders, zoals de opwaspolder Dirksland, die uiteindelijk na samenklontering, de kern vormde van het eiland. Naast opwaspolders, die een ronde vorm hebben, komen aanwaspolders voor. Dit waren oorspronkelijk buitendijkse gebieden, die ontstonden door aanslibbing (kwelders/schoren) en die door de boeren op de zee gewonnen werden door indijkingen. De aanwaspolders zijn langgerekt van vorm en goed te herkennen in het landschap. De oude kreken, die diep staken zijn vaak gehandhaafd en je vindt ze nog steeds terug in het landschap. Het Klaasjes Water is een mooie voorbeeld daarvan. We lopen onder oer Hollandse luchten, prachtig licht donkere wolkenhemels, waardoor de zon regelmatig schijnt. We zien een prachtige regenboog. We lopen langs de haventjes van Herkingen, eeuwen terug een heus vissersdorp, en Battenoord. In beide havens liggen nu alleen nog maar pleziervaartuigen. De dorpen zijn onbeduidend wat betreft omvang en bestaan van het toerisme. In de zomer verdubbelt het inwonersaantal van Herkingen, want er staan meer vakantiewoningen dan permanente woningen in Herkingen. Op het slik grazen runderen en foerageren duizenden ganzen. Overwegend brandganzen, maar ook rotganzen en grauwe ganzen. Op het meer drijven duizenden meerkoeten en eenden. We zien zelfs flamingo’s. Als we de Philipsdam bereiken slaan we rechtsaf en komt de wind van opzij. Dat voelt anders. We lopen langs het sluitingsmonument naar de parkeerplaats. Uitgewaaid en tevreden stappen we in de auto en gaan op weg naar huis. De muizenissen zijn letterlijk en figuurlijk uit onze hoofden gewaaid.

27 december 2006                                                                                                                                   Philipsdam – Nieuw Vossemeer

Het is koud vandaag. Er staat een zuid-, zuid/westen wind, die pal in onze gezichten waait. Op de dam heeft de wind vrij spel. Er is geen beschutting. Daarin komt in de loop van de dag geen verandering. De temperatuur is enkele graden boven nul. Het is één van de koudste dagen van deze winter tot nu toe. We stappen flink door. Rechts ligt de zoute Oosterschelde en links het zoete Krammer, dat via het Volkerak in open verbinding staat met de Biesbosch. We bekijken en fotograferen het grote sluizencomplex. De sluizen zijn aangelegd omdat Nederland verplicht is het Schelde-Rijnkanaal zoet te houden. De werking van de sluizen is heel vernuftig. Het Schelde-Rijnkanaal kent een lange geschiedenis en symboliseert het einde van een eeuwenlange ruzie tussen België en Nederland. Bij de sluizen staat een uitkijktoren, van waar je een prachtig uitzicht hebt op het complex en de wijde omgeving. Bij goed weer zou je de Krammersche Slikken en de Plaat van Vliet kunnen zien  Nu hult alles zich echter in een vuilgrijze nevel. Eenmaal over de dam, in de nabijheid van de slikken van de Heen, drinken we koffie en eten een broodje, maar vanwege de kou en de niet aflatende wind, duurt de pauze niet langer dan strikt noodzakelijk. We lopen door de polder, langs de oude zeedijk naar de Schelde-Rijn verbinding, die in 1975 gereed gekomen is. Het kanaal wordt druk bevaren. We lopen onder de brug van de N657 over het water door en lopen langs de schorren van de Eendracht. Op het water zien we kolganzen, smienten en twee paar zwarte zwanen. In de vogelhut drinken we beschut het restant van de koffie. Ondanks het feit dat we uit de wind zitten is het te koud en we koelen we snel af. De hut is beklad met leuzen die schril afsteken tegen de ‘kerstgedachte’. Het erfgoed van extreem rechts is in zwarte viltstift te lezen op de houten muren van de hut. Na verloop van tijd bereiken we de tweede brug die dag, die ons brengt naar Nieuwe Vossemeer. We lopen onder de brug door en steil het talud op, steken de brug over, volgen de Kreekweg, slaan rechtsaf de Nieuw Vossemeersedijk op en aan het eind van het dorp slaan we rechtsaf de Veerweg in tot aan de molen. Het was, ondanks het weer een zalige dag.

19 januari 2007                                                                                                                                         Nieuw Vossemeer – Bergen op Zoom

Het is vandaag 53 jaar geleden dat An werd geboren. De zon schijnt. Er staat nog steeds een stevige wind. Gisteren heeft het gestormd, windkracht 11, Nederland was ontwricht, file rondom Rotterdam, bruggen waren afgesloten, Brabant onbereikbaar, geen treinverkeer en flinke stormschade. De auto had ik op de zaak achtergelaten en met de metro en bus, zonder noemenswaardige vertraging, naar huis gegaan. Vervelend, omdat onze wandenschoenen en jassen in de kofferbak liggen. We rijden via Rotterdam naar Bergen op Zoom. Bij aankomst hebben we nog maar enkele minuten over om bus 102 naar Oude Tonge te halen, die stopt aan de rand van Nieuw Vossemeer. Uiteindelijk beginnen we om half 12 aan de wandeling. De etappe is 22 kilometer, bij een gemiddelde van 4 kilometer per uur, inclusief pauze, dus 5 ½ uur.                                                                              Na de inspannende, emotionele week, de uitslag van An’s onderzoek, lopen we met de wind schuin van achteren door het Brabantse landschap langs het Schelde-Rijnkanaal, op weg naar ons einddoel Bergen op Zoom. Als we het kanaal verlaten verandert het landschap. De weidse, laag gelegen Zeeuwse zeekleipolders, doorsneden door dijken, maken plaats voor de Brabantse, hoger gelegen zandgronden. We lopen weer in bos. Bij Halsteren lopen we door een bos met veel stormschade. Tientallen, niet diep wortelende, dennenbomen zijn omgevallen en liggen kris kras in het bos. Dat de stad oprukt is hier goed te zien. De kaart in het wandelboekje is  verouderd. Grote nieuwe wijken zijn verrezen. Het landschap is ingrijpend veranderd. Ontsierd. In het bos is ook over een langgerekt stuk sprake van kaalslag. Ik vermoed dat de snelweg die bij Bergen abrupt ophoudt, wordt doorgetrokken. Het landschap valt tegen, we hadden hogere verwachtingen van de bossen rond Bergen op Zoom, De natuur is sterk door de mens aangetast. Bij voormalig Fort de Roovere verdwalen we. We hebben in een cirkel gelopen. De avond is al gevallen als we Bergen op Zoom binnen lopen. We kijken ongegeneerd bij de mensen naar binnen. We lopen door het station naar de Grote Markt, het centrum van de stad, en eten en drinken bij de Bourgondiër, dat naast De Gouden Draak ligt. Het is het einde van een heerlijke dag buiten. We hebben alle tijd gehad en genomen om van alles te bespreken. Na het diner halen we de Polo op en rijden we naar huis, opnieuw via Rotterdam, waar ik mijn auto ophaal uit de garage.

De grensverleggers