Sentiero delle Orobie

14 juli 2013

Om kwart voor 10 parkeren we de auto voor de kerk in Valcanale (987 meter); daar zou hij veilig moeten staan. Volgens de boeken kunnen we in 1 uur de Rifugi Alpe Corte en in 4 uur de Rifugi Laghi Gemelli bereiken.

Wij doen er totaal 7 uur over, over smalle paadjes en langs steile rotsen.  An heeft pap in haar benen. Het hoogste punt vandaag is Passo di Laghi Gemelli (2139 meter). We zijn 1152 meter gestegen en 172 meter gedaald. Een prestatie voor 2 laaglanders, die ongetraind in hoogtewerk, de bergen in gaan. De route is prachtig, de natuur overweldigend. Veel prachtige bloemen. Na Rifugi Alpe Corte zien we heel veel gouden regens, gevlekte orchissen, apenrotsjes, stengelloze gentianen en nog veel meer bloemen, waarvan ik de namen niet paraat heb.

Op Passo Marogella (1873 meter) lunchen we met soep en brood met paté en jam. Onderweg worden we ingehaald door een vriendelijke, Frans sprekende Italiaan, die met ons lot is begaan. Hij vertelt trots over de omgeving, loopt deels met ons op en straalt uit dat hij  ongerust over ons is. Op Passo Laghi Gemelli, bij een sneeuwveldje, wacht hij op ons, tezamen met 3 steenbokken, die we op minder dan 10 meter kunnen benaderen. Hij biedt ons thee aan. Zelf is hij al naar de top gelopen en hij wijst naar het kruis waar hij een tukkie heeft gedaan. Op de pas zien we de Rifugi Laghi Gemelli liggen. Het leed is geleden, nog een uurtje te gaan en alleen maar dalen.

Na een douche en een biertje worden we om half 8 vergast op een 4-gangen maaltijd van risotto, pasta met spekjes en courgette, vlees met gebakken aardappelen, polenta en tot slot appelcake met een espresso. Na deze inspannende dag en de voortreffelijke maaltijd zullen we heerlijk slapen. Maar in Italië geldt de “Hüttenruhe um Zehn” niet. Een gezin met 4 jonge kinderen zit nog te kaarten. De hemel is bezaaid met sterren. Buiten is het onrustig, de stemmen klinken door op onze slaapkamer, op de gang lopen en praten mensen. De groep, onder leiding van een priester, die tussen 6 en 7 uur voor de hut  een heuse mis opvoert, maakt veel lawaai. Het zijn pubers. Vrijgevochten. Verbazingwekkend. Jongens en meisjes, eigentijds, in het geloof! Na het avondeten zingen ze luid de kok toe, om te bedanken voor het eten.

15 juli 2013

Na het ontbijt loopt de Rifugi leeg, veel mensen gaan ook naar Rifugi Calvi. We komen ze onderweg tegen. We zijn beslist niet de snelsten. Zij komen, zonder uitzondering, fris aan, wij uitgeput. Het pad is fabelachtig in het begin, geplakt tegen de bergwand, met zelfs 2 tunnels. De natuur is ongelooflijk mooi. We lopen langs stuwmeertjes met werkplaatsen, die bevoorraad worden met kabelbanen. Onder ons in het dal ligt het wintersportdorp Carona. We passeren onderweg Lago Marcio en Lago di Sardegnana.

De hut ligt aan het Laghi Fregabolgen. Het laatste stuk is weer steil en valt ons zwaar. Op de bergtoppen om ons heen ligt sneeuw.  In de hut informeren we hoe we in maximaal 2 dagen terug in Valcanale kunnen komen. Dezelfde weg terug als heen! We kunnen via Lago Val di Fratti, maar dat is mogelijk te zwaar. Morgen beslissen we, aan de hand van onze conditie en spirit. De douche is koud en dat voor € 3,– p.p. Een minpuntje, en daar sta je dan zelfs nog voor in de rij.  De waard is vriendelijk. Volgens de waard is de kans op goed weer morgen 99%, omdat de mist vanuit het dal optrekt.

Gemelli betekent identiek, één eiige tweeling (mogelijk zelfs siamese tweeling, onafscheidelijk met elkaar verbonden). Het wordt mij uitgelegd door de Italiaan, die ons gisteren in de gaten hield. Maar ik vraag me af wat dan identiek is, de stuwmeren ?

16 juli 2013

Als we opstaan is het bewolkt en soms schijnt de zon. Merkwaardig weer. De toppen verdwijnen dan weer in de wolken (wij ook een enkele keer), dan trekt de bewolking weer op en schijnt de zon fel. Vooral als we klimmen. Het zweet gutst van mijn hoofd. Plots moet ik denken aan de vrouw van 79, Antonia, die zonder dralen, licht gebogen, met haar tanige lijf omhoog kwam, zonder één klacht. Als wij klimmen, hebben we ogenschijnlijk meer moeite dan die oude dame!  De terugweg is even boeiend als de heenweg. We hoeven geen spijt te hebben. We lopen flink door en zijn na 5½ uur in de hut.

Bij aankomst maken we soep en eten het oude brood op, dopend in de hete, zoute soep. Echt lekker is de soep niet, evenmin als de koffie en thee die we onderweg dronken. Het water smaakt naar grond. We kopen flessen water en proeven direct het verschil. Rond de hut staan, liggen, zitten, bij onze aankomst Italiaanse bergjagers. Na een half uur vertrekken ze, aangevoerd door een 1e luitenant, die vooruitsnelt, gevolgd door zijn radiotelegrafist. De rugzakken zijn fors en vermoedelijk loodzwaar, geweer, tent, slaapzak, kleding, voedsel, etc. Bij vertrek staan ze in het gelid en vertrekken in kleine pelotons. Heel gedisciplineerd. We kijken vermoeid toe.

Na het douchen tekenen, schijven en lezen we. Daarbij drinken we Vino Rosso van het huis. De wijn komt gekoeld uit de tap en kost € 2,– per halve liter. Het is jonge landwijn en wordt hier vooral tijdens het eten gedronken. Morgen lopen we terug naar Rifugi Alpi Corte. Ben benieuwd hoe het An zal vergaan op deze laatste etappe. Aan beide voeten heeft ze giga blaren. Nieuwe schoenen! Ze weigert er een pleister op te doen tijdens het lopen.

17 juli 2013

’s Nachts giet het pijpenstelen en ’s ochtends, bij het openen van de luiken, staat de hut in de wolken. De wolken spelen rond de bergtoppen. Het blijft droog. De zon schijnt zelfs als we lager komen. Net als we willen vertrekken komt de helikopter, spectaculair en snel, de hut bevoorraden. De paden zijn door de harde regen veranderd in stevig stromende beekjes.

We stijgen vandaag 150-200 meter en dalen 1100-1200 meter. Onderweg komen we regelmatig wandelaars tegen die vragen hoe ver het nog is naar Rifugi Gemelli. Hoe lager we komen, hoe meer respect we krijgen voor onze prestatie de eerste dag! Geconcentreerd dalen we af. Toch lopen we een goed tempo. De toch is mooi en afwisselend. Deze keer geen steenbokken, maar mormeldieren. Opnieuw kunnen we dichtbij komen. De Passo Gemelli is gehuld in nevel. Het sneeuwveldje is echter gesmolten. Foto’s in de wolken. De bloemen die ik pluk zijn verwelkt als we beneden komen. Jammer.

 In 4½ uur, inclusief een koffiepauze in Rifugi Alpi Corte, zijn we weer bij de auto. De Audi staat zielig alleen, ongeschonden, tegenover de kerk in Valcanale. Maria heeft goed gewaakt. We zijn doodmoe. Alle spieren in onze benen doen pijn. An heeft, zoals gezegd, ook nog de blaren. Als ik daal voel ik beide knieën, anders niet. Later merk ik dat ik koortsuitslag heb, te veel zon, te veel fysieke arbeid. Ons plan te overnachten in Rifugi Alpi Corte laten we varen, we zijn daar al om 12 uur. We lopen door. Al onze plannen blijken deze dag op los zand te zijn gebaseerd. De tentoonstelling in Basel blijkt ook door vreemde openingstijden, niet in te plannen. Na een heerlijke panini en een picolo bier rijden we weg. Nog één keer stoppen we bij de supermarkt voor Limoncello, kaas en olijfolie en bij de Farmacie voor blarenpleisters, die een wonderbaarlijke uitwerking hebben.

Na een overnachting in Beckenried, aan het Vierwoudstedenmeer in Zwitserland, rijden we naar huis.

De grensverleggers