Ho Chi Minh

Hoi An – Ho Chi Minh                                                                                                                 8 januari 2017

De start vanmorgen is relaxt. We worden pas om 11 uur met een shuttlebus opgehaald. De trein vanuit Dà Nang zou om kwart over 1 vertrekken, maar dat werd kwart voor 2. We zien kans nog een snelle lunch te nuttigen in een restaurant schuin tegenover het station.

De trein schommelt door de lichtgroene, ontwakende rijstvelden. Met ossen wordt het land geploegd. Kleine boerennederzettingen rollen voorbij. Het weer wordt beter. Vanmorgen bij het vertrek regende het maar nu schijnt de zon. Bij de grotere steden stopt de trein. We hebben plaats 47 en 48 in wagon 2. Bij elke stop stroomt de trein leeg, maar er melden zich ook weer evenveel nieuwe reizigers. We kopen 2 dinerbonnen. Kip met rijst en kool. Zeker geen haute cuisine, maar beter dan in het vliegtuig. Vlak voordat de trein een station nadert, wordt in het Vietnamees en Engels omgeroepen dat je de trein niet mag verlaten en goed op je spullen moet letten. Het is ook niet nodig de trein te verlaten want er is een wc en wasbak aan boord en ze komen regelmatig langs met eten en drinken. Ook is er tv aan boord, maar het geluid hapert. De trein in comfortabeler dan de slaapbus. Je kan zitten en een stukje lopen. Of we lekker zullen slapen in de comfortstoelen is nog maar de vraag. We hebben wel voldoende beenruimte. Elke wagon heeft zijn eigen chef. Hij veegt de vloer, verkoopt de dinerbonnen en wijst je je plaats. Ik luister muziek, eerst Neil Young, dan Bram Vermeulen. De avond is gevallen.

9 januari 2017

Iedere keer als de trein stopt floepen de lichten aan en komt er een ware volksverhuizing op gang. Iedereen hangt in zijn stoel, een enkeling ligt zelfs op de grond en probeert, net als wij, te slapen. Het blijft bij korte slaapjes. Ik heb pijn in mijn kont en weet van gekkigheid niet meer hoe ik moet zitten. De nacht sleept zich voort. Buiten is niets te zien, alleen gewassen, verlicht door lampen. Keurig op tijd rijdt de trein het station van het voormalige Saigon binnen.

In de hal staat een chauffeur met een bordje met mijn naam erop. Hij brengt ons naar ons hotel. Alhoewel we erg vroeg zijn, vóór 6 uur, kunnen we tussen 8 en 9 uur op onze kamer. In de tussentijd kunnen we ontbijten met koffie. Er is ook weer Wifi, zodat de sociale media en mails bijgewerkt kunnen worden.

In Lonely Planet staat een stadswandeling door de oude stad Saigon, district 1. Op een kopietje teken ik de route in, de IPad meesjouwen gaat te ver (we hebben nl alleen de digitale uitgave van Lonely Planet). De route voert inderdaad langs de leukste bezienswaardigheden in district 1, de straat met de antiquairs, de rivier, het stadhuis met daarvoor prominent een standbeeld van de grote leider, het postkantoor dat in beslag is genomen door de toeristenindustrie, de Notre-Dame en als slotakkoord …

het paleis van de laatste president van Vietnam, nu het Herenigingshuis. Een kroonjuweel, prachtig ontworpen en uitgevoerd, smaakvol gedecoreerd en ingericht. De lampen zijn fantastisch. In het paleis beleef je de jongste geschiedenis van Vietnam. De president vluchtte naar de USA en daar overleden.

Na deze tippel trekken we ons terug op onze kamer en strijden manmoedig tegen de slaap, bang dat we vanavond anders moeilijk in slaap kunnen komen. We eten bij Bún Chá. Geweldig! Klein maar fijn. Het restaurant ligt dichtbij ons hotel in een uitgaansbuurt. Het is er stervensdruk. We krijgen ook de indruk dat het een ‘rosse’ buurt is. Na een voortreffelijke espresso bij Luke’s Café mét een koekje, gaan we terug naar onze kamer. We hebben voor overmorgen een 2-daagse excursie geboekt naar de Mekong Delta, een kamer voor de nacht van de 12e/13e en de bus naar Phnom Penh. Op 14 januari verloopt nl ons visum voor Vietnam.

10 januari 2017

De bus zet ons af bij het busstation in het hart van Chợ Lớn, district 5, het eindpunt van lijn 1, Chinatown. We lopen van het ene gebedshuis naar het andere. Ongestoord, niemand valt ons lastig. In de winkels kunnen we gewoon een kijkje nemen. Ook hier is alles  weer te koop, niet alleen de Chinese rommel in fel rood/gele kleuren, maar ook pigmenten voor verf, hout, staal om te verwerken, verpakkingsmaterialen, noem maar op. En natuurlijk eten, veel eten, Chinees eten.

Het 1e gebedshuis is Chò Tin Nghía, het 2e Nghía Nhuãn Hòi Quán het 3e Chò Dai Quang Minh … ik raak de tel kwijt. Ze lijken allemaal op elkaar. Overal wordt gebeden, wierook aangestoken, kaarsen en olie gebrand, papier verbrand. Allemaal vluchtig, in één moeite door. In de zijvleugels liggen mensen te slapen, wordt gegeten of zitten ze zelfs voetbal te kijken. De eerste gebedshuizen zijn rustig. Wij zijn de enige toeristen. De laatste, Chùa Bà Thiēn Hӑu, de mooiste, is het drukst. In de korte tijd dat wij op de hoek bij Lau Huong Hue onze noodle soup met beef eten, arriveren busladingen vol toeristen met hun gidsen. Tegenover één van de tempels is een vijver vol met roodwangschildpadden. Bij een andere tempel staan op het voorplein kooien met hanen, hangen vogelkooien aan het plafond en staat een kooi met een zielige aap naast de geglazuurde, rijk versierde, stenen bakken met daarin manshoge bonsais, die door een tuinman worden bijgehouden, tegen kost en inwoning vermoedelijk.

Op ons gemak slenteren we rond, we vervelen ons geen moment en kijken onze ogen uit. In dit gedeelte van de stad vind je overigens nog behoorlijk veel oude gebouwen. Tot slot bezoeken we de RK kerk Nhà Thò Cha Tam. Met een plumeaux vegen we de bank schoon voordat we gaan zitten. Enkele gelovigen zijn hardop in gebed. Voor de kerk wordt door jongeren een dans ingestudeerd.

Vanaf het busstation gaan we met lijn 1 weer terug naar ons hotel. We lopen vanaf de bushalte binnendoor en kijken in de nauwe steegjes, waar nooit zonlicht komt, ongegeneerd in de huiskamers. Drie dingen vallen op: de kleine huistempeltjes, de flatscreen en iedereen eet of maakt eten. Zelfs in de nauwe steegjes rijden scooters. Wat een leven! ’s Avonds genieten we op de rooftop van hotel Duc Vuong van een cocktail en koffie met cognac.

Terug in het hotel pakken we onze tassen in, de rugzakken laten we achter in het hotel. Morgen gaan we voor 2 dagen naar de Mekong Delta en moeten vroeg op.

Mekong Delta – Cán Thó                                                                                                          11 januari 2017 

Vandaag hebben we het ‘schoolreisjes’ gevoel. De groep is groot. Tao, onze gids, spreekt door de microfoon ‘stay together’, ‘remember my face’, ‘my name is Tao, T A O’. Met de bus rijden we naar My Thó,  met onderweg een plas- en koffiestop en bij aankomst nog een ‘plasstop’ en dan de boot op. Als eerste varen we naar een bijenfarm, waar iedereen zich verdringt om op de foto te kunnen met de honingraat vol bijen. Vervolgens krijgen we thee met honing en lekkere, in honing gebakken banaan, die uiteraard ook te koop worden aangeboden. Dan snel, nou ja snel, nog even op de foto met een python en dan de boot in. Kleine boten ditmaal, voor 4 toeristen en 2 peddelende vrouwen, één voor en één achter, in de drukke, smalle watergang. Nog geen 500 meter verder worden we weer afgezet en houden de vrouwen hun hand op voor een fooi; we lopen terug naar de boot.

De kokosnoot wordt gekraakt, de melk wordt opgevangen en de kokos wordt uitgeperst voor de kokosolie, die wordt verwerkt in allerlei producten, waaronder verjongende olie voor de huid en snoepjes met verschillende smaken. Elk onderdeel van de noot wordt benut. Nadat onze medepassagiers de diverse producten hebben aangeschaft gaan we opnieuw de boot in op weg naar het volgende eiland voor de lunch, die erg karig is.

Een pretpark-achtig eiland met o.a. een krokodillenvijver vol met hongerige krokodillen, die je, uiteraard tegen betaling, kan voederen. Na de lunch gaan we naar het 3e eiland. Hier worden we verrast met thee, heerlijk fruit en muziek, die niet aan iedereen besteed is. Met de boot gaan we terug naar het vaste land.

Hiermee komt voor de meesten een eind aan dit schoolreisje, zij keren terug naar Saigon. Wij gaan in de bus naar Cán Thó, zo’n 75 km rijden, voor het 2e deel van het schoolreisje. We worden 5 hoog in een zeer eenvoudige kamer met kingsize bed, douche en airco, aan de straatkant, gestopt.

Nu zijn we vrij. Morgen om half 8 moeten we weer verzamelen.

Mekong Delta – Ho Chi Minh                                                                                                 12 januari 2017 

Het blijft vreemd, mensen die alle blaadjes uit de boom verwijderen, maar het gebeurt massaal. Met het Chinese Nieuwjaar moet de boom nl bloeien. Zo‘n 10 dagen voor het TET-festival, de andere naam voor Chinees Nieuwjaar, moet het gebeuren, niet later en niet eerder. Vlak vóór en na het TET-festival vindt een ware volksverhuizing plaats. Alle plaatsen in de trein en bus zijn dan uitverkocht. Op de zwarte markt moet er grif voor een plaats betaald worden. Het TET-festival wordt gevierd in China, Taiwan, Myanmar, Vietnam en Singapore. Nadat we zijn ingescheept varen we naar de drijvende markt. De rivier wordt druk bevaren. De schepen hebben voorop, aan stuurboord en aan bakboord een oog, dat het kwade moet bezweren. Bij vissersschepen ontbreken de ogen, die zouden de vissen afschrikken. De schippers kopen bij boeren in de uitgestrekte Mekong Delta hun producten op. Als hun boot vol is varen ze over de rivier naar de drijvende markt, gaan daar voor anker en hangen hun producten in de mast. De verkoop kan beginnen. Alleen in het groot. De groothandel koopt op en zorgt voor verdere verspreiding naar de markten en winkels in de steden. In enkele weken is het schip leeg en begint het spel van voren af aan. De schipper woont met zijn familie op het schip. Hoe lang zou deze traditie nog standhouden.

Na de drijvende markt varen we naar de noodlesfabriek. Op kleine schaal worden hier ambachtelijk noodles bereid. Heel boeiend. Er zijn tientallen van dergelijke fabriekjes. Ze leveren alleen aan de lokale markt. Het is hard werken. Een papje van tapioca- en rijstmeel wordt uitgesmeerd op een ronde kookplaat, die brandende wordt gehouden met de vliezen die rond de rijstkorrel zitten. Na enkele minuten worden de doorzichtige deegvellen van de kookplaat verwijderd en in 3 uur gedroogd in de zon. Daarna worden de vellen versneden tot noodles.

Bij onze volgende stop maken we kennis met de Local Farm. Op de boerderij kunnen we rat, slang, kikker en vleermuizen eten, en verse sappen, van het fruit dat hier gekweekt wordt, drinken. De fietstocht valt in het water omdat alle fietsen in al in gebruik zijn.

’s Middags keren we na een omweg, we moeten mensen afzetten en oppikken, terug naar Saigon, waar we rond half 8 aankomen.

We nemen ons intrek in kamer 1 van het Ngǫc Minh Hotel, op de begane grond, eten opnieuw bij Bún Chá en genieten op het rooftopterras van Hotel Duc Vuong nog van een afzakkertje.

Zuid-Oost Azië