Koh Samed

18 februari 2017

Om half 6 worden we gewekt voor het ontbijt en uiteindelijk arriveren we met één uur tin Bangkok. Met de metro gaan we naar Victory Monument, waar vandaan volgens Lonely Planet de minivans vertrekken naar Ban Phe, maar helaas klopt dat niet en moeten we terug naar Ekkamai metrostation.

De bus vertrekt vanaf daarom 10 uur en even na half 3 rijden we Ban Phe in. De boot naar Koh Samed ligt al op ons te wachten en een half uurtje later zijn we op het eiland, waar we een TukTuk nemen naar het Pandora Resort, waar we de komende 4 dagen gaan uitrusten. We zijn 24 uur in touw geweest.

Als eerste zoeken we verkoeling in het zwembad. Daarna doen we boodschappen in het armetierige dorpje Samed, om daarna in het restaurant van ons hotel te eten.

De avond is inmiddels gevallen. De muskieten hebben al toegeslagen.

19-20 februari 2017

Over deze 2 dagen kunnen we kort zijn. We doen niets anders dan zwemmen, gezond, eten en drinken. De eerste dag lopen we nog naar de pier, doen wat boodschapjes en verkennen Samed. Achteraf blijkt dat we té snel waren omgekeerd. Het lang gerekte strand met bars, restaurants, hotels, guesthouses en hostels hadden we niet ontdekt. Het strand rond de pier is onbeduidend, smoezelig en ongezellig. Ons appartement is groot, leeg en ongezellig. We hebben een grote slaapkamer en woonkamer met pantry en balkon, beide met airco. Er staat een Ikea bank, dito salontafeltje, een klein krukje en natuurlijk een bed, maar verder is het leeg, ook niets aan de muren.

Er zijn 2 zwembaden aan weerszijde van het restaurant. In het restaurant serveren ze goede, voedzame, eenvoudige gerechten. De prijzen op Samed zijn aan de hoge kant. Bier kost in de winkel 40/60 Bath en op het terras 80/100 Bath voor een klein biertje. Op het eiland rijden groen gekleurde open taxi’s rond. Je betaalt voor de afstand. Wij moeten 200 Bath betalen, ongeacht het aantal passagiers.

De eerste dag is even wennen. Onthaasten, of moet ik zeggen ontreizen. Stil zitten/liggen, niets doen, is wennen. De 2e dag verdwijnt het onrustige gevoel en geven we ons over aan de ledigheid. Na de lunch leveren we onze grootste inspanning. We lopen naar de zee, zeker 200 meter. De zee is spiegelglad en lekker koel. Het is een mooi zandstrand. In het zuiden staat een Chinese tempel, met offeraltaar en totempaal.

Snelle speedboten leggen af en toe aan om mensen te brengen of te halen. Kosten zijn afhankelijk van de locatie en bedragen 200-400 Bath. Op het strand worden voorbereidingen getroffen voor een huwelijksvoltrekking. ’s Avonds spelen we rummy, overdag scrabble. Bij rummy is An oppermachtig, bij scrabble is het net andersom.

21 februari 2017 

Het eiland is niet groot. Het is een groot nationaal park, waarvoor je 200 Bath p.p. moet betalen. Het entreebiljet is 5 dagen geldig. Binnen een half uurtje zijn we met de scooter van het uiterste noorden, waar ons hotel ligt, naar het zuidelijkste puntje gereden en kijken we uit over de Golf van Thailand. De scooter kost 300 Bath voor één dag. An rijdt. Hard rijden is uitgesloten, om de paar honderd meter is er wel een hinderlijke drempel. Het is ook opletten geblazen, want in Thailand rijden ze links. Gelukkig is er niet veel verkeer. We verkennen het eiland.

Er is één weg en één zijweg, naast de korte, niet geasfalteerde wegen naar de diverse stranden. Aan de stranden grenzen resorts. De eerste die we bezoeken, Ao Kio Na Nok, is niet goedkoop en heeft een mooi strand met zilverachtig zand en schaduwrijke bomen. We gaan te water. De zee is heerlijk koel. Het is warm. Op de scooter vangen we wind, dat gewelddadig aanvoelt. Op het 2e strandje, Ao Lung Dundat, eten we bij het Jellyfish Restaurant een smerige hamburger. Langs het strand een bonte verzameling van huisjes, waaronder 2 boomhutten. In het water een vergane steiger.

Een rommelig strand, dat symbool staat voor het hele eiland. Overal ligt rommel, glas, plastic, ijzer, hout en bouwafval. De stoepjes worden zorgvuldig geveegd, dag in dag uit, de blaadjes verzameld en verbrand, maar de rest deert blijkbaar niet. Ons derde strand Ao Prao wordt omzoomd door peperdure resorts. Op het strand staan ligstoelen. Nadat de gasten met de boot zijn aangekomen wordt de mobiele pier opgeruimd. Staand in de zee kijken we toe. De zon staat al laag. We stappen op de scooter naar het langgerekte strand van Samed, Ao Hin Khok. Het is er druk. De zeemeermin is een dankbaar fotografisch item. Selfies zijn immens populair. Menigeen vindt zichzelf té gek, legt dat vast en verspreidt dat op de sociale media. De wereld zit vol narcisten. Het is één grote, toeristische attractie.

Als de zon onder is floept de verlichting aan en wordt het nog gezelliger. De terrassen stromen vol. Net als in Sihanoukville veel bbq (inktvis, garnalen en vlees). Wij gaan naar de binnenstad en laten ons er toe verleiden in een grote, overdekte vreetschuur noedels met spareribs te eten. Weinig verheffend. Na het eten rijden we terug naar ons hotel, leveren de scooter in en nemen nog een duik in ons zwembad.

22 februari 2017 

De zon schijnt. Het is 30°C of meer. Het water in het zwembad is zout en lauw. De zee is nog zouter, maar frisser. Lamlendigheid is troef. Liggen, zitten, eten, zonnen, drinken en spelletjes spelen. Daar tussendoor zwemmen we in de zee of het zwembad en fotograferen de bloemen die op ons pad komen.

Morgen vertrekken we voor onze laatste etappe in ZO-Azië. Het einde nadert. De gedachte alleen al, dat we volgende week weer in de waterkou zitten, doet ons nu al rillen en terug verlangen naar ZO-Azië. Een goed teken. Maar het is goed dat we van Koh Samed vertrekken. De luidruchtige Thaise puta’s en zuipende, dikke Russen beginnen ons te vervelen. Het is net een plaag, niet te bestrijden en het houdt niet op.

Bangkok