Irkoetsk – Ulaan Baatar

3 september 2011

Om 03:30 op. Een snelle douche, aankleden, laatste spullen inpakken en beneden verzamelen. Met het busje naar het station. De trein vertrekt om 04:53. We staan met tientallen reizigers, van diverse nationaliteiten, reikhalzend op het perron uit te kijken naar de trein. Om exact 04:33 (30 minuten pauze) rijdt de Chinese trein het station binnen. We hebben wagon 9, plaatsen 9 en 10. De wagon is uitgevoerd in walnoten hout. We delen een douche en  wasbak met plaatsen 11 en 12, de coupé naast ons. De Chinese Provodniks zijn zeer vriendelijk. Op kolen koken ze hun potje. De samovar werkt ook op kolen. Brandgevaarlijk? Helemaal achterin is een Russische restauratiewagon. We eten warm tussen de middag, vooraf gerookte zalm, daarna biefstuk met kaas, aardappelen en uien. We drinken het locale bier Baltian #7. Een tafel verderop zitten drie geldwisselaars, één man en twee vrouwen. Ze drinken bier en eten gedroogde inktvis. Achter ons zitten twee Russen aan het bier, Vodka, Whisky, zalm en kaviaar. Bij de grens zie ik ze opnieuw. Ze kijken glazig uit hun ogen. De drank eist haar tol. In de trein, de homestay’s en hotels ontstaan spontaan vriendschappen. Ik moet daaraan wennen, maar omdat iedereen in dezelfde richting rijdt, kom je elkaar onvermijdelijk tegen en deel je ervaringen. Zo ver van huis en omringd door Russen en Mongolen, wier taal je niet spreekt, is dat toch prettig. Er is sprake van een saamhorigheidsgevoel. Dan blijkt hoe klein de wereld is. De homestay delen we met Gina uit Rockanje, ze is daar geboren en getogen. De trein rijdt langs het Baikalmeer. Evenwijdig aan de spoorlijn loopt een weg, waarop spaarzaam verkeer rijdt. Voor Ulan Ude buigt het spoor naar het zuiden, landinwaarts. Vrij snel nadat we ons in de coupé genesteld hadden, zijn we gaan slapen. We voelden ons gammel. Verkwikt worden we na twee en een half uur wakker. ’s Middags hebben we ook nog een tukje gedaan. Om half zes bereiken we de grens. Even over twaalf uur waren we eindelijk de grens gepasseerd en “on the road again”. Eerst nemen ze de paspoorten in. Dan kun je bijna twee uur je benen strekken, inkopen doen en de station-wc bezoeken. De wc’s in de trein zijn dicht en blijven de hele tijd dicht. Twee uur lang gebeurt er niets, totdat de coupe’s in de wagons gecontroleerd worden. Vrouwelijke soldaten kruipen door de coupe’s , schijnen met kleine zaklantaarns onder de banken en in het douchecompartiment. Daarna komen de honden, op zoek naar drugs (Rusland uit!). Twee coupe’s naast ons doen ze met twee herders een oefening. Vervolgens daalt de rust in de wagons weder. Het wachten begint opnieuw. Wij spelen scrabble. Plots worden de paspoorten uitgereikt. Een laatste controle, foto klopt, komt overeen met de coupébewoners. De trein zet zich in beweging. We hebben nieuwe locomotieven. De restauratiewagon zijn we kwijt, maar in Mongolië hebben we een nieuwe (vooraan, achter de locomotief). Na een klein half uur stoppen we opnieuw. Het toneelstuk begint opnieuw. Paspoorten worden ingenomen, coupe’s doorzocht. Drugshond, maar nu een teckel, komt (tevergeefs) langs. Nieuw is dat we nu moeten opgeven hoeveel geld, en in welke muntsoort, we bij ons hebben. Een formaliteit. Door de trein lopen geldwisselaars. Hinderlijk en irritant. Ze openen, zonder te vragen, de coupé en ze komen wel vijf, of wellicht zelfs meer, keer langs. Plots wordt het de Chinese Provodnik te veel. Er vallen enkele rake klappen, maar even later zijn ze er weer! Uiteindelijk krijgen we ook van de Mongoliërs de paspoorten terug. Het is middernacht. We gaan naar bed. Om 06:30 komen we aan in Ulaanbaatar. Gelukkig gaat de klok één uur terug.

Terelj National Park