Andalucía (3)

DAG 65, 12 april 2022

Voldaan, na een heerlijke, door Hans bereidde maaltijd van pasta met zalm, courgette en pesto, leunen we achterover in de comfortabele 2-zitbank en kijken uit over het dal naar de Costa del Sol en zien de weg naar Bubíon, op 1300 meter, omhoog slingeren. Opnieuw een grandioos uitzicht, ditmaal op de uitlopers van de Sierra Nevada in zuidelijke richting. Beboste hellingen, natuurlijke vegetatie en even geen olijfbomen. Achter ons de besneeuwde toppen van de Sierra. Bubíon is een typisch, lieflijk Andalusisch dorpje, tegen de berg aangebouwd, met oorspronkelijk witte huizen die door de recente saharazand stormen zijn gerestyled. Alle huizen hebben een vieze, bruinige aanslag.

Het dorpje met zijn 200 inwoners moeten we nog gaan verkennen. Wel zien we vanaf onze 2-zitbank dat de huizen hier allemaal platte daken hebben met de karakteristieke schoorstenen die dateren uit de Moorse tijd. Het was een hele toer om de auto door de nauwe, steile straatjes met haakse bochten te manoeuvreren om voor onze deur bij Los Tinaos te parkeren. Een heel avontuur, dat vooralsnog goed afliep, zoals ook ons bezoek aan het Nevada shoppingcentre in Granada. Even leek het mis te gaan, maar uiteindelijk vonden we toch An’s favoriete winkel en heeft ze toegeslagen. Presentatie van de aankoop waarschijnlijk op 1e of 2e paasdag, tijdens de Spaanse paaslunch.

DAG 66, 13 april 2022

Alhoewel het pikkedonker is in onze slaapkamer, is Hans vroeg wakker en ziet het, met een dampende kop koffie, langzaam licht worden, terwijl An nog droomt over chinches, of wel betwantsen. Tijdens de laatste etappes van de Camino in 2018 werd zij aangevallen door deze monsters en nu ze rode pukkeltjes op haar benen heeft die jeuken, kan ze maar aan één ding denken, chinches!    

Maar over tot de orde van de dag, de wolken trekken op en de zon komt tevoorschijn. ‘s Middags is er kans op regen, zegt de app, tijd om te gaan wandelen dus. We doen vandaag het rondje Bubíon-Capileira-Bubíon, waarbij we 2 x de Rio Roqueira moeten oversteken. Via Buríon lopen we naar Capileira, in het begin saai langs de weg omdat we niet direct het wandelpad onder langs de weg volgen, oeps. Capileira is een leuk dorpje, veel winkeltjes met lokaal handwerk, vooral aardewerk, kleden en natuurlijk sieraden, gemaakt door de hippies die hier massaal zijn neergestreken. We drinken koffie en werken aan onze suikerspiegel door er iets lokaal zoets bij te bestellen. Als we het dorp uitlopen wordt het pad mooi. Eerst dalen we tot de Rio Roqueira en lopen daarna een tijd langs de bergflanken om na de 2e keer, dat we de Rio Roqueira oversteken, te stijgen terug naar Buríon.

Een mooie wandeling, maar het is mooi geweest voor vandaag. Gelukkig brandt de kachel in ons appartement, want aan het eind van de wandeling werd het toch een beetje klam. We zetten thee en duiken op de bank met onze boeken en dagboeken. Na de thee schenken we ons een wijntje in en trekken een zak chips open, heerlijk in het zonnetje op ons terras. Zagen we vandaag een mooie aardewerken schaal in Capileira, in Pampaneira, dat voor Bubíon ligt, zagen we gisteren een cactus. Morgen dus via een slinger naar Pampaneira.

DAG 67, 14 april 2022

In de berghutten geldt om 10 uur ‘s avonds ‘hütte ruhe’. Ook wij gaan hier in ons berghutje vroeg naar bed. Hans staat als eerste op, het is half 8 en al licht. Hij zet een pot koffie en neemt 2 crackers. Vandaag met appelstroop, want hij is bijna door zijn voorraad pindakaas heen, reden te meer om over de thuisreis te gaan nadenken. An komt een uurtje later en maakt yoghurt met fruit en granola. Tegen half 11, Hans heeft dan ook al vers brood gehaald, gaan we op pad, vandaag doen we het rondje via Pampaneira, 8,9 km in de bergen. Eenmaal onderweg besluiten we dat we voor vandaag maar weer eens een thema moeten kiezen; het wordt ‘groen’.

Eerst dalen we af naar de Rio Poqueira, om daarna langs de flank van de bergketen, waar we vanuit ons appartement op uit kijken, naar het volgende dorp te klimmen. Onderweg neuriën we ‘what goes up, must come down’. Een gids passeert ons met zijn groep en vraagt waar we heen gaan. Hij gaat ook naar Pampaneira en zegt dat we na de brug niet direct naar het dorp moeten lopen, maar eerst een stukje links af, daar is een mooie waterval. Dat doen we dus en het is de moeite ook echt waard.

Gezeten op de grote rotsen eten we ons brood op. Daarna klimmen we omhoog naar Pampaneira, een dorp met oorspronkelijk witte huisjes met platte daken, die nu ook vies roodbruin zijn van het saharazand. De 3 identieke dorpjes Pampaneira, Bulíon en Capileira liggen als een parelsnoer langs de bergketen; alle huisjes hebben hier platte daken met grind. Moorse bouwstijl, maar waarom ze plat zijn weten we niet en de vraag stellen heeft geen zin, zij spreken geen Engels en wij sprekend geen Spaans. Het is druk in Pampaneira. De terrassen zitten bomvol. Restaurantjes te kust en te keur, evenals souvenirwinkeltjes. Toen we 2 dagen terug door dit dorp reden zag An vanuit de auto een cactus bij één van de winkeltjes staan, een cactus van pitriet, die ze graag aan haar verzameling ’nep’ cactussen zou willen toevoegen. Hans vindt hem niet mooi, te groot, maar beiden vinden we hem veel te duur en dat geeft de doorslag, geen cactus van pitriet dus.

De kleden die overal hangen zijn een stuk goedkoper. Zouden die wel lokaal geproduceerd worden, of worden ze ingevoerd vanuit China. We wandelen terug naar Bubíon, waar het op het plein voor de kerk 3 dagen feest is. Er zou een markt zijn en muziek. Er staat één kraam met sieraden, bemand door 4 hippies van ver over de datum. Op een tafel ernaast heeft de bakker 6 broden voor de verkoop neergelegd. Daarvan worden er 2 verkocht in de tijd dat wij ons biertje drinken. De muzikanten laten helemaal verstek gaan, misschien morgen dan.

DAG 68, 15 april 2022

De thuisreis kan worden uitgesteld, want in de kleine, niet meer dan 20 m2, lokale buurtsuper vinden we vanmorgen pindakaas in de schappen, weliswaar voor de prijs van kaviaar, maar dat terzijde. Een mooi begin voor de serie met het thema ‘rood’ voor vandaag! Eerst stijgen we tot grote hoogte, iets meer dan 1600 meter, om vervolgens af te dalen tot een lager, twijfelachtig niveau voor een van pitriet gevlochten cactus, als aanvulling op de serie nep cactussen in onze serre, trouwens de enige planten die onder ons regime overleven.

We kopen ook een aan de onderzijde paarse schaal voor op de eettafel, die mooi past bij de stoelen. De binnenkant heeft een hoog LHBTI gehalte, alle kleuren van de regenboog. Het was een mooie, zonnige wandeling, steil omhoog over de rotsen en daarna geleidelijk omlaag,  met mooie vergezichten. Bijna 12 km.

In Capileira is het stervensdruk. Het is Goede Vrijdag, de Spanjaard is vrij en gaat met dit mooie weer op stap. Ze lunchen uitgebreid tussen half 3 en half 5, het liefst buiten. De terrassen zitten overvol. We gaan op een dorpsbankje op het plein zitten en vragen om een kop koffie met wat zoets. Ook dat is geen probleem en wordt keurig bij ons gebracht.

DAG 69, 16 april 2022

We zitten op het terras van ons appartement, er trekt een wolkje voor de zon. Een schaarse wolk, op deze zonovergoten dag. We maakten een relatief korte wandeling vandaag, het stijgen en dalen is mooi geweest. Het gaat allemaal niet zo soepel meer als toen we jong waren, de spieren zijn eerder verzuurd en naar boven toe als het knap steil is (>25%), moeten we naar adem happen. Maar desondanks geeft de inspanning een prettig gevoel en vergeten we onze pijntjes.

In Pampaneira slenteren we opnieuw door het lieflijke dorpje en eten op het plein voor de kerk onze van ‘huis’ meegebrachte boterham, terwijl dezelfde vals zingende knul van eergisteren, nu met zijn vrouw en kind, speelt voor de mensen op het overvolle terras.

Hoe zeer het bier ook lonkt, we weerstaan de verleiding en wachten daarmee tot we terug zijn in Bubíon. Op het terras voor de kerk van Bubíon drinken we bier en tinto de verano, een zomerdrankje, met tapas. Het is hier stil in vergelijking met Pampaneira. De markt, vandaag 3 kraampjes, trekt geen bezoekers en ook de aangekondigde muziek laat vandaag weer verstek gaan. Het kan ons niet deren, wij genieten in de zon van onze drankjes. De rugzak, met daarin de in Pampaneira gekochte souvenirs, die zo leuk op ons al overvolle aanrechtblad zullen staan, staat veilig onder ons tafeltje, buiten het bereik de druk passerende obers en spelende kinderen. Het is bijna 8 uur als we op ons eigen terrasje zitten en de zon achter de wolk verdwijnt; we voelen dat de luchttemperatuur nog niet zo hoog is, het koelt snel af.

DAG 70, 17 april 2022

We verruilen de frisse, kruidige berglucht voor de zilte zeelucht van Cabo de Gata, een schiereiland in de Middellandse Zee. Een Nationaal Park, van alle kanten ingesloten door plastic kassen.

Vanaf het moment dat we bij Motril de grote weg opdraaien langs de kust tot hier is het één grote plastic zee. Het schijnt een fors milieu probleem te zijn. Tot op 2000 meter diepte wordt grondwater gewonnen, om het gewas te besproeien. De bodem en het grondwater zijn zwaar vervuild door pesticiden. Als de bodem is uitgeput worden de kassen verlaten en blijft het plastic achter. Gelukkig wordt er overgeschakeld op minder milieu vervuilende technieken, zoals hergebruik van water en gebruik van glaswol als substraat. Op de camping is het drukker dan we verwacht hadden. Veel vaste gasten, Spanjaarden, die hier de paasdagen doorbrengen en passanten, Spanjaarden en een handjevol buitenlanders.

De tent staat sneller en beter dan op Tenerife, Übung macht den Meister, zeggen de Duitsers. Als de tent is ingericht en de wasmachine draait neemt Hans een duik in het zwembad, het is er druk. De ober in het restaurant vertelt ons net dat iedereen morgen weer vertrekt, dan is de vakantie voorbij en moeten de Spanjaarden weer aan het werk. Laten we hopen dat het weer zo mooi blijft als vandaag en dat we nog een dagje strand kunnen pakken.

DAG 71, 18 april 2022

Het was warm vannacht in de tent, de donzen slaapzakken waren te warm. Ondanks de sluierbewolking schijnt toch de hele dag de zon. Het is al tegen 12 uur als we van de camping afrijden, maar niet alleen wij zijn laat, ook de schaapsherder gaat nu pas op pad, of zou hij al weer terugkomen?

Het bezoekerscentrum van Cabo de Gata is, ondanks het bordje dat het vandaag geopend is van 10:00 tot 14:00, potdicht. We rijden het dorp in, drinken een kop koffie, doen boodschappen bij de Spar en rijden door naar het strand. Op het parkeerterrein staan campers, zij aan zij. Het zandstrand is groot, er liggen vissersboten, veel zijn er verwaarloosd. Langs de rand staan bouwvallen, waar vissers in lijken te wonen. Er staat een toren, onderdeel van een fort, eigendom van de Guarda Civil, maar ook totaal verwaarloosd.

Daarnaast een trendy strandtent waar de tafels gedekt worden voor de lunch; in een oude vissersboot liggen de houtblokken al te smeulen om straks de vis en het vlees te grillen. Dat houden we in gedachten voor vrijdagmiddag, om ons verblijf in Andalusië op passende, Spaanse wijze af te sluiten met lekker eten en wijn. De 4 km die we dan terug moeten lopen zal goed zijn voor de spijsvertering. De rest van de dag brengen we door bij het zwembad met een boek, muziek, een tukkie, een wijntje, een zak chips en zelfs nog een duik in het zwembad. De zon, de camping, het leven buiten, we genieten.

DAG 72, 19 april 2022

We gaan even ‘een bakkie doen’, we zitten nu zo dicht bij. Het is maar 1,5 uur rijden heen en terug natuurlijk ook. We zijn er tussen half 11 en 11 uur zeggen we, wel wat aan de optimistische kant. We staan vroeg op, ontbijten, douchen en rijden om half 10 van de camping weg. De 1,5 uur is iets te krap gemeten maar met de perfecte instructies rijden we foutloos naar het opgegeven adres in een bergachtige streek nabij Lorca. Het huis staat op een geëgaliseerde berg met schitterend uitzicht rondom, in een oogstrelende, natuurlijke omgeving. Wel wat weg van de bewoonde wereld, maar als liefhebber van rust en stilte kom je hier goed aan je trekken en ‘s avonds is het hier nog echt donker, met sterren aan de hemel. De koffie en taart gaan er goed in, evenals het wijntje en de hapjes, het is reuze gezellig en de tijd vliegt voorbij.

Als we terugrijden naar Cabo de Capa steekt de wind op, de palmen klapperen als wilde mannen. Als we de camping oprijden staat de tent nog overeind gelukkig. We zekeren de tent met extra haringen en houden de luifel dicht, want zolang de wind maar niet in de tent komt, blijft het bij klapperen, hopen we. De wind komt gelukkig van achteren en gaat volgens de voorspellingen in de loop van de avond liggen, om morgenochtend om 11 uur weer aan te zwellen en dan gaat het ook regenen. An is er helemaal niet gerust op, de wind boezemt haar angst in. Hans is bang dat het weer nu volledig gaat omslaan. Cabo de Gata is leuk als de zon schijnt, maar als het regent en stormt, houdt de lol snel op.

Terug naar Schiedam