Las Lajas

27 december 2013

De nacht is gevallen. We zitten voor het huis. De cicaden zingen in koor. In de verte hoor je de golven van de Stille Oceaan stuk slaan op het strand. Een zich eeuwig repeterend geluid. Het is onbewolkt en de hemel is bezaaid met sterren. Begin van de middag zijn we hier door Roger, de taxichauffeur uit David, afgezet. Las Lajas. Een verzameling huizen aan de kust. Eén hotel, enkele B&B’s en tientallen kleinere en grotere huizen en een vervallen bar-restaurant aan het strand, waar je gebakken vis met frites en cerveza kan krijgen, althans dat zegt het bord dat in de bar tegen de muur is gespijkerd. De huizen worden bewoond door een internationaal allegaartje, Duitsers, Amerikanen, Italianen, Canadezen en Panamezen. De taxirit duurt 1½ uur. Volgens de receptioniste van Hotel Le Castillo en Roger zijn er in Las Lajas genoeg locaties waar je kunt verblijven, maar het enige hotel is vol. Vermoedelijk zijn ze allebei hier nog nooit geweest. Roger kost ook geen $ 30 maar $ 60 (hij had tenslotte nog moeten telefoneren voor ons!), maar we moeten hem beslist bellen als we ons opnieuw willen verplaatsen!

Het strand is fabelachtig, breed, omzoomd door wuivende palmen aan de ene kant en de oceaan met mooie surfgolven aan de andere kant. Het water is zo zout als brem en verzadigd met fijn zand, dat opdroogt op je lijf als je het water verlaat. Midden op het strand liggen we op 2 handdoeken van ons B&B. Langzaam gaat de zon onder. Het romantische moment leggen we vast op de gevoelige plaat, zittend op een ruw houten bankje onder een afdak van palmbladeren. Een nog niet door massa toerisme verpest tropisch strand.

Terug in onze B&B nemen we een douche, voordat we aanschuiven voor het uitgebreide diner, bestaande uit kip, bonen met aardappelen, aardappelsalade, rijst en gebakken, op banaan lijkende, vrucht. Carmen, de eigenaresse, eet mee. Levah de eigenaar, Lee voor vrienden, bedient en zet de koffie. Bij het eten drinken we limonade. Het toetje is een bananenpudding met koekjes. Op het eten valt niets af te dingen. De gesprekken zijn geanimeerd. Zij is geboren Panamese, hij Amerikaan uit Florida. Hun 2 dochters met hun 6 kleinkinderen wonen in Miami. Ze gaan hen regelmatig opzoeken, buiten het droge seizoen. In ieder geval weten we nu al hoe we in Boquete, onze volgende stop, moeten komen; een stukje met de taxi en dan met de bus. We blijven hier nog 2 volle stranddagen om te bruinen. Ik ben al rood.

28 december 2013

Stranddag. Na een uitgebreid Amerikaans ontbijt met pancakes, toast, eieren, fruit en koffie, brengen we de hele dag aan het strand door. De zon schijnt onbarmhartig, maar er staat een verkoelende wind van zee. We hebben een parasol en 2 badhanddoeken meegekregen. We duiken na aankomst op het strand, 200 meter lopen, direct de zee in.

Het water is weldadig warm. Wat mij betreft té warm, je koelt niet echt af, maar An is verrukt. De golven rollen onafgebroken aan. Het zijn net té klein uitgevallen surfgolven. Het is heerlijk midden in schuim uiteenspattende golven te staan. Door de kracht van de golf word je een stuk meegesleurd richting strand. Als we het strand opkomen is het vloed. De vloed is bijna op haar hoogste punt. Als het eb wordt fourageren de duizenden krabben op het strand. Zo gauw je dichterbij komt, verdwijnen ze in hun kleine holletjes. Op het drooggevallen, maar nog steeds natte strand, kruipen slakjes net onder de eerste zandkorrels rond. Ze maken sporen opof de nieuwe bewoner, een krabje. Het is een grappig gezicht het schelpje over het strand te zien lopen. Vlak boven de zee scheren bruine pelikanen. Hoog in de lucht cirkelen fregatvogels, die we ook in Panama City hebben gezien. Op het strand, langs de waterrand, lopen strandlopertjes en vogels, familie van de wulp. Hier komen de mooiste vogels voor. In de tuin van ons B&B zie ik een kolibri. An ligt de hele dag in de zon, ik meestentijds in de schaduw, maar ik maak lange wandelingen in de volle zon, zodat ik toch verbrand. An daarentegen blijft daar van, om raadselachtige redenen, gevrijwaard. We lunchen in het hotel. Aan het einde van de dag komen we daar terug en drinken, terwijl de zon ondergaat, een cocktail. Vandaag is het drukker dan gisteren. We zien tenten. Morgen, zondag, blijkt het nog drukker, meer tenten en hangmatten van Panamese families. Stel je eens voor, met de auto naar het strand. Je parkeert je auto onder een afdakje, met de kont naar zee (50 meter verderop), zodat je je muziek goed kan horen en je loopt zo naar de zee. In de schaduw zijn ook nog ruw houten bankjes en tafeltjes, eenvoudig maar doeltreffend.

In ons land is dat volstrekt ondenkbaar. Als je met mooi weer naar het strand gaat en je bent niet voor dag en dauw vertrokken, sta je 5 km voor het strand stil in de file en moet je vanaf je parkeerplek, warvoor je ook nog eens dik moet betalen, 1 of 2 km lopen en zit je mannetje aan mannetje op het strand. ’s Avonds eten we in ons B&B, macaroni met meatballs, sla en geroosterd brood; ijs met verse, van pindaboter gebakken, nog lauwe koekjes toe. Opnieuw praten we geanimeerd met elkaar. Voor het eten bidt Lee hardop, zegent de spijzen en bedankt de Heer. Na afloop trekken we ons terug op onze kamer. Ik ben snipverkouden, mijn neus loopt spontaan leeg. De airco eist zijn tol. Even na 10 uur vallen we in slaap. We worden vaak wakker. Ik heb de airco uitgezet, maar midden in de nacht, als de temperatuur in de kamer te hoog oploopt, weer aangezet op 24-26°C. Vanaf dat moment slapen we beiden veel beter.

29 december 2013

De 2e stranddag. We komen helemaal tot rust, los van thuis. Het is warm. Ik ben verbrand en breng de dag grotendeels in de schaduw door. Op een ruw palmhouten bankje en tafeltje lees, schrijf en teken ik. Naast mij gloeit het vuur, waarop een Panamese familie in grote pannen de lunch heeft klaargemaakt. Uit de as haalt de vrouw gebakken bananen. Regelmatig gaan we te water. We lunchen opnieuw in het La Lajas Beach Resort. Burrito’s, veel keus is er niet.

’s Middags lopen we over het strand naar de plek waar een rivier uitmondt in zee. De rivier stroomt snel. Te snel om over te steken. De bodem bestaat ook nog eens uit drijfzand.

Het is eb, als we op het brede, vlakke zandstrand, langs een lage duinenrij teruglopen. Achter de duinenrij liggen strandvilla’s, met uitzicht op zee. Eigendom van de happy few. Volgens Lee en Carmen bezitten de Chinezen alle kleine winkels en de Joden alle grote. De Chinezen kopen land, in de hoop dat de omgeving zich ontwikkelt en ze een nieuwe winkel kunnen beginnen. De vraag is wat de Panamezen zelf bezitten?

Na een laatste duik in zee, en opnieuw de zon in de zee te hebben zien zakken, waarover we trouwens filmpje op Facebook hebben geplaatst, keren we terug naar ons B&B voor het avondeten, vis met rijst. We zijn niet meer de enige gasten. De pastoor, met nog een man, vrouw en kind, van de kerk van Lee en Carmen, blijft ook slapen. Ze blijven tot laat op. Wij vallen diep in slaap om 10 uur.

30 december 2013

Onze gastheer en gastvrouw zijn diep gelovig. Carmen gaat vandaag naar de kerk. Lee volgt de dienst via internet. Het doet mij denken aan een dienst van de Pinkstergemeente, of een dienst van de Levende Steen-kerk, waar we in Hoogvliet tijdelijk naast gewoond hebben. De regie is niet strak zoals in de RK kerk, maar meer informeel, losser, met meer aandacht voor de alledaagse dingen in de taal van deze tijd. Vandaag is onze laatste stranddag in Panama. Omdat we nu zonnebrand hebben waag ik me weer in de zon. Ik slenter langs de kustlijn. Vandaag is het weer stil op het strand. De weekendgasten zijn naar huis. Aan alles kun je zien dat het seizoen staat te beginnen. Er vindt groot onderhoud plaats, de teksten op de muren worden opnieuw geverfd, de afdakjes van bamboe en bladeren van palmbomen, tegen de zon, vernieuwd en de cabana’s opgekalefaterd. De zomer begint eind december en duurt tot april/mei. De kinderen hebben de eerste 2 maanden van het jaar zomervakantie. Als de zon ondergaat drinken we nog, ter afscheid, een cocktail in het Las Lajas Beachresort.

Terug in ons B&B, ontdekken we dat we niet de enige gasten zijn vanavond. Een Indisch echtpaar, genaturaliseerde Canadezen uit het koude Toronto, apothekers, zijn in Journey neergestreken. We eten met zijn allen. Wij, zoals beloofd, KFC met mash potato en koolsalade. Lee heeft zelf ook kipfilets gegrild, lekker. Toe worteltjescake en koffie. De Indiërs zijn bereisd. Hij praat aan één stuk. Zij is stil, onderdanig. Als ze begint met praten neemt hij het gesprek over. Irritant. Bijzonder is dat hij bij alles wat hij vertelt zijn moeder noemt. Ze woont bij hen in huis. Ze kookt, maakt schoon en staat gelijk met hen op om het ontbijt te verzorgen. Ze hebben 2 kinderen. Ze zijn deze keer zonder mama op reis omdat ze nu 20 jaar bij elkaar zijn en mama op de kinderen past. Na het diner trekken we ons terug op onze kamer. Voor ons doen gaan we laat, na 11 uur, naar bed. Morgen naar Boquete. Carmen brengt ons. Cool en relaxt.

Boquete