Malang – Batu

12 oktober 2012                                                                                                                               Jogyakarta-Malang

Om kwart voor 8 rijdt het busje voor. Om half 9 zit de bus vol, 8 mensen, exclusief chauffeur. De reis duurt 10 uur. Halverwege, na de lunch, verliezen we één medereiziger. Het laatste stuk, door de bergen, is fraai. Het is al donker als we in Malang aankomen. We hebben geen hotel geboekt. We worden afgezet voor Hotel Tugu Malang, special price for you 118 USD, exclusief ontbijt. We aarzelen. We vragen naar een goedkoper adres en worden doorverwezen naar de buurman, Splendid Inn, verre van splendid, maar een voormalig oud-hollands herenhuis, met grote kamers en badkamers. Een hotel op zijn retour, vergane grandeur, maar wel goed bij ons passend.

Na talrijke omzwervingen vinden we het ons aanbevolen restaurant Inggil. Inderdaad een aanrader. Heerlijk gegeten. Geleidelijk aan voel ik me thuis en gedraag ik me als een Indonesiër. De Indonesiër hecht geen waarde aan zijn of haar leefomgeving. Ogenschijnlijk. Alles wat hij/zij niet meer nodig heeft laat hij/zij spontaan ter plekke uit zijn/haar handen vallen. Zo ook ik in het busje, het waterflesje, de tandenstoker, het cellofaan, alles. Het land is dan ook vuil, bezaaid met afval. Liefde voor de natuur en landschap toont zich niet in het gedrag. De grote hoeveelheden mensen, het feit dat die mensen op straat eten en leven, zorgt voor een ongelooflijk smerig milieu. Overal ligt rotzooi. Plastic hangt in de bomen en struiken. Rivieren zijn verstopt door het vuil.

13 oktober 2012                                                                                                                                   Malang

In de ochtend lopen we door de Pasar Bunga, de bloemenmarkt en Pasar Burung, de vogeltjesmarkt. De Pasar Burung is té triest om aan te zien. Kooien met apen, konijnen, fretten, uilen, tientallen zang- en siervogels en in felle kleuren geverfde kuikentjes. Bakken vol maden, meelwormen en kooien vol met kakkerlakken. Ze hebben in Indonesië geen partij voor de dieren.

We vervolgen onze uitgestippelde route en drinken koffie bij Toko Oen, gehuisvest in een vooroorlogs gebouw, tegenover de Heilig Hartkerk. Deze tearoom, patisserie en ijssalon, die “sinds 1930 aan de gasten gezelligheid geeft” en met het rieten meubilair sterk de sfeer oproept van tempo doeloe, is de ideale plek voor bijvoorbeeld kroketten met mosterd.     We komen langs 4 gebedshuizen, de Heilig Hartkerk (Hati Kudus Yesus), een RK Kerk, de Mesjid Agung of Grote Moskee, de Gereja Immanuel, een protestantse kerk en de Eng An Kiong, een Chinese Tempel gewijd aan de drie Chinese religies, taoïsme, boeddhisme en confucianisme. De Moskee is voor ons niet toegankelijk. De protestantse kerk zit potdicht en de RK Kerk is pas ’s middags geopend. De priester blijkt ingeblikt, een stem uit luidsprekers gaat voor in het gebed. Het altaar is leeg. Uiteraard is de Chinese Tempel open, het gezellig druk. Vrolijk kwebbelende Chinese vrouwen, die zich voorbereiden op een uitstapje. Snel offeren ze nog wierook en prevelen ze gebeden. Chinese Tempels zijn kleurrijk en hebben iets mystieks.

Na de tempel lopen we door de Pasar Besar, een grote overdekte centrale markt met op de eerste verdieping stoffen en op de begane grond groenten, fruit, meelproducten, vlees, vis, kruiden, alles. Het is kruip door, sluip door. Elke keer weer is een dergelijke markt bijzonder. In 1980 werd het oorspronkelijke marktgebouw door brand verwoest. Als er nu brand uitbreekt, zitten we als ratten in de val.

Later in de middag boeken we voor morgen een excursie naar de Bromo.

14 oktober 2012                                                                                                                              Bromo

Om 1 uur ’s nachts vertrekken we. We rijden 3 uur onafgebroken. Het is stil op straat. An dommelt. Ik lees de krant. Onze chauffeur rijdt voorzichtig. Hij neemt geen risico. Na 3 uur verwisselen we van auto. In een jeep rijden we in een file naar de kim, vanaf waar we de zon zien opkomen. Spectaculair. Alhoewel het druk is, is de sfeer ontspannen, aangenaam en vermakelijk. Als je een eindje doorloopt, kun je rustig van de zonsopgang genieten. De natuur is prachtig. We zien de Bromo liggen. Uit de krater stijgen rookpluimen op. Onder ons ligt een grote vlakte, met erosiedalen gevormd door water, bedekt met flink stuivend, fijn lavastof. Op de hellingen daarom heen staan bomen en struiken.

Als de zon aan kracht wint en ons verwarmt rijden we met de jeep naar de Bromo, samen met veel jonge Indonesiërs, die op brommer, scooter of motorfiets zijn. Vanaf de parkeerplaats moeten we omhoog lopen door het rulle lavastof. We stappen flink door. Op het laatst loop je op een trap met 239 treden. Op de graad is het druk, maar het uitzicht in de krater en de omgeving is fabelachtig. De drukte neem je voor lief.

De afdaling is het mooist. We wijken van de route af en lopen over de asduinen en door de smalle erosiedalen naar beneden. De paardjes hebben we gemeden. Het zijn schitterende, felle, kleine dieren. Na enig zoeken vinden we onze jeep, 1106HK.

De chauffeur is zeer vriendelijk. Hij brengt ons terug naar het dorp, naar ons busje. Onze chauffeur vangt ons op. Hij geeft ons een ontbijtbox, koffie en thee. Na het ontbijt rijden we terug naar Malang. De omgeving is prachtig. We zien nog een jeep beneden aan de helling op zijn kant liggen. Even later val ik diep in slaap. In Malang wordt ik wakker. In ons hotel genieten we van een uitgesteld ontbijt  of wel de lunch. ’s Middags boeken we voor 2 nachten een hotel in Batu en voor de 17e de treinreis van Malang naar Bandung. Het is prettig de reis geregeld en geboekt te hebben. De aard van het beestje, strakke tijdschema’s, deadlines, wat in het vooruitzicht, om naar uit te kijken, te hebben. Ik kijk graag vooruit, zelden achterom.

Blijkbaar is een bezoek aan de Bromo niet ongevaarlijk, want nog in 2006 kwamen onder meer 2 toeristen bij een uitbarsting om het leven. Twee jaar terug is hij nog 5 maanden achtereen actief geweest. Dat moet een streep door de rekening zijn geweest voor de hele industrie daarom heen (of niet, bedenk ik mij nu).

15 oktober 2012                                                                                                                                         Batu

We verruilen Malang voor Batu, dat rustiger is en hoger ligt, en dus frisser. Op internet hebben we het guesthouse met de fraaie naam Dannan Boutique Guesthouse gevonden, dat midden in een plantage zou liggen, maar dat valt tegen. Het zijn een aantal huisjes, op korte afstand van elkaar, omzoomd door kleine in cultuur gebrachte stukjes, bevloeide grond met gewassen en een bloementuin, rond een grote overdekte, maar open eetzaal en zitkamer. Het zwembad is echter top. Deze plek voldoet dan ook aan al onze verwachtingen. We kunnen de velden inlopen, zwemmen, zonnen, lezen, WordFeud spelen en muziek luisteren. Hier komen we tot rust.

Ze serveren eenvoudig maar lekker voedsel. Om 4 uur wordt de thee, dit keer met hartig en zoet, uitgeserveerd. In de verte horen we het verkeer, dichtbij de krekels. De Molla’s liggen al op één oor. Om 4 uur moeten zij klaar staan en liggen wij op één oor. Ik wordt er zelfs niet meer wakker van, kwestie van gewenning blijkbaar. Er zijn nog 2 gasten, opa en oma van 86 en 80 jaar. Oma, 1/8 Indonesisch bloed, geboren in Surabaja, Jappenkamp en in ’45 teruggestuurd naar een kostschool in Nederland, gaat ’s avonds uit met opa. Ze worden opgehaald door een auto met chauffeur. Oma spreekt Bahassa en kent Indonesië goed. Ze woonde hier in deze streek, met haar ouders.

16 oktober 2012                                                                                                                                   Batu

In elke stad vind je talrijke monumenten die de Javanen herinneren aan de vrijheidsstrijd. De monumenten zijn zonder uitzondering realistisch van vorm, bombastisch, monumentaal qua verschijning en nationalistisch getint. Ze verbeelden de heldhaftige vrijheidsstrijd 2e helft jaren ’40. De strijd heeft de aanvoerders van de overwinnaars geen windeieren gelegd. Soekarno, de 1e President, was corrupt. Zijn opvolger Soeharto nog meer. Soekarno was een groot redenaar, vrouwenversierder, maar ging op het laatst vreemd met het communisme. Het leger greep toen in en bandde het communisme uit. Zijn familie had op verschillende terreinen een monopolie positie. Ze financierden onder meer de tolwegen. Ook onder de huidige president Yudhoyono is veel corruptie. Het zit in de genen. Indonesiërs zijn lief, aardig en zeer behulpzaam. Maar voor elke handeling moet betaald worden. Je plek op de markt, je baantje als parkeerwachter, de bewaker van een gebouw, noem maar op. De huidige president is een oud-generaal. Hij is de 6e, democratisch gekozen president van Indonesië. Het leger is een zeer belangrijke factor in Indonesië. Het leger houdt sinds de onafhankelijkheid de archipel bij elkaar en drukt elke opstand, tegen het zittend gezag, de kop in.

Tot de lunch hebben we gezwommen, gelezen en muziek geluisterd. Na de lunch trekken we het land in. Tijdens onze wandeling in de velden worden we overvallen door onweer.  Het regent opnieuw hard. We mogen van de bewoners, een jong gezin met een 3-jarig dochtertje, schuilen in een eenvoudige, kleine boerenwoning. Eén verdieping met schuin, in een vierkant, dak van dakpannen. Binnen zijn 3 kleine kamertjes die uitkomen op de woonkamer, 2 slaapkamers en een keuken. De vloer is van leem. Het raam gedicht met gevlochten bamboe. De buitendeuren geïmproviseerd. De deuren naar de kamers zijn niet aanwezig, alleen de deurlijsten. In de woonkamer staat een geïmproviseerd, gammel tweepersoonsbed. De man steekt een gaslamp aan, het is donker. Er is geen electriciteit en stromend water. In de keuken wordt op een camping gasstelletje, op de lemen grond, gekookt. Het gezin heeft zich in het badhuis verderop gewassen. De man trekt na thuiskomst een gestreken (!) shirt aan. Schoon, maar vaal en stuk gewassen. Het meisje dartelt vrolijk rond. Langs de muren zitten 2 landarbeiders op hun hurken, te schuilen en rookten aan één stuk door. Het gezin maakt een gelukkige indruk. An moet, net als ik, aan Michelle denken. In beide huizen is het kaal, nauwelijks meubelen en in beide huizen woont een vrolijk meisje.

Vanochtend hebben we met de eigenaresse en haar chauffeur, in Batu, planten gekocht. We zijn langs honderden stalletjes met bomen, struiken en planten gereden. Eén uur later waren we weer terug in De Dannan.

17 oktober 2012

Het onweer barst los. Het komt met bakken uit de hemel. De lucht is inktzwart. Bijtijds hebben we ons omgekleed. Na het ontbijt zijn we gaan zonnen en zwemmen. We staan op het punt van afscheid nemen van De Dannan. De taxi is gearriveerd. We stappen in. Het was fijn hier. Tijdens de taxirit is het droog. Mooi op tijd worden we op het station afgezet. Om 3 uur gaat het hek open. Controle paspoort, stempel op het treinkaartje en na deze formaliteiten kunnen we naar het perron. De trein vertrekt van spoor 1. Enkele sporen verder staat de trein. Na 2 keer rangeren rijdt ze voor.

Als we rijden regent het. Het maakt een mistroostige indruk. De armzalige woningen gaan gebukt onder het water, dat op de golfplaten daken klettert. Het land lijkt verzopen. Er hangt een grauwsluier over de akkers. De rivierdalen en de toppen van de bergen gaan verscholen in regenwolken. Vandaag valt de tropennacht nog eerder. Naar Bandung is het 773 km. Regelmatig stopt de trein. Passagiers stappen in en uit. De catering komt langs en neemt onze bestelling op. Buiten wordt de lucht grijzer, zwaar van het vocht. Het regenseizoen gaat beginnen. De nacht valt. In de tropen is nauwelijks schemer. De straatverlichting brandt. De trein schommelt gestaag richting Bandung. Nog iets meer dan 12 uur. Op de I-pod zingen de Stones “when the train reach the station (Stripped, Lover in Vain). We stoppen in Blitar.

Opa en oma zijn vandaag ook vertrokken. Gisteren waren ze, overigens niet voor de eerste keer, terug geweest naar haar geboortedorp. Ze werden met thee ontvangen door de nonnen op haar schooltje. Ze had de resten van haar ouderlijk huis, de nog jaren lang gebruikte badkamer, gezien. Het huis was door de Japanners gesloopt in 1942 (?). Ze vertelde over het harde leven op Java. De mensen worden niet oud. De non die hen ontving was een grote uitzondering. Ze was 70. Ik slikte de vraag, die bestorven lag op mijn lippen, in. Ik had haar willen vragen of ze nog mensen ontmoet had uit haar jeugd. Ze sprak zacht en liefdevol over het bezoek. Ze had veel meer gezien, geroken, gevoeld, dan de keer daarvoor. Het bezoek had haar veel gebracht. Zichtbaar voldaan vertrokken ze voor hun volgende avontuur, de Bromo. Man en vrouw, respectievelijk 86 en 80 jaar oud, die door het land trekken in een tempo dat bij hen past, daarvan genieten en dat hen kracht geeft. Thuis in Eindhoven wonen de cynici en de sceptici, die hun deze reis ontraadden. Dat is toch te zwaar voor jullie! Nee, je moet het juist doen. Nooit stilstaan of achterom kijken. Voor je ligt het leven, achter je de geschiedenis, die bepaalt hoe je het heden en de toekomst beleeft. Dat An en ik, hen nog maar lang mogen herinneren!

Bandung