Jaisalmer – Jaipur

8 februari 2010                                                                                                                                    Jodhpur – Jaisalmer

Na een onrustige nacht staan we bijtijds op. We bezoeken te voet, zonder gids, het Meherangarh Fort. Het Fort is prachtig onderhouden. Vanaf de kantelen kijk je neer op de blauw geschilderde oude stad, met nauwe straatjes en steegjes. Op de dakterrassen zijn vrouwen bezig met de was. Op de kantelen van het Meherangarh Fort komen we nog een pas (?) getrouwd stel tegen. Hij in licht zomerpak en een koddig, fraai met bladgoud bewerkt hoofddeksel, zij gesluierd en gekleed in de fel gekleurde sari van deze streek. Hij loopt voorop, zij daar 1 á 2 meter achter, verbonden door een koord  aan haar sari, dat hij vasthoudt zodat ze aan hem vastzit. Daarachter 3 vrouwen.

We bezoeken nog de SHRI Devkund Mahadev Tempel, net buiten het Fort.

 

Nu rijden we op de hoogvlakte. Droog grasland met her en der lage bomen en dorre struiken. Er grazen geiten en schapen. De weg is goed. We rijden naar Jaisalmer, 275 kilometer, 6½ uur. We zullen na zonsondergang aankomen. Het land wordt steeds kaler. Her en der liggen kleine, omheinde boeren nederzettingen. Het vee wordt ’s nachts in kralen, gebouwd van struikgewas met doornen, gehouden. Het is niet druk. Weinig vrachtverkeer. Er rijden wel veel bussen, die propvol zitten. Soms zitten de mensen op het dak. We rijden door de uitlopers van de woestijn, langs zandduinen. Door irrigatie is het land ontgonnen en in cultuur gebracht. Nergens heb ik tot nu toe zoveel groene akkers gezien. Ironisch genoeg schijnt het water het (zandstenen) Kasteel van Jaisalmer te bedreigen. Een speciaal programma moet het Kasteel behoeden in al zijn glorie.                   We rijden flink door. Het is bewolkt, af en toe vallen er enkele regendruppels. De wind waait van noord naar zuid. Het zand stuift boven de vlakte en de weg.                                        De bewolking hangt laag en de zandstorm is in kracht toegenomen. Het landschap is kaal, verlaten, zelfs geen nederzettingen meer. De woestijn wordt steeds mooier. Er hangt een nevel van zand boven de steeds kaler wordende vlakte. Wat een machtig gezicht. De natuur op zijn mooist. Krachtig en macht uitstralend. Onvoorstelbaar dat daar nog mensen leven. Benieuwd of het zand elke dag stuift. Zullen we de komende dagen wel merken. Nu wordt het zicht minder dan 50-100 meter. Een mist van zandkorrels. Op de I-pod, die op shuffle staat, speelt met nog 2 kilometer te gaan heel toepasselijk het nummer van de Doors, The End.                                                                                                                                                           We zijn in de woestijnstad Jaisalmer. De stad is opgetrokken uit bruine zandsteen en wordt de “gouden stad” genoemd. We slapen in Hotel Nachna Haveli, een oud, tot hotel omgevormd koopmanshuis met drie binnenplaatsen, beheerd door een (ver) familielid van de koning. Het zijn prachtige kamers. We eten op het dakterras, uit de wind, onder een dak van doek en golfplaat. In de woestijn weerlicht het.

 

We  maken nog een wandeling door de smalle straatjes en steegjes. We hebben moeite de weg terug te vinden naar het hotel, maar An gidst ons deskundig en vastberaden terug.

9 februari 2010

Met B.M. Singh, director van The Guru Kripa Tours en onze gids, bezoeken we het kunstmatige meer, met de heiligdommen en de twee toegangspoorten, een grote en  een kleine. De grote poort was gebouwd door de concubine van de koning; ze was heel rijk en slim. Bang dat ze de poort moest afbreken, had ze boven op de poort een Vishnu Tempel laten bouwen. Nu moest de koning met zijn gevolg buigen voor de poort van de concubine. Om gezichtsverlies voor de koning te vermijden is naast de grote poort een kleine poort gebouwd, waardoor de koning met zijn gevolg de tempels aan het meer kan bezoeken.

In een kleine, goed onderhouden tempel zit Ramesh Yvas, een lokale priester.  In kleermakerszit zit hij op een paar geweven kleden op de stenen grond met zijn rug tegen een fraai bewerkte pilaar. Hij draagt een rode omslagdoek op een wit hemd en daaronder een gele, om zijn heupen gewikkelde doek. Op zijn schoot ligt een schrift met in rode inkt geschreven mantra’s. Ramesh is in gebed. Hij is, net als zijn vader, priester en is elke dag  in de tempel. Hij onderhoudt de tempel. Hij prevelt de mantra’s als wij de tempel betreden. We raken in gesprek. Hij spreekt perfect Engels. Ramesh is goed ontwikkeld. Een wijs man. Hij vertelt over zijn werk, zijn vader en zijn dagelijkse leven. Zijn leven kent veel routines, maar hij is zeer spiritueel. Alles aan hem ademt de sfeer van rust en overwicht, gezag uit. Met een prachtige stem zingt hij voor ons enkele mantra’s en maakt tijdens het zingen met een arm prachtige gestileerde gebaren. We zetten hem zingend op de video. Onder de indruk van deze onverwachte, inspirerende ontmoeting, vervolgen wij onze weg.

We bezoeken nog een klein privé museum met spullen van de streek. Van het meer lopen we door de stad naar het Fort. Binnen de wallen wonen 4.000 mensen. In het Fort drinken we thee op een dakterras en kijken we uit op Jaisalmer. We zien ons hotel liggen. We lunchen in het ons aanbevolen restaurant El Trio. Een aanrader! ’s Middags gaat het goed! In de middag kijken we rond, drinken thee op een dakterras en zitten daar uren in de zon, terwijl we tekenen. De wind zorgt voor verkoeling.

‘s Avonds eten we opnieuw bij El Trio, het is er druk. Het eten ligt zwaar op de maag. Ver na middernacht begint An, overgeven en diarree. Het duurt niet lang of ook ik moet er aan geloven. Tussendoor vallen we onrustig in slaap. Voedselvergiftiging! Welkom in India!

10 februari 2010                                                                                                                                        Jaisalmer

Als we vroeg in de morgen wakker worden voelen we ons nog steeds beroerd. We zijn misselijk en aan de diarree. We bestellen thee met droge toast en kruipen terug in bed. Maar ’s middags moeten we op kamelensafari! Tegen 11 uur nemen we een douche en kleden ons aan. We zijn inmiddels begonnen met een ORS kuur, ter voorkoming van uitdroging en om weer energie te krijgen.                                                                                   We checken onze bagage uit en wachten op de gids. In de receptie vallen we op de kussens in slaap. We krijgen dekens aangereikt. Tegen 2 uur wordt door de gids besloten de safari één dag uit te stellen. We krijgen onze oude kamer terug en kruipen direct onder de wol. Opnieuw vallen we in slaap. Het is al donker als wakker worden. We bestellen thee met toast. Alles doet ons pijn. We gaan opnieuw naar bed en slapen. Ik word tussen 3 en 4 uur ’s nachts wakker. Ik voel me fris, geen spierpijn meer. Zou de aanval beteugeld zijn? An voelt zich ook beter. We vallen weer in slaap. Om half 9 staan we verkwikt op. We hebben bijna 36 uur aan één stuk door geslapen.

11 februari 2010                                                                                                                                 Jaisalmer

Om 2 uur vertrekken we voor de kamelensafari, met een jeep. We rijden een klein uurtje de woestijn in. Plots stopt de jeep. Uit het niets duiken 4 kamelen op. We reizen samen met Janice & Mike. Een leuk, sportief  Engels stel, dat een trip van 12 dagen door India maakt. Helaas zijn ze daarvan 4 dagen ziek geweest. De woestijn, op de rug van een kameel is prachtig. We zien bloeiende bomen, Indiase antilopen en mooie (kleine) vogels. Natuurlijk zien we ook herders met hun kuddes, schapen en geiten. We rijden tot zonsondergang.  De zandduinen zijn schitterend.

We kamperen in 2 tenten tussen de duinen. De tenten zijn oud en de gaten zitten er in.  In de tent liggen 2 hoofdkussens, 2 één-persoons dekbedden, één groot maar dun matras, één deken en één rol toiletpapier. In het kamp drinken we thee en bier. We zien op een zandduin de zon ondergaan. Gezeten op matrassen met voor ons kleine tafeltjes, met daarop ons eten en drinken,  zitten we rond een kampvuur. Het is heel gezellig. De kamelen gaan ’s nachts, samen met hun 4 begeleiders, terug naar hun kamp. De 2 koks blijven bij ons en houden de wacht. De reisleider en gids houdt ons gezelschap tijdens het eten, maar slaapt zelf in één van de grote kampen langs de weg.

Even na na 9 uur gaan we naar bed. ‘s Nachts is het koud. We kruipen dicht tegen elkaar aan. Het is dood- en doodstil! We slapen onder een geweldige sterrenhemel.

12 februari 2010                                                                                                                              Jaisalmer

We staan om half 8 op. De zon komt op. We kleden ons aan en eten toast met omeletten en drinken thee. We rijden langs de andere kant, via mooie,  maar ’s avonds druk bezochtte zandduinen, terug. Als we de jeep bereiken, bedanken we onze begeleiders en worden we teruggebracht naar Hotel Nachna Haveli, waar we mogen douchen. Daar knappen we van op.

Herboren gaan we op zoek naar geld. An wil een broek! Na ons bezoek aan de flappentap, kopen we de broek en eten voor vanavond in de trein.

Om 4 uur vertrekken we naar het station. De trein vertrekt stipt om kwart voor 5 en zal om 10 voor 5 ’s nachts in Jaipur aankomen. We reizen 2e klas, slaapcoupé. We krijgen 2 lakens, een kussen met sloop en een deken. Onze plaatsen zijn gereserveerd. Dwars slapen 4 mensen, 2 boven en 2 onder, langszij slapen 2 mensen, 1 boven en 1 onder. De coupés worden met gordijnen gesloten. De trein sjokt rustig voort, maximaal schat ik 80 tot 100 kilometer per uur. Een enkele keer stopt de trein. Eén keer 20 minuten! Een ware run op de verkoper van thee, fris en eten vindt plaats. An bemachtigt een flesje vruchtensap. Als de zon onder is wordt het koud. An maakt de bedden op. Ik eet een croissant en val in slaap. Het is net 7 uur. Om half 11 wordt ik wakker en drink wat whisky. Om half 12 zijn we in Jodphur. Een ware invasie vindt plaats. Na een half uur is de rook opgetrokken, rijdt de trein weer, zijn de lakens, kussens en dekens herverdeeld en val ik weer in slaap. Ik ben om de 1 á 2 uur wakker. Even na 4 uur besluit ik niet meer te gaan slapen. Ik ruim de lakens en dekens op, ruim de rugzak in, maak An wakker en zet de tassen klaar. Kwart voor 5 komt de conducteur langs en roept Jaipur, Jaipur.
De trein rijdt langzaam het station binnen. An staat bij de open deur. Eens klaps horen we: Hey Mam ! Onze chauffeur, met oorbellen en prachtige snor, loopt hard met de trein mee.

Hij brengt ons naar ons hotel, Dera Rawatsar. We stappen tegen 6 uur ons bed in. We slapen tot ca. 10 uur, douchen, kleden ons aan en lopen 2 uur rond in Jaipur.                          Als je langs de stalletjes en winkeltjes loopt, liggen ook veel verkopers te slapen of te suffen. Of ze staren voor zich uit met matte ogen. De vraag dringt zich op of ze gebruiken? In ieder geval zal het klimaat, de combinatie met de drukte en naar het schijnt ontbreken van onderlinge concurrentie, hun parten spelen. Wereldwijd zijn Indiërs actief in de handel.

We liggen nu in ligstoelen op de balustrade van onze kamer. We zijn moe. De reizen, de woestijn en het zand, de trein, de honderdduizenden indrukken, het nooit aflatende lawaai in de stad, putten ons uit. We moeten ons in acht nemen. We bestellen thee en een sandwich. Doen de was. Bekijken de video-opnamen en doen een tukkie.

Sawai Madhopur