Delhi – Amsterdam

23 februari 2010                                                                                                                                     Delhi

Het is een sneltrein, slechts één keer stopt hij op een station. De trein zit vol. Achter het gordijn,  onder de lakens en de deken, is het warm. Om half 7 sta ik op. Buiten wordt het licht. Ik klap het bed in en ga zitten. Buiten trekt het landschap voorbij. We naderen Delhi. Overal zitten mensen gehurkt hun behoefte te doen. Niet één, maar duizenden mensen, in lompen gehuld met een fles water om hun kont af te vegen. Over hun hoofden tot op de draad versleten dekens tegen de kou. Soms op enkele meters van de spoorbaan. Eet smakelijk! We rijden langs slums, huizen met plastic daken. Zware stenen houden het plastic op zijn plaats. Overal kringelt rook omhoog.                                                                      Plots staan we stil op het station Delhi. Een kwartier te laat. We worden opgehaald door Rajib Ahongsangban van Rimo Expeditions en naar Hotel Florence Inn gebracht.

We duiken Delhi in. Op jacht naar kado’s. We nemen de metro naar Chawri Bazaar. De metro is schoon en wordt netjes onderhouden. De beveiliging is enorm, overal zwaar bewapende politie en beveiliging. Zelfs in het park wordt je bij de ingang gefouilleerd en moet je door een detectiepoortje lopen. Bij een juwelier kopen we een ring en enkelbandjes van zilver, 25 RP per gram. Vaste prijs, onderhandelen is uitgesloten. Op metrostation Rajiv Chowk drinken we een expresso en capuchino. We lopen Connaught Circus (nu Indira Chowk) op. We belanden in KFC, Kentucky Fried Chicken. Eerlijk is eerlijk, het smaakt voortreffelijk. In de stad zie je jonge, goed geklede Indiërs. Bij KFC en McDonalds is het druk. De koffiebars hebben loungestoelen. Overal zijn mensen.

 

Het contrast is groot. India is een land van tegenstellingen. In Delhi wonen 17 miljoen mensen. Meer dan in heel Nederland. Delhi is een metropool met onmiskenbaar Britse invloeden.

24 februari 2010                                                                                                                                 Delhi

De laatste volledige dag in India. Het vliegtuig vertrekt 25 februari om 01:40.

We bezoeken het Baha’i House of Worship, architectonisch mooie, moderne kerk in de vorm van een lelie. Binnen banken van hout met marmeren zitting, plaats biedend aan 1.300 gelovigen. Wereldwijd staan 7, 8 kerken van deze stroming, die openstaan voor alle gelovigen, mits aan een aantal, voor de hand liggende regels, wordt voldaan. Met de metro en de took-took zijn we er binnen een uur.

We lunchen bij KFC. Het mobieltje. Overal zie je het mobieltje. Iedereen heeft een mobieltje, in de woestijn, in de slums, in de stad, op het platteland, overal. Het mobieltje wordt geliefkoosd, er wordt mee gespeeld. Het is net een fetish. Het mobieltje is niet meer weg te denken uit het leven in India.

Het is over vieren. Tijd voor een tukkie. Daarna naar de bazaar, op jacht naar een jurk voor de “Don”, maar nu de goede maat. Dan terug naar het hotel, eten, drinken en dan wachten, wachten tot de klok de tijd heeft weggetikt.

EPILOOG

Zoek de verschillen.                                                                                                                               Er lopen geen koeien.                                                                                                                             Op de grote, doorgaande wegen rijden geen riksja’s.                                                       Overdag zie je nauwelijks vrachtverkeer.                                                                                   Vindt zwaar transport ’s nachts plaats?

We zitten bij de gate.                                                                                                                  De douane en de security duurde bijna 2 uur.                                                                          10:40 te vroeg ?                                                                                                                                   Nou reken zelf maar uit. 

08:40, 25 februari 2010.                                                                                                                  We zijn thuis.                                                                                                                                        Het is stervenskoud en nat!

De grensverleggers