Frómista – León

26 augustus 2018

Frómista – Carrión de los Condes

Over de etappe van vandaag kunnen we kort zijn, doodsaai. Eén rechte weg langs de P-980 door de Tierra de Campo. Tot slot een overzichtelijke klim en een afdaling naar de nonnen van het Monasterio de la Conversión, Augustinessen, waar we overnachten. Met al onze vrienden liggen we daar krap gestapeld. Waren de bars in Revenga de Campos gesloten, stuiten we in Villarmentero de Campos, waar volgens ons boekje niets was, op sfeervolle bar Amanecer van een jonge Spanjaard met ADHD, die lacht om zijn eigen grappen en met een voorliefde voor Bob Marley, of is het de marihuana. Er hangt een ontspannen sfeer. Je kan bij hem ook blijven slapen, traditioneel of afwijkend, zoals in een Tipitent of een wijnvat.

Prachtige plek, een plek om te onthaasten, een plek om te blijven hangen, zoals Helen en Eric deden. Onderweg moest ik nog aan het sprookje denken dat Eric gisteren vertelde. God schiep de aarde, de polen, noord en zuid, de alpen, de woestijnen, het oerwoud, de kliffen en ga zo maar door. Te veel en te omvangrijk om in één dag aan zijn vrienden te laten zien. Daarom schiep God Nieuw Zeeland, het land dat dit alles heeft. Verhalen zoals deze, en mensen zoals Helen en Eric, bepalen de sfeer op de Camino. Het is een multi culturele belevenis, waarin mensen, meer dan we thuis gewend zijn, belangstelling hebben voor elkaar, ze voeren openhartige gesprekken, stellen belangstellende vragen en geven zichzelf vrij, stellen zich open op. Het laatste wordt goed zichtbaar tijdens de ‘community singing’ om half 6 in onze albergue. De deelnemers zitten in een kring. De 4 hospitaleros hebben de leiding. Ze spelen gitaar en bongo. We hebben een velletje met evergreens gekregen, zoals Alleluja. Na 3 nummers worden de deelnemers uitgenodigd een lied te zingen in hun eigen taal, maar niemand staat op. Vervolgens stelt iedereen zich voor, naam, herkomst en motivatie om de Camino te lopen. Wij ook. We houden van wandelen, vakantie, het ontspant. Anderen zijn op weg om zichzelf te vinden. Een Italiaanse zegt dat ze loopt met de foto van haar pas overleden man, met wie ze 50 jaar getrouwd was. Ik schiet vol, zelfs nu weer als ik het opschrijf. Vakantie? Het is inmiddels meer, uren lang ben je alleen met jouw gedachten. Je leven komt onwillekeurig als een film voorbij. In mijn geval een verbleekte, te vaak gebroken film. Ik mis stukken. Aansluitend gaan we naar de Heilige Mis. De peregrino’s worden als laatsten naar voren geroepen en ontvangen één voor één de zegen voor onze tocht naar Santiago en krijgen een ingekleurde ster, door de nonnen gefröbeld, als aandenken. Hoe klein of onnozel ook, ik berg het uiterst zorgvuldig op in mijn portemonnee, tezamen met de pasfoto’s van An en Velicia.

27 augustus 2018

Carrióon de los Condes – Lédigos

Om even 5 uur staan de eerste peregrino’s op. Ze proberen zo zachtjes mogelijk hun rugzakken in te pakken, bijgeschenen door hun zaklampen. Door het gerommel wordt je toch wakker. Om half 6 staan we dan ook maar op; het wordt een warme dag en dus is het wel slim om vroeg op pad te gaan. Alle barretjes in de buurt zijn nog dicht, daar hadden we even niet op gerekend. Omdat we de eerste 17 km vandaag niets tegen zullen komen, is een ontbijt toch wel lekker en lopen we terug de stad. Een Ier wijst ons waar we kunnen ontbijten. De weg is saai, recht toe, recht aan. Het landschap eentonig, de zon alom aanwezig, praktisch geen wind en schaduw, die is onvindbaar.

Veel sneller dan verwacht lijkt er een kerk aan de horizon te verschijnen, of beginnen we te hallucineren? Het is er wel degelijk één en voor ons ligt Calzadilla de la Cueza. We vallen neer op het terras van de Albergue. Een herberg met een heus zwembad. We drinken elk 2 blikjes ijskoude Fanta lemon en delen een broodje en een salade. Even later komen Helen & Eric uit Australië verhit aangelopen. Eric heeft gisteren nieuwe schoenen gekocht en hoopt zo wat minder last van zijn voeten te hebben, waarbij Helen opmerkt dat het niet mag gaan regenen, want ze zijn niet waterdicht. Paul uit Emmeloord voegt zich na aankomst ook bij ons en we discussiëren of we nog 6 of toch nog 9 km zullen doen vandaag. Van Calzadilla de la Cueza naar Lédigos, ruim 6 km langs de autoweg naar Léon, heb ik het te kwaad. Pfff, ik ben moe, doodmoe. De route is eigenlijk vlak, maar na de klim naar het oud hospitum van Santa Maria de las Tiendas, zien we als een fata morgana de contouren liggen van Légidos.

An wil liever doorlopen, maar na de ijskoude pint op het terras van El Palomar, laten we dat plan definitief varen en boeken hier een 2-persoonskamer met wc en ligbad/douche op de gang. Wat een luxe. Een laag bed in plaats van een stapelbed en geen snurkende, pratende en ijlende peregrino’s. De 3 Mexicanen, Carl & Ulla uit Stockholm, onze Zuid-Koreaanse ‘Pedro’ en Léon uit Ulm besluiten ook hier te blijven en er komt nog veel meer bier op tafel. ’s Avonds eten we met elkaar in de albergue, soep, zalm en vlees en toe ijs, fruit of yoghurt, dat alles, met de 3 flessen wijn van het huis die schoon opgaan. Bijtijds gaan we naar bed.

28 augustus 2018

Lédigos – Bercianos 

Even voor 5 uur word ik wakker, te vroeg om op te staan en dus draai ik me nog eens om. Boven hoor ik ze lopen. Als ik uiteindelijk opsta is het over half 7. We vertrekken na 7 uur. Onze vrienden zijn al weg. De albergue zelf is nog donker, dus moeten we op stap zelfs zonder koffie. Als we de hoek omslaan zien we dat de bar van de andere albergue wel open is. We kiezen voor een ontbijt van toast met boter en jam, voedzaam en toch licht. En natuurlijk koffie en een glas jus uit een pak toe. Rond 8 uur gaan we uiteindelijk op weg. Het is al licht. Dat betekent één uur langer in de brandende zon. We volgen de N-209. Dat is geen bezwaar, omdat de weg stil is sinds de ingebruikname van de snelweg Burgos-León.

Al om half 12 zijn we in Sahagún met zijn mooie toegangspoort en brug, maar wij, en met ons alle peregrino’s, hebben daar  weinig oog voor. Onderweg ben je bezig met overleven. Aangekomen ben je bezig met herstellen. De laatste 10 km van Sahagún naar Bercianos del Real Camino zijn zwaar. Gelukkig zijn er op dit stuk bomen langs het pad geplant, zodat we redelijk in de schaduw lopen met een stevig windje in ons gezicht en de missende 3 km van gisteren hebben we vandaag wel ingehaald.

We slenteren het hele dorp door, op zoek naar de albergue van de pastoor, die we nooit vinden. Wel belanden we in een soort hemel bij Santa Clara, waar we voor € 45,– een eigen, ruime kamer hebben met een bank, een tv, een bureau, heerlijke bedden met witte, gesteven lakens, grote witte handdoeken en een massage- en stortdouche.

29 augustus 2018

Bercianos – Mansilla de las Mulas 

In alle dorpen in de Campos staan huizen met muren, opgetrokken uit leem, vermengd met stro en kiezels. De enkel steens muren worden daarmee ook dichtgesmeerd aan de buitenkant. De vergelijking met Afrika is groot. Opvallend is overigens dat nergens langs de kant afval ligt, behalve wc-paper dan. Hoe anders dan bij ons. In Frankrijk en vooral in België struikel je over de lege petflesjes, blikjes, sigarettenpakjes en peuken. In België vind je soms een hele huisraad aan. Hier is het brandschoon. We zijn weer 26,5 km dichter bij ons doel. We zijn bijtijds vertrokken en op een redelijke tijd aangekomen. In El Burgo drinken we koffie en eten iets vreselijk zoets, een Spaanse wentelteefje. Heerlijk, maar het ligt toch een beetje zwaar op de maag. De rijksweg naar León ligt nu links van ons; 12,8 km te gaan tot het volgende dorp, Reliegos, waar we wat eten en drinken. Onderweg zien we de mensen met wie we al dagen oplopen. Er wordt gefluisterd dat onze Mexicaanse vrienden de bus naar León hebben genomen en daar op ons zullen wachten. We zullen zien.

Met Pedro en Léon nemen we onze intrek in de Albergue Municipal. Volgens de hospitalero is het niet druk. We slapen boven op een kamer met 3 stapelbedden en uitzicht op de binnenplaats. Wij nemen 2 van de 3 benedenbedden in gebruik en nu maar duimen dat het zo stil blijft. Als we op de binnenplaats zitten komen Carl en Ulla onverwacht langs, zij zitten in een hotel wat verderop. Pedro en Léon sluiten zich aan, evenals een Rus, een Hongaarse en nog een Zweed. De drank vloeit rijkelijk.

Pedro zingt een emotioneel lied uit zijn land. Het is heel gezellig. Tegen etenstijd splitst het gezelschap zich op, maar eerst hijst de hospitalero Léon in een habijt van een monnik op pelgrimage in de middeleeuwen. Hillarisch. Als wij terugkeren van het eten, zitten de Rus, de Duitser en de Zuid-Koreaan nog bij elkaar. Pedro tokkelt op een gitaar. Wij gaan naar bed, we hebben de kamer lekker voor onszelf.

30 augustus 2018

Mansilla de las Mulas – León 

Ondanks dat het maar net 20 km is, lijkt het ons vandaag niet echt te lukken. De tegeltjes wijsheid is: León bereiken is Santiago halen. Aan deze wijsheid houden we ons maar vast. De etappe zelf stelt niet veel voor.

De grote stad komt dichtbij, dus veel verkeer. Als we de stad inlopen stuiten we op een barrière. De brug voor fietsers en wandelaars is afgesloten. We moeten daardoor een flink stuk omlopen, steil omhoog, maar op de top is het uitzicht over Léon adembenemend. Langzaam dalen we af en lopen de buitenwijken van Léon in, op zoek naar Hospederia Rincon de Léon, aan de Plegarias 14, vlakbij de kathedraal. Vóór 2 uur nemen we onze intrek. An had het zwaar vandaag. Uitgeput valt ze op het bed neer, nadat ze de hotelier langdurig heeft moeten aanhoren waar we kunnen eten en drinken, de bezienswaardigheden en hoe we morgen de stad uit moeten lopen. Hij weet van geen ophouden. Als we rond een uur of 4 de kathedraal bezoeken is het stil op straat. De bars en winkels zijn gesloten. De kathedraal is eind 13e eeuw gebouwd. Romaanse stijl. Met de kathedraal van Chartres de mooiste in haar soort. De kerk reikt hoog naar de hemel, met veel ramen op het noorden en het zuiden. Verschil met kerken van oudere datum is dat deze kerken dun geconstrueerd zijn, licht zo je wilt. Het gevolg is dat fouten in het ontwerp duur zijn. En fouten zijn er gemaakt hier, zelfs bij het herstel daarvan. Uiteindelijk is het allemaal goed gekomen, maar dat heeft decennia geduurd. Het altaarstuk is ook enkele keren verwisseld. De audio is leerzaam en in het Nederlands.

Pedro vliegt de 10e september naar Parijs maar wil nog Santiago bereiken. Hij moet daarom 4, 5 etappes met de bus doen, waardoor er een eind komt aan de kameraadschap met Léon. Ze hebben elkaar ontmoet op het treinstation van Saint-Jean-Pied-de-Port en waren sindsdien onafscheidelijk. Aten elke dag de zelf klaar gemaakte pasta met tomatensaus. Samen met Carl & Ulla trakteren we ze op een afscheidsdiner. Carl & Ulla zijn van onze leeftijd. Net als wij gevormd door het leven. Het is heel gezellig. De wijn vloeit rijkelijk. Pedro vraagt waarom wij de camino lopen. Met het antwoord ‘voor de lol, vakantie, we houden van wandelen’ neemt hij geen genoegen. Het is meer. Je hebt de tijd voor jezelf. In ons geval zelfs voor onszelf. Je leven trekt tijdens het lopen als een stomme film aan je voorbij. Ik kijk niet graag achterom, altijd vooruit. Zo ook op de camino. Ik denk aan die zaken die ik moet oppakken als ik thuis ben. Toch komen beelden van weleer boven. Vaag, maar langzaam barst het ijs.

León – Ponferrada