Dinant – Vierves-sur Viroin

8 mei 2010                                                                                                                                   L’Abbaye de Leffe – Citadel de Dinant

We zijn  laat. We hebben veel tijd nodig om te vertrekken. De reis verloopt voorspoedig. In Dinant nemen we onze intrek in Chambre d’Hôtes Au fil de l’eau, dat we de vorige keer zijn gepasseerd op weg naar het station. De zoon des huizes doet open, wijst ons de kamer en geeft ons de sleutel van de kamer en de voordeur. Wij kleden ons om voor de wandeling naar de Citadel, de stuw over, naar de Abdij Leffe, waar we de vorige keer zijn gestopt. Helaas is de abdij dicht. We lopen door Dinant, We buigen af naar links en gaan langzaam de Maasrotsen omhoog. We passeren de hangplek van de jeugd van Dinant, gemarkeerd door lepels, zilverpapier en lege, afsluitbare plastic zakjes. Bij de in ongebruik geraakte wijngaard gaan we naar beneden, volgen de N936 en buigen rechtsaf naar de Citadel, een versterkte burcht uit de tijd dat De Nederlanden nog bestonden. We betalen € 7,00 en krijgen daarvoor een rondleiding. Voordat we de Citadel betreden, lopen we over de begraafplaats van de in 1914-1918 gesneuvelde soldaten. De kruizen staan keurig in het gelid, beschermd door een standbeeld. De gids vertelt over de gruwelijkheden die hier hebben plaatsgevonden. Hoe slecht is een mens als je honderden, twee aan twee geboeide, koperslagers als vergeldingsmaatregel in de Maas laat gooien? Vraag het Philip van Bourgogne, ongetwijfeld een goed katholiek in zijn tijd. Het gilde heeft zich later met moeite hersteld. In de eerste wereldoorlog is in het fort gevochten tot de dood er op volgde. Tientallen Fransen en Duitsers hebben in het man tot man gevecht hun leven verloren in de gangen. Absurd als je de leeftijd van de soldaten in aanmerking neemt. We drinken een biertje in een café met uitzicht op de Maas en eten frites met Belgische mayonaise op de markt langs de kade. We zien Dinant opgelicht worden door de ondergaande zon. De stad spiegelt in het water.

9 mei 2010                                                                                                                                        Dinant – Hastière-par-Delà

Vandaag klimmen en dalen we meer dan 700 meter. Venijnige hellingen. Kuitenbijters. We beginnen in Dinant. Bij het culturele centrum gaan we de Maashellingen zig-zaggend op. Op de vlakte volgen we langs de rand de Maas. Vlak voor de N97 beginnen we te dalen. We lopen langs de Sterrenwacht en bereiken de Maas, rechtsaf Dinant, linksaf Anseremme. We zien de beroemde rots liggen, de toegang tot Dinant, met de daarop wapperende, Belgische vlag. We drinken koffie op een terras met uitzicht op de spoorbrug. We steken de Lesse over en lopen langs de Maas. De natuur is prachtig. Het pad is fraai. Bij de rotsen van Freÿr gaan we weer naar boven. Klimmers oefenen op de rotsen. Freÿr is een beroemd klimgebied. We dalen weer af naar de Maas. Het pad slingert langs de Maas, op en neer. We lunchen op een vissteiger. We gaan weer omhoog en eenmaal boven volgen we langs de rand door het bos de Maas. Aan de overkant ligt het kasteel van Freÿr.

De natuur is ongerept. We dalen af naar Les Cascatelles, Waulsort ligt aan de overkant. We gaan weer omhoog, naar Blaimont waarna we  afdalen we naar Hastière-par-delá. We lopen over een oude Romeinse weg, langs een mooie kerk met een prachtig Jezusbeeld in denok.                                                                                                                                                          We vallen binnen in Hotel-Brasserie-Salle de Réunion Le Val des Colverts, geregeerd door een vrouw met blond, op het hoofd geplakt haar, gekluisterd aan een rolstoel. Ze wordt geassisteerd door haar forse, kortademige, maar vrolijke man met exzeem achter zijn oren. Maar ze hebben La Chouffe en heerlijk eten, blijkt na de verfrissende, warme douche. We eten in de late avondzon en drinken nog een koffie met een degustive. Om negen uur gaan we naar bed. Ik kijk minder dan vijf tellen tv en val in slaap. An is al onder zeil.

10 mei 2010                                                                                                                                  Hastière-par-Delà – Gimnée (Doische)

Bij de Famille Kempinaire kopen we brood, bij Boucherie/Charcuterie Michel Wairy & Fils paté grand mere, boulette rotie en jambon d’Ardenne.
We klimmen naar boven om vervolgens weer af te dalen. Uren lopen we door het bos, langs de Hermeton, een klein riviertje. Het is een prachtige tocht, vol venijnige klimmetjes, gezekerd met touwen. We bereiken Soulme en lopen door naar Vodelée, waarna we het bos weer in duiken.

Nog zo’n 1½ uur, dan zijn we in Doische, het eindpunt van onze tocht vandaag. Althans.  Het is al over zessen, er is in Doische geen slaapplaatsen te vinden. Een lokale jongen schiet te hulp en belt rond. Het ziet er somber uit. Het is koud. Op onze vraag of er ook een taxi is, kijkt hij ons lachend aan. Taxi’s zijn hier niet. Hij probeert nog één adres in een dorp verderop, Gimnée. Raak! We zijn welkom! Het is nog 2 km, bij elkaar vandaag 31 km. We stappen flink door. Gimnee, Rue d’Aremberg No. 25, er is geen bel, dus kloppen we aan. Geen gehoor. Vertwijfeld kijken we rond. Er stopt een auto, een vrouw stapt uit, loopt lachend op ons toe en opent de deur. Het is een groot huis. Op de vraag of er in het dorp een restaurant is, lacht ze ontkennend. Maar zij kan voor avondeten en ontbijt zorgen. Het duurt ongeveer een half uur en kost € 60,–, all-in. We knikken instemmend. We krijgen de restjes van de Heilige Communie van haar zoon, bereid door de traiteur. Aspergesoep, kalkoen met pepers, gegratineerde aardappelen, wortjeltjes, een broccolitaartje, een fles Côtes du Rhone en een overheerlijke fruitsalade toe.

11 mei 2010                                                                                                                                  Gimnée (Doische) – Vierres-sur-Viroin

De lucht is grijs. Buiten is het koud. In de keuken is het lekker warm. An slaapt nog. Ik zet koffie en dek de tafel. De bewolking hangt laag. De nevel maakt alles nat. Om 10 uur zijn we klaar voor vertrek. We laten de sleutel achter in het slot en lopen terug naar Doische, waar we de GR125/654 naar Saint Jacques de Compostelle vervolgen.                                  Vandaag hoeven we niet zoveel te klimmen en te stijgen als de andere dagen. De natuur is prachtig. Af en toe hebben we weids uitzicht over de Waalse en Franse Ardennen. We passeren de grens vlak voor Hierges (F), nadat we Vancelle (B) hebben verlaten. We zien de ruïne van Chateau Saint-Anne aan de overzijde van het dal liggen. Acher de heuvelrug stroomt slingerend, voor ons niet zichtbaar, de Maas door het landschap. Op weg naar Mazée (B) lopen we over een grenspad, aangeduid met stenen. Slingerend duiken we Mazée in. Tot onze verrassing is de kroeg open. We bestellen koffie en warme chocolademelk. We vervolgen onze weg naar Treignes. Onderweg lunchen we staand in het bos, uit de wind. Op de open vlakte is het koud, we koelen langzaam af en duurt het even voordat we weer opgewarmd zijn. We stappen stevig door. Bos en weilanden wisselen elkaar af, prachtige natuur. We passeren de Rau des Fonds, die we een tijdje volgen. In Treignes informeren we bij de Hotel Montjoie naar een kamer. Nul op het rekwest.

We worden doorverwezen naar Hotel Le Petit Mesnil in Vierres-sur-Viroin, het volgende dorp . We stappen flink door. Het regent flink. Als we het spoor oversteken zien we het hotel.

We lopen de gelagkamer in en luisteren naar een flinke, echtelijke ruzie. Plots verschijnt de waard en zuchtend vertelt hij dat zijn vrouw dan weer ziek is, dan weer beter, dan weer ziek, om gek van te worden! We zien haar niet, maar wel horen we haar in de keuken nog tekeer gaan. Na de douche drinken we een lekker Super des Fagnes, het lokale bier. De gelagkamer vult zich geleidelijk. De man loopt af en aan, neemt bestellingen op, schenkt de drankjes in en serveert het eten uit. We krijgen brandnetelsoep, toast met champignons, forel en varkensvlees en rijsttaart toe.                                                                                          Aan het eind van de avond verschijnt alsnog de vrouw. Een slonzig type, met geen model bloemetjesjurk en schort, die verwilderd om zich heen kijkt, de gasten afstandelijk kust en midden in de gelagkamer wijdbeens op een stoel neervalt. Ze gromt iets over een kat, wat de andere gasten en haar man wegwuift.

Vierves-sur Viroin (B) – Signy l’Abbaye